Bloemlezing uit de bundel Uyt-spanningen
(1971)–Jodocus van Lodenstein– Auteursrechtelijk beschermdGenoegen in het cleyneGa naar voetnoot*On-nosel diertje! sprack u taal /Ga naar voetnoot1
U liefelijcke stemme-straal /
Uw wijse treckjes altemaal:
Wat wijsheyd soud gy ons /
5[regelnummer]
Wat wijsheyd soud gy ons al leeren?
Wat wijsheyd leert gy ons dog niet?
Nu 't Godlijck Woord-boeck van u lied
Ons waarlijck wijs-maackt; en 't bediedGa naar voetnoot8
Leert van uw lieflijck quinckeleren.
| |
[pagina 65]
| |
10[regelnummer]
Cleyn segt gy (Menschjes) ben ick: cleyn
Mijn nootdruft is / en nesje reyn /
En koos daar voor geen Conings pleyn /Ga naar voetnoot12
Want groter can ick niet
Want groter can ick niet besitten.
15[regelnummer]
Mijn vol genoegen / mijn genugt
Heb ick als d'ongebonde vlugt
Mag kiesen d'eyndelose lugt /
En 't sonne-ligt my schenckt sijn' hitten.
Laat d'Oyevaar / de grote Swaan
20[regelnummer]
Veel rijsen slepen af end' aan /Ga naar voetnoot20
Ick sal een vrolijck liedje slaan
Mijn Schepper onder diesGa naar voetnoot22
Mijn Schepper onder dies ter eeren:
Wat ben ick veler sorgen vry!
25[regelnummer]
Wat singt en springt mijn hertje bly!
Ick werd benijd nog ick beny /
En niemant steurt mijn quinckeleren.
De sotticheden van uw breyn
De soeticheden van het Cleyn
30[regelnummer]
Verwarelosen; om een pleynGa naar voetnoot30
Veel groter dan gy cunt
Veel groter dan gy cunt besitten:
Daar uw genoegen uw genugt
Vind ruymer ligt / en ruymer lugt /
35[regelnummer]
Daar 't hert om 't eyndelose sugt /
En branden can in Hemelsch' hitte.
| |
[pagina 66]
| |
Siet (Mensch) met goeden oogen aanGa naar voetnoot37
Dat sotten grote gangen gaan /Ga naar voetnoot38
Maar leert met my een liedtje slaan
40[regelnummer]
Ons Schepper / dien gy kent /
Ons Schepper / dien gy kent / ter eeren:
Wat waart gy veler sorgen vry?
Wat song en sprong uw herte bly?
Doet dog soo / of com (cont gy) my
45[regelnummer]
(Ick sal het doen) uw lof-sang leeren.
Dat soete beckje / 't pluym-gediert /
Dat wuff van tackje op tackje swiert /Ga naar voetnoot47
Spelt vast mijn vonnis; dog bestiertGa naar voetnoot48
Mijn gangen oock / en ick
50[regelnummer]
Mijn gangen oock / en ick wil 't volgen.
Weg! ydel eer / ondraaglijck pack!
Gemack vol lastig ongemack!
Weg! wigtig Goud! ick kies den tackGa naar voetnoot53
Van 't heyl dat my heeft opgeswolgen.Ga naar voetnoot54
11. Wintermaant 1659.Ga naar voetnoot55 |
|