Kers-nacht ende de naervolgende dagen tot onze lieve vrouwe lichtmis
(1736)–Joannes de Lixbona– AuteursrechtvrijOp de voorgaende Voys.Ick moet u wat nader komen,
Spaert my Jesu, Godt en Heer;
De beschaemheyt doet my schroomen,
Maer u liefde treckt my meer;
Want ich heb voor my genomen
Te door-sien u Wonden teer.
2. Wilt my in u Zijde leyden
Tot in't diepste van den gront,
Dat ick my daer magh vermeyden
In soo lieffelijcken wondt:
Niemants vrees sal my doen scheyden,
Niemants liefde, 'tgeender stont.
3. Opent u, gy roode Zijde,
Vloeyt in't diepste van mijn hert:
Of laet my in uw me-lijde;
Een van twee geneest mijn smert,
Mijn ziel klopt sonder vermijden
Tot dat's in gelaeten wert.
4. Jesu, oock wat soeter smaken
Gevoelt hy, die u eens proeft,
Die uyt liefde in u raken:
s'Werelts vreught hun hert bedroeft:
Die u maer eens kan genaken
Kryght soo veel, als hy behoeft.
G. Voochts Archid. & Lib. Censor. |
|