Bloemlezing uit de bundel Uyt-spanningen
(1971)–Jodocus van Lodenstein– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 67]
| |
Het jonge en onbecommert levenGa naar voetnoot*Doet yemand sorg / of jaren beven /
Verteert hem commer of verdriet /
(Hoe wonder wel lust my het leven!)
Van sorg of commer weet ick niet.
5[regelnummer]
Mijn jeugdig hert wil aan geen banden /
Het schrickt voor commer en voor pijn:
Dies geev' ick dat in Iesus handen /Ga naar voetnoot7
Daar 't altijds vry en bly sal sijn.
Mijn hertje is een wees verlaten /Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
En / als het sig van schild ontbloot /
Ist onder duysend die het haten /
In duysend prijck'len van de Dood.Ga naar voetnoot12
De wereld segt / Ick sal u cleden
Met sijd en costelijck gewaad /
15[regelnummer]
Dat na de mood' uw soete leden
En jonge jaren voeg'lijck staat.
Ick deck uw wang met losse locken;
Ick maack uw arm ter elboog naackt:
Ick koord' en boord' uw sijde rocken;Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
En herstell' al wat u mismaackt:
| |
[pagina 68]
| |
Ick prang uw schouders in balijnen /Ga naar voetnoot21
In doecken en in diere kant:Ga naar voetnoot22
En doe in soet verschiet verschijnen
Aan hand en borst den Diamant.
25[regelnummer]
Weg ydelheden! strenge banden!
Aan-lockelijcke slaverny!Ga naar voetnoot26
Gy bindt mijn armen en mijn handen /
En laat mijn jeugdig hert niet vry.
Soud ick mijn wel-geschapen leden /
30[regelnummer]
En dier-gecogte sieltje meed /
En jonge jaren gaan besteden
In 't kopen van mijn eeuwig leed?
Die sijde stricken wis sijn stricken /Ga naar voetnoot33
En prangen van mijn vrye siel;
35[regelnummer]
Daar my de Hel me'e komt versticken /
Op dat ick in sijn handen viel.
Mijn lieven Jesus trouwen Vader /Ga naar voetnoot37
Die Deugd-cieraad voor ydlen schijnGa naar voetnoot38
Wt-deelt; gy sult mijn goedheyds ader
40[regelnummer]
En ick sal altijd d'uwe sijn.
Het is my beter hier met Deugden
Voor Godt en mensch verciert te staan /
(Want dat is hier ons Hemels-vreugde /
Eer wy ten Hemel inne-gaan;)
45[regelnummer]
Dan na een cleyn vermaack van d'oogen
Verworpen van uw aangesigt /
Het eeuwig knersen te gedogen
In 't eeuwig Duyster / sonder Ligt.
| |
[pagina 69]
| |
Sal ick eens Hallelu-jah singen
50[regelnummer]
Met die hier sijn in smaad en pijn /
Soo moet ick van de wereldlingen /Ga naar voetnoot51
Als Jesus Bruyd / gescheyden sijn.
Pause
De bose lusten my verleyden
Door overdaat en leckerny /
55[regelnummer]
Om my van Jesus af te scheyden
Door slegte tongen-heerschappy.
Neen tonge / daar sijt gy te cleyn toe /
Gy werdt so ligt mijn Meester niet:
En Hertje daar sijt gy te reyn toe /
60[regelnummer]
En onder suiverder gebied.Ga naar voetnoot60
Mijn Jesus / als ick so veel spijse
Maar hebbe / dat ick leven can /
So sal ick uwe Goedheyd prijsen
Voor enckel brood als smaacklijck Mann.Ga naar voetnoot64
65[regelnummer]
In waarheyd dit en is mijn spijs niet /
Maar 't Hemelsch brood van boven af;
Het vleesch dat Jesus ons ten prijs liet
Als hy 't voor ons ter cruyce gaf.
Begeerten! die ick niet en kenne /
70[regelnummer]
Blijv uyt mijn onbesoedelt hert /
Dat ick aan Jesus liefde wenne /
Op dat het niet bevleckt en werd.
Ey Jesu lief! besit mijn oogen:
Ey Jesu lief! besit mijn tong:
75[regelnummer]
Ey Jesu lief! wilt niet gedogen
Dat oyt mijn voet te dertel sprong.
| |
[pagina 70]
| |
Ey Jesu lief! besit mijn ooren/
Ey Jesu! houd mijn handen vast/
Dat die niet dertels oyt en horen /
80[regelnummer]
Dat geen van desen mis en tast.
Ja Jesu lief! besit gy 't herte /
En houdt dat rijck voor eeuwig in /Ga naar voetnoot82
Duldt daar nog min / nog minne-smerte /
Als / Iesu lief! uw reyne min.
85[regelnummer]
Nog eens Heer Jesu! mijn gedagten
(Die duysenden tot stricken sijn)
Bewaart die / dat sy maar betragten
Ons liefden / Here / d'uw en mijn.
Laat dubben / dutten in gepeynsen /Ga naar voetnoot89
90[regelnummer]
Laat sugten vry so lang hy leeft /
Laat anders dencken / anders veynsen
Die Jesum liev niet liev en heeft:
Laat vry / die wil / die heerschappy toe /
En treurig draag dien overlast /Ga naar voetnoot93-94
95[regelnummer]
Mijn jeugdig hert blijft daar te vry toe /
Mijn jonge jaren vreugde past.Ga naar voetnoot96
U sal ick soetste Jesu singen /
Een vrolijck liedtjen; en weerom
Mijn hertjen in u vrolijck springen /
100[regelnummer]
Van nu aan tot mijn ouderdom.
| |
[pagina 71]
| |
Daar sal dan 't Hallelu-jah na-slaan /Ga naar voetnoot101
Als ick u in een reyn gewaad
Sal als een reyne maagd'lijn na-gaan
Op Syons hoogten / waar gy gaat.Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot104
2. Pause
105[regelnummer]
Niet can mijn herte meer bedervenGa naar voetnoot105
Als 't volgen van mijn eygen sin,
Dies leerde Jesus my versterven
Als ick quam t'sijner scholen in.
Mijn eygen sin is niet dan draff: jaGa naar voetnoot109
110[regelnummer]
Mijn Jesus is mijn heyl: daarom
Hoe 'k verder van my selven af-ga
Hoe 'k digter by mijn Iesus com.
En meest dewijl mijn jonge jaren
Des Hemels wegen ongewent /
115[regelnummer]
In 's menschen-saken onervaren
Sijn; Jesus uw geleyde sendt.
Gy hebt mijn Vader my benomen /Ga naar voetnoot117
Dat was uw wil / dies oock de mijnn':
U sal ick / Heer / als Vader schromen /Ga naar voetnoot119
120[regelnummer]
En so sult Gy mijn Vader sijn.
Mijn lieve Moeder sal ick eeren /
En lieven met een trouwe min /
En in gehoorsaamheyd gaan leeren
Haar Moederlijck gebod en sin.
| |
[pagina 72]
| |
125[regelnummer]
Mijn lieve Moeder uw bevelen
Sal ick betragten alle-tijd /
Die my na 't goddelijck bedelenGa naar voetnoot127
Mijn Vader en mijn Moeder sijt.
Mijn sin / mijn soete Jesu! buygen
130[regelnummer]
Wil ick om u / en Moeder meed /
En dat in al mijn doen betuygen /Ga naar voetnoot131
Dog meest so ick ten egte treed.
3. Pause
Myn Hert / Heer Jesu! wilt hervormen
Ten Hemel door uw Heerschappy /
135[regelnummer]
Om die met yver te bestormen:
Den sleur-trant van de werld verby.Ga naar voetnoot136
Geen sleur-dienst can mijn siel genoegen /Ga naar voetnoot137
My walgt het padt dat d'eerde gaat /
Maar wil my met die reye voegenGa naar voetnoot139
140[regelnummer]
Die steeds op Zyons heuvel staat.
Weg vuyle lied'ren / dertle boecken /
Het Woord dat 's Hemels liefde gaf /
Sal ick in Liefden ondersoecken:
Sendt / Heer / uw Geest van boven af.
145[regelnummer]
Het verckens-gnorren van de sangen
Des werelts is mijn siele een last /
Mijn jeugdig vrolijck hert sal hangen
Aan Zyons maat-sang eeuwig vast.
Uw lieve leedtjes / Here / clede'
150[regelnummer]
En spijsigen mijn spijse sy;
En dat ick in dien pligt bestede
Mijn tijd / mijn geld / mijn sorg / en my.
| |
[pagina 73]
| |
Doet my / Heer / na Bethlehem reysen /
My na de lage hutjens troont /
155[regelnummer]
En lóóven doet / dat dat paleysen
Sijn / daar gy nu onsigtbaar woont.
In die paleysen sal ick singen /
Op Conincklijcken toon / het lied
Van uwe diere Lievelingen;
160[regelnummer]
De wereldlingen kennen 't niet.
Haar vreugden is maar schijn van vreugde:
Het blickren van een doorne-vlam /Ga naar voetnoot162
Die maar een corten tijd verheugde /
En in verdriet een eynde nam.
165[regelnummer]
Het Hert heeft in dat lachen smerten
(So is het gall met soet vermomt)
Als 't hert (hoe vrolijck) wil behertenGa naar voetnoot167
Den wissen rekendag / die comt.Ga naar voetnoot168
Mijn vreugd / sal door / en weer door / vreugd sijn /Ga naar voetnoot169
170[regelnummer]
Een vreugd / dien Jesus selve stuyrt;Ga naar voetnoot170
En 't Jeugdig hert van nu verheugt sijn /
In blijdschap die voor eeuwig duyrt.
Lust ymand draf / en slavernye /
Dat hy vry om de wereld ding' /
175[regelnummer]
En ly dat ick de leckernye'Ga naar voetnoot175
Van 't jeugdig leve pluck; en sing.
| |
[pagina 74]
| |
Doet ymand sorg of jaren beven /
Verteert hem commer of verdriet:
(Hoe wonder wel lust my het leven)
180[regelnummer]
Ick weet van sorg of commer niet.
Mijn jeugdig hert wil aan geen banden /
Het schrickt voor commer en voor pijn;
Dus geev ick dat in Jesus handen /
Daar 't altijd vry en bly sal sijn.
25. Ougstmaand 1661Ga naar voetnoot185. |
|