Kers-nacht ende de naervolgende dagen tot onze lieve vrouwe lichtmis
(1736)–Joannes de Lixbona– AuteursrechtvrijOp de Wyse. Alsoo't begint.
WAt heeft Emanuel misdaan
Dat hy zijn bloed alree moet storten
Wat heeft dit lieve kindt gedaen
Dat hy de Wet moet onderstaan?
Zijn Vader en was Adam niet,
Zijn Moeder leefde sonder sonden,
't Kindt is onnoosel als gy siet,
Hoe is hy hier dan toe verbonden?
| |
[pagina 19]
| |
Wat heeft Emanuel misdaen,
Dat hy zijn bloedt alree moet storten,
Wat heeft dat kindt gedaen,
Dat hy de wet moet onderstaan?
Dees dagen in de felle kouw,
Soo beefden al zijn teere leden,
De krib en stroey viel hem soo rouw,
En nu soo wort hy noch besneden.
Wat heeft Emanuel misdaan
Dat hy zijn Bloedt alree moet storten,
Wat heeft dit lieve kindt gedaen,
Dat hy de wet moet onderstaen?
Uyt soete min voor een Nieuw-jaer,
Hy schenkt zijn bloet aen alle menschen
Hy stort het voor ons alle gaar
Uyt soete min voor een Nieuw-jaer.
Wat heeft Emanuel misdaen,
Dat hy zijn bloedt alree moet storten
Wat heeft dit lieve kindt gedaen,
Dat hy de wet moet onderstaen?
Ey spaert hem toch ten is geen noodt
En laet het kindt zijn bloedt genieten,
Want 't sal voor ons toch in zijn doodt
Aen't Cruys daar na genoeg vergieten.
|
|