| |
| |
| |
Bibliografie
Landbouw
Landbouw/hoofdstuk 1
De landbouw en het sociaal-economische krachtenveld
|
J. Bieleman, Geschiedenis van de landbouw in Nederland 1500-1950. Veranderingen en verscheidenheid (Amsterdam en Meppel 1992). |
J. Bieleman, ‘Dutch agriculture 1850-1925 - Responding to changing markets’, Jahrbuch für Wirtschaftsgeschichte 1996/1 (‘Nahrungsmittel und ihre Märkte im 19. und 20. Jahrhundert’) 11-25. |
A. van den Brink, Structuur in beweging: het landbouwstructuurbeleid in Nederland 1945-1985. Wageningse Economische Studies nr. 16 (Wageningen 1990). |
Centrale Cultuurtechnische Commissie, Meerjarenplan voor ruilverkaveling en andere cultuurtechnische werken in Nederland ('s-Gravenhage 1958). |
J. van der Haar en J.A. Faber (met medewerking van M.E. Ruiter), De geschiedenis van de Landbouwuniversiteit Wageningen (Wageningen 1993) 3 delen. |
Jaarverslagen van de Stichting Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw. |
M. Knibbe, Agriculture in the Netherlands 1851-1950. Production and institutional change (Amsterdam 1993). |
H. Koningsveld, J. Mertens en S. Lijmbach, Landbouw, landbouwwetenschap en samenleving. Filosofische opstellen. Mededelingen van de vakgroepen voor sociologie nr. 20 (Wageningen 1987). |
LEI/CBS, Landbouwcijfers. |
G. van Maanen ed., Sporen van Wageningen. Een greep uit 75 jaar onderzoek van de Landbouwuniversiteit (Wageningen 1993). |
D.J. Maltha, Honderd jaar landbouwkundig onderzoek in Nederland 1876-1976 (Wageningen 1976). |
A. Maris, Enkele aspecten van het Kleine-Boerenvraagstuk op de zandgronden (Assen 1951). |
C.L.J. van der Meer, H. Rutten en N.A. Dijkveld Stol, Technologie in de landbouw. Effecten in het verleden en beleidsoverwegingen voor de toekomst. Voorstudies en achtergronden Technologiebeleid T2, Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoek, Landbouweconomisch Instituut ('s-Gravenhage 1991). |
G. Minderhoud, De Nederlandse landbouw (Haarlem 1952 en Wageningen 1999). |
Q.J. Munters, De stille revolutie op het agrarisch platteland. Boeren en openbaar bestuur 1917-1986 (Assen en Maastricht 1989). |
D. Pilat, Dutch agricultural export performance (1846-1926) Historia Agriculturae XIX (Groningen 1989). |
J.D. van der Ploeg, De verwetenschappelijking van de landbouwbeoefening. Mededelingen van de vakgroepen voor sociologie nr. 21.
Landbouwuniversiteit Wageningen (Wageningen 1987). |
J.D. van der Ploeg. De virtuele boer (Assen 1999). |
J.M.G. van der Poel, Honderd jaar landbouwmechanisatie in Nederland (Wageningen 1967) 1e druk, (Wageningen 1983) 2e druk. |
G.L. Ragondet, Studie over de ontwikkeling van het verbruik van kunstmeststoffen in West-Europa gedurende de eerste helft van de 20ste eeuw (Wageningen 1952). |
J.H. van Stuijvenberg, De ontstaansgronden van de landbouwcoöperatie in her-overweging ('s-Gravenhage 1977). |
Veenman's Agrarische Winkler Prins. Encyclopedie voor Landbouw, Tuinbouw en Bosbouw (Amsterdam en Brussel 1954-1957) 3 delen. |
D.H. Vermeulen, Den Haag en de landbouw. Keerpunten in het negentiende-eeuwse landbouwbeleid (Assen 1966). |
Verslag van (over) de(n) Landbouw in Nederland (over 1851-1966). |
Vóór 1851 als: Algemeen verslag wegens den staat van den landbouw in het Koningrijk der Nederlanden (1829-1850). Sinds 1904 gepubliceerd in de reeks: Verslagen en Medede(e)lingen van de Directie van de(n) Landbouw (1904). |
W.J. van der Weijden, H. Lof en J. Warner, EG-landbouwbeleid en milieu. Een verkenning van kansen (Utrecht 1991). |
J.C. Zadoks, ‘Landbouw tussen oecologie en economie’ in K. Bakker e.a. eds., Inleiding tot de oecologie (Utrecht en Antwerpen 1985) 375-421. |
J.L. van Zanden, De economische ontwikkeling van de Nederlandse landbouw in de negentiende eeuw, 1800-1914. AAG Bijdragen 25 (Wageningen 1985). |
J.L. van Zanden, ‘The first green revolution: the growth of production and productivity in European agriculture, 1870-1914’, Economic History Review XLIV (1991) 215-239. |
J.L. van Zanden en R.T. Griffiths, Economische geschiedenis van Nederland in de 20e eeuw (Utrecht 1989). |
P.J.P. Zuurbier, De besturing en organisatie van de landbouwvoorlichtingsdienst (z.p. 1984). |
Landbouw/hoofdstuk 2 t/m 4
De cultuurtechnische verbouwing van Nederland
|
Aanleg en onderhoud van drainage. Ministerie van Landbouw en Visserij. Vlugschrift voor de Landbouw, nr. 361 ('s-Gravenhage 1982). |
| |
| |
N.G. Addens, ‘Een eeuw drainage in Groningen’, Groningse Volksalmanak (1952) 90-122. |
C. Baars, ‘Het tienjarig bestaan van de coöperatieve beregeningsinstallatie te Someren’, Cultuurtechniek 4 (1966) 2-8.
Beleidsvoorstellen inzake de landinrichting in het gebied Volthe-De Lutte. Rapport uitgebracht door een commissie ad hoc uit de Centrale Cultuurtechnische Commissie (Utrecht 1971). |
P. van den Berg-Berkers en G. Klok, Cultuurtechniek en landinrichting (Groningen 1986). |
A.P. van den Berge, ‘De waterschappen in Nederland’, Intermediair 11 (1975) 14, 1-9. |
A.P. van den Berge, Waterschappen waargenomen (Delft 1987) 2e druk. |
J. Bergstra en W.D. Hengst, De windmotor als poldergemaal in Friesland (Sneek 1995). |
J.J. Boelens en E. Koning, Grondverbetering in de IJsselmeerpolders. Flevobericht nr. 267 (Lelystad 1986). |
P.J.M. van Boheemen, Ontwikkeling in de toepassing van beregening en bevloeiing tot 1983. Nota van het Instituut voor Cultuurtechniek en Waterhuishouding, Wageningen, no. 1629 (Wageningen 1985). |
L.H. Bouman, Ruilverkaveling. Praktijkuitgave (Zwolle 1958). |
A. van den Brink en A.H.N. Wakelkamp, ‘Urgentiebepaling van ruilverkavelingen in historisch perspectief’, Cultuurtechnisch Tijdschrift 26 (1986/87) 211-229. |
A. van den Brink, Structuur in beweging: het landbouwstructuurbeleid in Nederland 1945-1985. Wageningse Economische Studies 16 (Wageningen 1990). |
G.J. ter Brugge, ‘40 jaar Cultuurtechnische Dienst en de ruilverkaveling’, Themanummer 40 jaar Cultuurtechnische Dienst 1935-1975, Cultuurtechnisch Tijdschrift 15 (1975) 45-64. |
H.P. de Bruin ed., Het Gelders rivierengebied uit zijn isolement. Een halve eeuw plattelandsvernieuwing (Zutphen 1988).
Centrale Cultuurtechnische Commissie. Meerjarenplan voor ruilverkaveling en andere cultuurtechnische werken in Nederland, Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening (z.p. 1958). |
G.A. Coert, Drenthe en zijn waterschappen. Gedenkboek uitgegeven ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de Drentse waterschapsbond (Meppel 1984). |
G.A. Coert, Stromen en schutten, vaarten en voorden. Geschiedenis van de natte waterstaat in Drenthe 1291-1988 (Meppel en Amsterdam 1991). Commissie Onderzoek Landbouwwaterhuishouding Nederland TNO, De landbouwwaterhuishouding in de provincie Groningen; Friesland; Drenthe; Overijssel; Gelderland; Utrecht; Noord-Holland; Zuid-Holland; Zeeland; Noord-Brabant; Limburg; van Nederland ('s-Gravenhage 1958) 12 delen.
De invloed van den waterafvoer op het Nederlandsche landbouwbedrijf. Verslagen en Mededeelingen van de Directie van den Landbouw 1917, no. 1 ('s-Gravenhage, 1917). |
J. Dijk, C. Ploeger en M.W. Hoogeveen, Grondwateronttrekking door de land- en tuinbouw. Publicatie LEI/DLO, nr. 3.157 ('s-Gravenhage 1994). |
C. Disco en M.L. ten Horn-van Nispen, ‘Op weg naar een integraal waterbeheer’ in J.W. Schot e.a. eds., Techniek in Nederland in de twintigste eeuw (Zutphen 1998) deel I, 181-197. |
H. Donker, Water tussen Regge en Dinkel. Waterschapszorg in Twente tussen 1934-1984 (Almelo 1996).
Driekwart eeuw plattelandsgroei 1888-1963. Jubileumnummer van het Tijdschrift der Nederlandsche Heidemaatschappij (Arnhem 1963). |
J.R. Eulen, Ontwikkelingen in de beregening van het landbouwareaal. Rapport Dienst Binnenwateren/Riza, Rijkswaterstaat, nr. 86.48 (Lelystad 1986). |
H.F. Götz en C.J.M. Tak, Gemalen.... als het water deert (Delft 1995). |
N.H. Greve, R.T. de Boer en J. Groeneveld, ‘Inrichting van het landelijk gebied’, Heidemijtijdschrift 99 (1988) nr. 4, 149-165. |
J. Groeneveld, Veranderend Nederland. Een halve eeuw ontwikkeling op het platteland (Maastricht en Brussel 1985).
Grondverbetering. Waarom, hoe en met welke werktuigen. Ministerie van Landbouw en Visserij. Vlugschrift voor de landbouw, nr. 127 ('s-Gravenhage 1974). |
J. Haverkate, De boerenopstand van Tubbergen (Hengelo 1991).
Het stroomgebied van de Dommel 1863-1963 (Boxtel 1963). |
A. Horrowitz en A. Smit, ‘De ontwikkeling van de machinale buizendrainage in Nederland’, Cultuurtechniek 2 (1964) 34-40. |
A. Houttuyn-Pieper, Waarom werd de ruilverkaveling Arkemheen afgestemd? (Harderwijk 1959).
Jaarverslagen van de Cultuurtechnische Commissie en de Cultuurtechnische Dienst/Landinrichtingsdienst.
Jaarverslagen Unie van Waterschappen. |
P.J. de Jong ed., De Berkel beschouwd. Uitgegeven ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van het waterschap (Zutphen 1982). |
H.N. van Lier ed., Een bont patroon. Vijfendertig jaar cultuurtechniek (Wageningen 1981). |
H.W. Lintsen, ‘Van windbemaling naar stoombemaling; innoveren in Nederland in de negentiende eeuw’, Jaarboek voor de geschiedenis van bedrijf en techniek 2 (1985) 48-63. |
H.W. Lintsen, ‘Stoom en bemaling’ in H.W. Lintsen e.a. eds., Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890 (Zutphen 1993) deel IV, 131-148. |
D.R. Mansholt, Beschouwingen over een onderzoek naar de waterschapslasten in Nederland ('s-Gravenhage 1941). |
F.P. Mesu, ‘De watervoorziening ten behoeve van de Nederlandse landbouw’, Landbouwkundig Tijdschrift 63 (1951) 582-593. |
Ministerie van Landbouw en Visserij, Cultuurtechnische verhandelingen. Bewerking van de voordrachten gehouden in september 1966 op de B-cursus ‘Cultuurtechniek’ ('s-Gravenhage 1969). |
Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Omgaan met water; naar een integraal waterbeleid ('s-Gravenhage 1985). |
L. Monhemius, ‘Vijf eeuwen polderbemaling. Enkele grepen uit de geschiedenis van de strijd om droge voeten’, Land en Water 11 (1967) 181-187. |
P.C. van den Noort, ‘Het economisch nut van ruilverkavelingen’, Cultuurtechnisch Tijdschrift 24 (1985) 257-263.
Nota betreffende de relatie landbouw en natuur- en landschapsbehoud ('s-Gravenhage 1975). |
W.M. Otto, Grondverbetering op lage zandgronden (Wageningen 1959). |
J.M.A. Penders, ‘Wat betekent de waterbeheersing voor de landbouw?’, Landbouwvoorlichting 10 (1953) 441-454. |
T. Plakké, F.M. Post, W. Silva en W. van Starkenborch, ‘Integraal waterbeheer en de landbouw’, Bedrijfsontwikkeling 16 (1985) 160-166.
Rapport van de Commissie van Advies inzake aspecten van het kolonisatiebeleid ten aanzien van nieuwe domeingronden ('s-Gravenhage 1959). |
A. Reijmerink, Geestmerambacht, van vaarpolder tot rijpolder. Stichting voor Bodemkartering, rapport nr. 1261 (Wageningen 1977).
Ruilverkaveling, Verslagen en Mededeelingen van de Directie van den Landbouw 1925, no. 2 ('s-Gravenhage 1925). |
M. van Schendelen, Natuur en ruimtelijke ordening in Nederland.
Een symbiotische relatie (Rotterdam 1997). |
E. Schultz, Waterbeheersing van de Nederlandse droogmakerijen. Van zee tot land nr. 58 (Lelystad 1992). |
A.D. Smits, ‘De waterbeheersing ten behoeve van de landbouw’, Themanummer 40 jaar Cultuurtechnische Dienst 1935-1975.
Cultuurtechnisch Tijdschrift 15 (1975) 65-75. |
C.L. van Someren, Kort overzicht van de huidige stand van de drainagetechniek. Mededelingen no. 29 van de Cultuurtechnische Dienst Utrecht (Utrecht 1961). |
Th. Spek, F. David Zeiler en E. Raap, Van de Hunnepe tot de zee.
De geschiedenis van het Waterschap Salland. Publicaties van de IJsselakademie nr. 96 (Kampen 1996). |
P.H.M. Thissen, Heideontginning en modernisering, in het bijzonder in drie Brabantse Peelgemeenten 1850-1940 (Utrecht 1993). |
P.H.M. Thissen ‘Van heide tot boerenland en bos. Regionale verscheidenheid in heideontginningslandschappen 1850-1940’ in Werkgroep Symposium Cluverius ed., Jonge landschappen 1800-1940. Het recente verle- |
| |
| |
den in de aanbieding (Utrecht 1994) 21-37. |
Unie van Waterschappen, Graskarpers als onderhoudsmethode bij waterschappen ('s-Gravenhage 1987). |
G.P. van der Ven ed., Leefbaar laagland. Geschiedenis van de waterbeheersing en landaanwinning in Nederland (Utrecht 1996) 4e druk. |
R. Ver Loren van Themaat, De Oude IJssel; de veelzijdige rol van het water (Doetinchem 1966). |
R. de Visser, Het landschap van de landinrichting. Een halve eeuw landschapsbouw (Wageningen 1977). |
J.J. de Vries. ‘De ontwikkeling van de inzichten in de grondwater hydrologie in Nederland rond de eeuwwisseling’, Gewina: Tijdschrift voor de Geschiedenis der Geneeskunde, Natuurwetenschappen, Wiskunde en Techniek 3 (1980) 1-27. |
R. Wiebing en G.P. Wind, ‘Bodemverbetering in de Veenkoloniën’, Cultuurtechnisch Tijdschrift 18 (1979) 293-307. |
J.W. de Zeeuw, ‘Hoe draineerde men 100 jaar geleden’, Tijdschrift Vereniging Nederlandsche Heidemaatschappij 71 (1960) 11-14, 50-56 en 89. |
T.E.J. van Zeijts, General information on subsurface-drainage in the Netherlands. Rapport Landinrichtingsdienst (Utrecht 1978). |
T.E.J. van Zeijts, Introduction on land drainage in the Netherlands. Government Service for Land and Water Use, Information paper no. 14 (Utrecht 1990). |
T.E.J. van Zeijts, Sleufloze drainage. Hoe werkt dat?, Landinrichtingsdienst, Informatieblad no. 4 (Utrecht 1983?). |
Landbouw/hoofdstuk 5 t/m 8
Boeren met machines
|
Bedrijfsontwikkeling (1970-1984). |
J.J.A.M. Bruurs en C.J.M. Wijnen, De ontwikkeling van het tankmelken in Nederland. LEI publicatie no. 2.151 (Den Haag 1981). |
F. Coolman en J.M.G. van der Poel, Van gareel tot aftakas (Wageningen 1964). |
J. Crucq, C.P.M. Spigt en P.J.C.M. van der Vliet, Van tandwiel tot chip. Jubileumuitgave ter gelegenheid van 50-jarig bestaan vakblad Landbouwmechanisatie 1949-1999 (Wageningen 1999). |
F.H. Dodd ed., The mechanization and automation of cattle production. Proceedings of a symposium organized by The British Society of Animal Production and held at Harrogate in December 1977 (Reading 1980). |
H.M. Elema en E. Oosterhoff, Landbouwtractoren 1920-1950 (Doetinchem 1984). |
J. Frouws en J.D. van der Ploeg, Automatisering in de land- en tuinbouw. Een agrarisch-sociologische analyse (Wageningen 1988). |
A. Hadders, Historie van de maaidorser (Wageningen 1973). |
A. Hadders, De autotrekker (Wageningen 1976). |
A. Hadders, Van hekeldorsmachine tot maaidorser (Wageningen 1977). |
T. Jansson, The development of the milking machine. A historical review of the development of the milking machine with special reference to technical advances and improvements (Tumba 1973). |
Landbouwkundig tijdschrift (1926-1977). |
Landbouwmechanisatie (1950-2000). |
Landbouwvoorlichting (1953-1969). Voortgezet als: Bedrijfsontwikkeling. Maandblad voor de(n) landbouwvoorlichtingsdienst (1946-1952). Voortgezet als: Landbouwvoorlichting |
C.L.J. van der Meer, H. Rutten en N.A. Dijkveld Stol, Technologie in de landbouw. Effecten in het verleden en beleidsoverwegingen voor de toekomst ('s-Gravenhage 1991). |
J.L. Meij ed., Mechanization in agriculture (Amsterdam 1960). |
Om u te dienen. Het landbouwtechnisch onderzoek in Nederland in zijn ontwikkeling (Wageningen 1982). |
J.D. van der Ploeg, Landbouw als mensenwerk. Arbeid en technologie in de agrarische ontwikkeling (Muiderberg 1991). |
J.M.G. van der Poel, Honderd jaar landbouwmechanisatie in Nederland (Wageningen 1967 en 1983) 2e druk. |
J. Post en H. Rutten, ‘Technologiebeleid voor de Nederlandse landbouw’ in H.J. Silvis, L.H.G. Slangen en A.J. Oskam eds., Landbouwpolitiek tussen diagnose en therapie. Opstellen aangeboden aan prof. dr. ir. J. de Hoogh (Wageningen 1991). |
H. Rutten, Technical change in agriculture. A review of economic literature, with special reference to the role of prices. LEI-Onderzoeksverslag no. 45 ('s-Gravenhage 1989). |
H. Rutten, Productivity growth of Dutch agriculture 1949-1989. LEI-Mededeling no. 470 ('s-Gravenhage 1992). |
R. Stokvis, Ondernemers en industriële verhoudingen. Een onderneming in regionaal verband (1945-1985) (Assen en Maastricht 1989). |
R.A. de Widt, Landbouwmechanisatie. Economische en sociale aspecten van de mechanisatie van de landbouw in de Verenigde Staten van Noord-Amerika en Nederland (Zwolle 1955). |
P.H.L. Willemsens, De laatste melkbus. Opkomst, glorie en ondergang van een ‘ding van ijzer’, dagelijks gebruikt op de boerderij, op de melkwagen en in de zuivelfabriek (Zutphen 1989). |
G.J. Wisseling e.a., De melkveehouderij op nieuwe wegen. Een bundel artikelen en lezingen over de ontwikkeling van het moderne melkveehouderijbedrijf. LEI-Publicatie 3.49 ('s-Gravenhage 1974). |
Landbouw/hoofdstuk 9
Biotechniek - inleiding
|
A.F. Corcos en F.V. Monaghan, ‘Mendel's work and its rediscovery: a new perspective’, C.R.C. Critical Reviews in Plant Sciences 2 (1984) 197-212. |
J. Frost, Die Holländische Landwirtschaft. Ein Muster moderner Rationalisierung (Berlijn 1930). |
V. Orel, Gregor Mendel. The first geneticist (Oxford 1996). |
Schetsen van het landbouwbedrijf in Nederland ('s-Gravenhage 1912). |
B. Theunissen en R.P.W. Visser, De wetten van het leven. Historische grondslagen van de biologie 1750-1950 (Baarn 1996). |
Veenman's Agrarische Winkler Prins. Encyclopedie voor Landbouw, Tuinbouw en Bosbouw, 3 delen (Amsterdam en Brussel 1954-1957). |
Landbouw/hoofdstuk 10
De georganiseerde rundveeverbetering
|
D.H. van Adrichem Boogaert, De ontwikkeling van de Nederlandse rundveehouderij in deze eeuw. Een historisch overzicht over de periode tot 1970 (z.p. [1971]). |
N.J.M. van den Berg, A.T.P. Jansen en D.IJ. Kramer, Veehouderij (Culemborg 1986) 2e druk. |
A.T. Clason ed., Zeldzame huisdierrassen (Zutphen 1980). |
H.W.J. Dekker en K.P. Stapel, 100 jaar Koninklijke Vereniging Het Nederlandsche Rundvee-Stamboek 1874-1974 (z.p. 1976). |
S.W.J. van Dieten, ‘Ontwikkeling in de KI bij rundvee, KI-technisch bezien’, Bedrijfsontwikkeling 3 (1972) 137-142. |
J.M. Dijkstra, ‘De ontwikkeling van de hoogtematen van stamboekvee in Nederland’, Veeteelt- en zuivelberichten 7 (1964) 84-92. |
M. Felius, Rundvee - rassen van de wereld. Een systematische encyclopedie (Doetinchem 1995). |
A.F. Groen, K. de Groot, J.D. van der Ploeg en D. Roep, Stijlvol fokken. Een oriënterende studie naar de relatie tussen sociaal-economische verscheidenheid en bedrijfsspecifieke fokdoeldefinitie, Bedrijfsstijlenstudie 9 (Wageningen 1993). |
P. Grothe, Holstein-Friesian, een wereldras. Praktijkreeks Veehouderij (Doetinchem 1993). |
J. de Jong, Veehouderij (Culemborg 1979). |
P.C.M. Hoppenbrouwers, Een loopbaan in de landbouw. Twaalf portretten van markante figuren in agrarisch Nederland. Historia Agriculturae XXIII (groningen 1991). |
KI in Nederland ('s-Gravenhage 1954). |
A. Krijger, Reacties van Nederlandse melkveehouders op de superheffing (Utrecht 1991). |
J.H.M. Maas, C.J.M. Wijnen en C.J.M. Spierings, Landbouw. Atlas van Nederland, ('s-Gravenhage 1989) deel 10. |
| |
| |
C.H.J. Maliepaard e.a. eds., Rundvee (Amsterdam 1948).
‘Melkveehouderij’, Jaarboek voor de Zuivelbereiding uitgegeven door de Vereniging van oud-leerlingen der Rijkszuivelschool te Bolsward 8 (1947) 231-269. |
A.H. Nubé en R. Strikwerda eds., De veefokkerij in Friesland. Speciale uitgaaf naar aanleiding van het tachtigjarig bestaan der Vereniging: Het Friesch Rundvee-stamboek te Leeuwarden (Leeuwarden 1961). |
J.M.G. van der Poel, ‘Landbouw in de Noordelijke Nederlanden, 1770-1840’ in Algemene Geschiedenis der Nederlanden (Haarlem 1981) dl. 10, 159-182. |
R.D. Politiek, Doel en streven in de rundveefokkerij. Openbare les gehouden bij de aanvaarding van het ambt van lector in de Veeteelt aan de Landbouwhogeschool te Wageningen (Wageningen 1962). |
R.D. Politiek en M.P.M. Vos, ‘Veranderingen in de erfelijke aanleg voor de melkproduktie en het vetgehalte bij koeien in Friesland en Noord-Holland’, Landbouwkundig Tijdschrift 77 (1965) 36-49. |
M.S. Prescott e.a. eds., Holstein-Friesian History. Diamond Jubilee Edition-1960 (Lacona 1960).
Problematiek en perspectief van de melkveehouderij. Verslag van de studiegroep Melkveehouderij. Nieuwe Bedrijfssystemen in de Landbouw - Publikatie no. 9 (z.p. 1965). |
E.T. Roelofs, Erfelijkheid en fokkerij (Assen 1964) 6e druk. |
J. Siebenga, Zo denkt en schrijft Dr. Siebenga over de veehouderij (Leeuwarden 1968) 2e druk. |
K.P. Stapel, Rundveefokkerij. Groene reeks (Zutphen 1988). |
R. Strikwerda, Een eeuw Fries stamboekvee (Leeuwarden 1979). |
R. Strikwerda, Melkweg 2000 (Arnhem 1998). |
R. Strikwerda, ‘Begaafde en omstreden solist. Iman van den Bosch: grondlegger moderne stamboek halve eeuw geleden overleden’, Veeteelt 16 (1999) 30-33. |
R. Strikwerda en J.H. Bierma, FRS op weg naar straks (Leeuwarden 1984). |
Landbouw/hoofdstuk 11
De legkippenhouderij
|
B. van Asperen Vervenne, Het kunstmatig broeden en opfokken van kuikens (Doetinchem [1949]). |
J.F.E. Bläsing, Op het spoor van de Körver. Ontstaan, groei en transformatie van de Brabantse familieonderneming Hendrix' Fabrieken 1979/1930 bedrijfsgeschiedkundig bekeken (Leiden 1986). |
H.J. Blokhuis en D.A. Ehlhardt, ‘Huisvesting en welzijn van pluimvee’, Landbouwkundig Tijdschrift 97 (1985) nr. 6/7, 20-24. |
H. Dröge, N.S.P. de Groot en K.J. Poppe, ‘Bedrijfsresultaten, inkomensvorming en financiering in de Nederlandse landbouw 1946-1990’ in A.L.G.M. Bauwens e.a. eds., Agrarisch bestaan. Beschouwingen bij vijftig jaar Landbouw-Economisch Instituut (Assen en Maastricht 1990) 54-83. Het etagesysteem voor leghennen. Ontwikkeling en toetsing van een volièresysteem voor leghennen (1980-1987). Centrum voor Onderzoek en Voorlichting voor de Pluimveehouderij nr. 474 (Beekbergen 1988). |
M.Th. Frankenhuis, Over het ontstaan van de bedrijfspluimveehouderij (Doorn 1989).
Gedenkboek Coöperatieve Roermondse Eiermijn; uitgegeven ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan der C.R.E., 1904-1944 (Roermond 1948). |
R. Houwink Hzn, De hoenderrassen. Overzicht van alle bekende hoenderrassen in hunne vormen en kleuren, 4 delen (Assen 1909-1916).
Jaarverslagen van het Produktschap voor Pluimvee en Eieren. |
E.H. Ketelaars, Historie van de Nederlandse pluimveehouderij. Van kippenboer tot specialist (Barneveld 1992). |
M.T. Knibbe, ‘De opkomst van de intensieve pluimveeteelt in Nederland 1890-1930’, Tijdschrift voor Sociaalwetenschappelijk Onderzoek van de Landbouw 10 (1995) 55-75.
De legpluimveehouderij, ABN Brancheschets (Amsterdam 1988). |
D. Minkema, De erfelijke basis van de fokkerij (Culemborg 1966). |
W. Muilwijk, Hen moet zich ‘kiplekker’ voelen. Verslag van een onderzoek naar het effect van verschillende bezettingsdichtheden in het etagesysteem voor leghennen (Beekbergen 1988). |
W. Noorlander, ‘De geschiedenis van het kunstmatig broeden’, De Bedrijfspluimveehouder 30 (1953), februari-nummer. |
P.J. Wijk Pzn en W.J.D. Veenemans, Pluimveehouderij (Zwolle 1968) 12e druk. |
Landbouw/hoofdstuk 12
Tarweveredeling en tarweteelt
|
N.H.H. Addens, Zaaizaad en pootgoed in de Nederlandse landbouw (Wageningen 1952). |
J.D. Bekius, E.G. Kloosterman, H. Zingstra en J. Gernler eds., Geert Veenhuizen - 18 november 1857-30 januari 1930. Gedenkschrift uitgegeven ter gelegenheid van de honderdste geboortedag van Geert Veenhuizen, pionier der aardappelkwekers (Wageningen 1957). |
G.D.H. Bell, ‘The history of wheat cultivation’ in F.G.H. Lupton ed., Wheat breeding. Its scientific basis (Londen en New York 1987).
Beschrijvende rassenlijst der landbouwgewassen (Wageningen 1924-..). |
S. Broekhuizen, ‘De bakwaarde van onze inheemse tarwerassen, onderzoeksmethoden en resultaten’, Voeding 11 (1950) 254-268. |
A. Darwinkel, Teelt van wintertarwe. Teelthandleiding nr. 76. Praktijkonderzoek voor de Akkerbouw en Vollegrondsgroenteteelt (Lelystad 1997). |
L.T. Evans, Crop evolution, adaption and yield (Cambridge 1993). |
L.T. Evans, Feeding the Ten Billion. Plants and population growth (Cambridge 1998). |
H.W.G. Floot, ‘Geïntegreerde teelt van wintertarwe’, Jaarboek 1993/94. Verslagen van afgesloten onderzoeksprojecten op de regionale onderzoekscentra en het PAVG (Lelystad 1994) 71-75. |
L. Groenewegen, ‘Ervaringen met multilinerassen en perspektieven van mengsels’, Zaadbelangen 32 (1978) 370-375. |
H. de Haan, Vijf en twintig jaren rassenlijst (Wageningen 1949). |
H. de Haan, Vijftig jaren Instituut voor Plantenveredeling der Landbouwhogeschool (Wageningen 1962). |
H. de Haan, ‘Wheat breeding in the Netherlands’ Euphytica 6 (1957) 149-160. |
J.A.H. Haenen, Teelt van wintertarwe. Teelthandleiding nr. 23 (Lelystad 1987). |
J.A. de Jong, De teelt van granen (Drachten 1986). |
J. Jongerden en G. Ruivenkamp, Patronen van verscheidenheid. Een verkennend onderzoek naar de afname van agro-diversiteit in Nederland en naar diverse initiatieven om agro-biodiversiteit binnen en buiten agro-industriële produktieketens te bevorderen (Wageningen 1996). |
H. Maat, ‘De veredeling van tarwe in Nederland’, NEHA-Jaarboek voor economische, bedrijfs- en techniekgeschiedenis 61 (1998) 86-120. |
J.H. Mansholt, ‘De veredeling onzer graangewassen’, Landbouwkundig Tijdschrift 4 (1896) 187-208 en 228-236. |
W.C. van der Meer en P.A. van den Ban, Bijzondere plantenteelt (Zwolle 1956) 11e druk. |
Edm. Nicolas, Over graan, meel en brood (Zeist 1976).
Plantenveredeling. Cahiers Bio-Wetenschappen en Maatschappij 13 (1988) nr. 1. |
P. Priester, Geschiedenis van de Zeeuwse landbouw, circa 1600-1910. AAG Bijdragen 37 (Wageningen 1998). |
J.Z. ten Rodengate Marissen, Bijzondere Plantenteelt. Deel I, Het bouwland (Groningen 1907). |
Vaclav Smil, ‘Global population and the nitrogen cycle’, Scientific American 277 (1997) nr. 7, 58-63.
‘De Tarwewet 1931’ in Beknopt overzicht van de totstandkoming en werking van de landbouw-crisiswetgeving in Nederland vanaf 1929 ('s-Gravenhage 1938) deel 2. |
G.M.J. Verhaegen, Rationeele broodvoorziening in Nederland (Leiden 1942). 25 jaar IVRO Wageningen (Wageningen 1967). |
N.M. de Vos en J. Sinke, ‘De vooruitgang in de opbrengst bij wintertarwe in de periode 1940-1980’, Bedrijfsontwikkeling 12 (1981) 615-618. |
H.A.M. van der Vossen, Public- and private-sector partnership in the Netherlands' seed industry. Asia and Pacific Seed Association; Technical Report no. 14. Proceedings of the Asian Seed '96 Conference (Djakarta 1996). |
| |
| |
O. de Vries, ‘Kwaliteit en bakeigenschappen van tarwe. Overzicht van de resultaten van de Technische Tarwe Commissie’, Landbouwkundig Tijdschrift 45 (1933) 857-879. |
J.S.C. Wiskerke, Zeeuwse akkerbouw tussen verandering en continuïteit. Een sociologische studie naar diversiteit in landbouwbeoefening, technologie-ontwikkeling en plattelandsvernieuwing (Wageningen 1997). |
J.C. Zadoks, ‘Disease and pests shifts in modern wheat cultivation’ in E.J. Gallagher ed., Cereal production. Proceedings of the Second International Summer School in Agriculture held by the Royal Dublin Society in cooperation with W K Kellogg Foundation (Londen 1984) 237-244. |
J.C. Zadoks, ‘Landbouw tussen oecologie en economie’ in K. Bakker e.a. eds., Inleiding tot de oecologie (Utrecht en Antwerpen 1985) 375-421. |
A.C. Zeven, Landraces and improved cultivars of bread wheat and other wheat types grown in the Netherlands up to 1944 (Wageningen 1990). |
A.C. Zeven, ‘The traditional inexplicable replacement of seed and seed ware of landraces and cultivars’, Euphytica 48 (1999) 181-191. |
Landbouw/hoofdstuk 13
Gewasbescherming
|
N.H.H. Addens, Zaaizaad en pootgoed in de Nederlandse landbouw (Wageningen 1952). |
J.T. Andringa, Grondontsmetting op zavel- en kleigrond. Rapport van de Begeleidingscommissie van de grondontsmetting op zavel- en kleigrond (Wageningen 1977). |
K.J. Blokker, Computergesteunde voorlichting. Een decisiegericht voorlichtingskundig onderzoek naar Epipre en andere geautomatiseerde informatiesystemen in de landbouwvoorlichting (Wageningen 1984). |
J.A. de Bokx e.a. eds., 100 jaar Virologie in Wageningen. Voordrachten gehouden tijdens een nationaal symposium op 15 en 16 april 1982 te Wageningen. Themanummer van Gewasbescherming. Mededelingenblad van de Nederlandse Planteziektenkundige Vereniging 13 (1982) nr. 4/5. |
L. Bos, ‘Gewasbescherming, een voor Nederland nieuw begrip’, Gewasbescherming; mededelingenblad van de Nederlandse Planteziektenkundige Vereniging in samenwerking met de Coördinatiecommissie Onkruidonderzoek NRLO 2 (1971) 1-9. |
C.J. Briejèr, Zilveren sluiers en verborgen gevaren. Chemische preparaten die het leven bedreigen (Leiden 1967). |
Rachel Carson, Silent spring (New York 1962). |
J. Dekker, ‘De geschiedenis van de gewasbescherming’ in Maatschappelijke Aspekten van Gewasbescherming. Symposium ter gelegenheid van het 75-jarig jubileum van de Plantenziektenkundige Dienst (Wageningen 1974) 9-22. |
J. Dekker, ‘Jan Carel Zadoks, Professor in Ecological Plant Pathology, Wageningen Agricultural University’, Netherlands Journal of Plant Pathology 99 (1993) Supplement 3, 7-18; |
L.T. Evans, Feeding the Ten Billion. Plants and population growth (Cambridge 1998). |
P. Gruys, J.C. van Lenteren, J.E. Parlevliet, P.C. Scheepens en J.C.J. van Zon, ‘Oecologische achtergronden van plagen en hun bestrijding’ in K. Bakker e.a. eds., Inleiding tot de oecologie (Utrecht en Antwerpen 1985) 465-492. |
M.J. Hijink, ‘Grondslagen van de ontsmettingstechniek in de akkerbouw’, Bedrijfsontwikkeling 1 (1970) nr. 6, 37-42. |
M.J. Hijink en H.M. Nollen, ‘Ontwikkeling van en perspectieven voor de chemische grondontsmetting’, Landbouwkundig Tijdschrift 89 (1977) nr. 2, 48-54. |
M. Hoogerkamp en H. Naber, ‘Enkele aspecten van de geschiedenis van de onkruidbestrijding’, Gewasbescherming 25 (1994) 156-162.
Iets over het werk van de N.A.K. (Wageningen 1949). |
G. Fiske Johnson, ‘The early history of copper fungicides’, Agricultural History 9 (1935) 67-79. |
J.A. de Jong, Algemene gewasbescherming (Culemborg 1983).
Landbouw zonder spuit? Geïntegreerde bestrijding van insektenplagen in de landbouw (Wageningen, Amsterdam en Antwerpen 1980). |
I. van Leeuwen-Pannekoek, K. Reinink en F.H. van Rijsdijk, Epipre 1982. Achtergrond informatie (Lelystad 1982). |
J.C. van Lenteren, ‘Biologische bestrijding van plagen’, Landbouwkundig Tijdschrift 96 (1984) 22-23. |
J.C. van Lenteren, ‘Heeft de chemische plaagbestrijding zijn langste tijd gehad?’, Tijdschrift voor Diergeneeskunde 111 (1986) 679-689. |
J.C. van Lenteren en J. Woets, ‘Biological and integrated pest control in greenhouses’, Annual Review of Entomology 33 (1988) 239-269.
Leven met insekten. Het onderzoek naar een geïntegreerde bestrijding van plagen (Wageningen 1969). |
P.M.A. Millardet (Translated by Felix John Schneiderhan), The discovery of Bordeaux mixture (1885). Phytopathological Classics no. 3 (Ithaca 1933).
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Meerjarenplan Gewasbescherming ('s-Gravenhage 1992). |
E.-C. Oerke, H.-W. Dehne, F. Schönbeck A. Weber, Crop production and crop protection. Estimated losses in major food and cash crops (Amsterdam 1994). |
A.J.P. Oort, ‘Heden en toekomst van de fytopathologie in Nederland’, Netherlands Journal of Plant Pathology 72 (1966) 88-109. |
M. Oostenbrink, Het aardappelaaltje (Heterodera rostochiensis Wollenweber), een gevaarlijke parasiet voor de eenzijdige aardappelcultuur. Verslagen en Mededelingen van de Plantenziektenkundige Dienst te Wageningen no. 115 (Wageningen 1950). |
G. Ordish, The constant pest. A short history of pests and their control (Londen 1976).
De organisatie, het doel en de werkwijze van de Nederlandse Algemeene Keuringsdienst (Wageningen 1936). |
A.J. Oskam, H. van Zeijts, G.J. Thijssen, G.A.A. Wossink en R. Vijftigschild, Pesticide use and pesticide policy in the Netherlands. Wageningse Economische Studies 26 (Wageningen 1992). |
J.H. Perkins, Insects, experts and the insecticide crisis. The quest for new pest management strategies (New York en Londen 1982). |
G.E. Peterson, ‘The discovery and development of 2,4-D’, Agricultural History XLI (1967) 243-253. |
J.M.G. van der Poel, ‘Ceramiek contra schadelijke dieren’, Antiek 12 (1978) 752-756. |
E.P. Russell III, ‘The strange career of DDT. Experts, federal capacity, and environmentalism in World War II’, Technology and Culture 40 (1999) 770-796. |
R.W. Stubbs, ‘Twintig jaar bestrijding van gele roest in tarwe in Nederland’, Gewasbescherming. Mededelingenblad van de Nederlandse Plantenziektenkundige Dienst 8 (1977) 35-44. |
J. de Wilde, ‘Het wisselend aspect van het onderzoek naar de bestrijding van plagen in de Nederlandse landbouw sinds 1891’, Netherlands Journal of Plant Pathology 72 (1966) 127-145. |
D. van der Zaag, Die gewone aardappel. Geschiedenis van de aardappel en de aardappelteelt in Nederland (Wageningen 1999). |
J.C. Zadoks, ‘De gewasbescherming op de korrel’ in H. van der Molen e.a. eds., Omstreden landbouw. Bijdragen over technische en ecologische aspecten van de Nederlandse landbouw in de naoorlogse tijd (Utrecht en Antwerpen 1978). |
J.C. Zadoks, ‘Landbouw tussen oecologie en economie’ in K. Bakker e.a. eds., Inleiding tot de oecologie (Utrecht en Antwerpen 1985) 375-421. |
J.C. Zadoks, ‘Epipre, a computer-based decision support system for pest and disease control in wheat; its development and implementation’, Plant Disease Epidemiology 2 (1989) 3-39. |
J.C. Zadoks, ‘A hunderd years and more of plant protection in the Netherlands’, Netherlands Journal for Plant Pathology 97 (1991) 3-24. |
J.C. Zadoks, Speurtocht naar duurzaamheid. Verleden, heden en toekomst van de gewasbescherming. Rede, uitgesproken ter gelegenheid van de 75e Dies Natalis van de Landbouwuniversiteit 9 maart 1993 (Wageningen 1993). |
J.C. Zadoks, Modern crop protection: developments and perspectives (Wageningen 1993). |
J.C. Zadoks, ‘Gewasbescherming een wetenschap?’, Gewasbescherming 25 (1994) 83-91. |
J.C. Zadoks, Munt of Kruis. Bespiegelingen over 50 jaren gewas en gewasbescherming. Haarlemse voordrachten LV (Haarlem 1995). |
| |
| |
| |
Voeding
Voeding/hoofdstuk 1 t/m 4
Voeding in verandering
Nieuwe producten, schakels en regimes 1890-1920
Prelude op de consumptiemaatschappij in voor- en tegenspoed 1920-1960
Naar variatie en gemak 1960-1990
|
W. Abel, Stufen der Ernährung. Eine historische Skizze (Göttingen 1981). |
D.E. Aldershoff, ‘Tijdbesteding aan de zorg voor voeding’, Voeding 46 (1985) 208-213. |
M.S.C. Bakker, ‘Techniek en voeding in verandering’, in H.W. Lintsen e.a. eds., Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890 (Zutphen 1992) deel 1. |
C. Banning, De voeding te Zaandam in 1929-1930 (Zaandam 1931). |
H. Baudet en H. van der Meulen, ‘Food consumption and welfare’ in H. Baudet en H. van der Meulen eds., Consumer behaviour and economic growth in the modern economy (Londen en Canberra 1982). |
A. Beardsworth en T. Keil, Sociology on the menu. An invitation to the study of food and society (London en New York 1997). |
W.J. Beek, History of research and engineering in Unilever 1911-1986 (Intern rapport Unilever 1996). |
Henk van den Belt e.a., Functional foods. Van dilemma naar beleid (Wageningen 1999). |
Marja Berendsen, Worden aardappeleters pasta-eters? Scriptie (Rotterdam 1997). |
J. Bieleman, Geschiedenis van de landbouw in Nederland 1500-1950 (Wageningen 1992). |
Ypie Blauw e.a. ed., Van de grond naar de mond; 25 jaar vakgroep humane voeding (Wageningen 1994). |
E.J. Bouw, Van blikslagers, vleesblikken en biervaten. Een studie over de Nederlandse plaatverwerkende emballage-industrie 1919-1950 (Amsterdam 1967). |
J. Breedveld en J.H. Post, De economische betekenis van de landbouw en de voedingsmiddelenindustrie in de jaren tachtig (Den Haag 1985). |
T. van den Briel-van Ingen, ‘Beknopte geschiedenis van de voedingswetenschap in Nederland’, Voeding 44 (1983) 160-169. |
J.D. Brinksma, Slachterijen, vleeswarenindustrie en visverwerkingsinrichtingen (Zeist 1994). |
S. Bruin, Proceskunde en procesinnovatie. Inaugurele rede (Wageningen 1975). |
S. Bruin, L. Gersons en E.H.M. Greuell, Leergang voedingsmiddelen van grondstof tot consument (Zeist 1983). |
L. Burema, De voeding in Nederland van de middeleeuwen tot de twintigste eeuw (Assen 1953). |
J. Burnett, Plenty and want. A social history of diet in England from 1815 to the present day (London 1985 (1966)). |
John Burnett en Derek J. Oddy eds., The origins and development of food policies in Europe (London en New York 1994). |
J.M. Dalgleish, Freeze-drying for the food industries (London 1990). |
Y.K. van Dam, C. de Hoog en J.A.C. van Ophem, Eten in de jaren negentig: reflecties op gemaksvoeding (Wageningen 1994). |
M. Dendermonde, Hoe wij het rooiden. De veenkoloniale aardappelboer en zijn industrie (Veendam 1979). |
J. Farkas, ‘Voedseldoorstraling in mondiaal perspectief’ in H. Labots, H.J. Beckers e.a. eds., Voedselconservering door straling (Leiden en Maastricht 1985). |
B.P.A. Gales en K.E. Sluyterman, ‘Outward bound. The rise of Dutch multinationals’ in G. Jones en H.G. Schröter eds., The rise of multinationals in continental Europe (Hants 1993) 65-98. |
S. Giedion, Mechanization takes command. A contribution to anonymous history (New York en Londen 1975 (1948)). |
L. Ginjaar, ‘Waarom heeft Nederland een voedsel- en voedingsbeleid nodig?’, Voeding 41 (1980) 19-22. |
David Goodman en Michael Redclift, Refashioning nature. Food, ecology and culture (London en New York 1991). |
J.R. Goody, Cooking, cuisine and class. A study in comparative sociology (Cambridge 1982). |
J.J.A.M. Gorisse, ‘Van confiture tot jam - van keukenwerk naar fabrieksproduct 1750-1950’, Industriële archeologie 9 (1989) 2-21. |
J. van der Haar (m.m.v. M.E. de Ruiter), De geschiedenis van de Landbouwuniversiteit Wageningen (Wageningen 1993). |
A.P. den Hartog, ‘De beginfase van het moderne voedselpatroon in Nederland. Voedsel en voeding in de jaren 1850-1914 - een verkenning’, Voeding 41 (1980) 334-342 en 348-357. |
A.P. den Hartog ed., Food, technology, science and marketing. European diet in the twentieth century (East Linton 1995). |
A.P. den Hartog e.a., Nieuwe voedingsmiddelen. Biotechnologie, novel en functional foods (Utrecht 1994). |
A.P. den Hartog, ‘Vegetables as part of the Dutch food culture. Invention of a tradition?’ in H.J. Teuteberg, G. Neumann en A. Wierlacher, Essen und kulturelle Identität. Europäische Perspektiven (Berlin 1997). |
C. den Hartog e.a., Nieuwe voedingsleer (Utrecht 1988) negende druk. |
J.G.A.J. Hautvast en R.J.J. Hermus, ‘Een voedsel- en voedingsbeleid in Nederland: bestrijding van de gevolgen van de welvaart’, Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 123 (1979) 939-944 en 975-985. |
L. van Hoepen ed., Van veertig zegenrijke melkjaren 1908-1948. Gedenkboek van de vereniging voor melkindustrie en zuivelhygiëne ('s-Gravenhage 1948). |
L. van Hoepen, Vijfentwintig jaar wetenschap in de zuivelbereiding (Ede 1973). |
I. Hogema en I. van der Padt, Ruytermeisjes en Verkadevrouwen (Schiedam z.j.). |
H.Ph. Hondelink, ‘Van kleine nering tot grootwinkelbedrijf. Schets van de geschiedenis van de Nederlandse detailhandel: 1850 - heden’ in Historische bedrijfsarchieven, Detailhandel (Amsterdam 1993). |
E.S. Houwaart, De hygiënisten. Artsen, staat en volksgezondheid in Nederland 1840-1990 (Maastricht 1991). |
G. Huis in 't Veld ed., Voedsel: produktie, samenstelling, afzet, consumentenbelang (Amsterdam 1983).
Instituut voor Bewaring en Verwerking van Tuinbouwproducten, 25 jaar IBVT 1936-1961 (Wageningen 1961). |
D. Jacobs e.a., De economische kracht van Nederland. Een toepassing van Porters benadering van de concurrentiekracht van landen (Den Haag 1990). |
J.L. de Jager, Arm en rijk kunnen bij mij hun inkopen doen. De geschiedenis van Albert Heijn en Koninklijke Ahold (Baarn 1995). |
J. Jobse-van Putten, Eenvoudig maar voedzaam. Cultuurgeschiedenis van de dagelijkse maaltijd in Nederland (Nijmegen 1995). |
J. Jobse-van Putten, ‘“Met nieuwen tijd komt nieuw (w)eten.” Invloed van het voedingsonderricht op de Nederlandse voedingsgewoonten, ca. 1880-1940’, Volkskundig Bulletin 13 (1987) 1-29. |
J. Jobse-van Putten, Van pekelvat tot diepvrieskist. Interviews en beschouwingen over de huishoudelijke conservering op het Nederlandse platteland in de eerste helft van de twintigste eeuw (Amsterdam 1989). |
J.A. de Jonge, ‘Agrarisch bedrijf’ in Algemene Geschiedenis der Nederlanden (Bussum 1978) deel 13. |
J.A. de Jonge, De industrialisatie in Nederland tussen 1850 en 1914 (Nijmegen 1976 (1968)). |
W.M.F. Jongen, Op functionele wijze naar een gezonde toekomst. Inaugurele rede Landbouwuniversiteit 27 april 1995 (Wageningen 1995). |
W.M.F. Jongen, A.R. Linnemann en M. Dekker, ‘Productkwaliteit uitgangspunt bij aansturen product(ie)technologie vanuit keten’, Voedingsmiddelentechnologie 26 (1996) 11-15. |
W.M.F. Jongen e.a., Consumentgestuurde technologie-ontwikkeling: van wenselijkheid naar haalbaarheid en doeltreffendheid bij produktie van levensmiddelen, NRLO (Den Haag 1997). |
I. Jonker, Huisvrouwenvakwerk. 75 jaar Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen (Baarn 1987). |
| |
| |
Harmke Kamminga en Andrew Cunningham eds., The science and culture of nutrition, 1840-1940 (Amsterdam en Atlanta 1995). |
H. Kanis en A.H. Scholten, De consumentenbeweging als professionele klant. Onderzoek naar de invloed van de consument op produktontwikkeling ('s-Gravenhage 1988). |
R. Keuning, Innovatie in de levensmiddelenindustrie. Markt of technologie? Inaugurele rede Landbouwuniversiteit 2 november 1989 (Wageningen 1989). Kleine kroniek van een bewogen eeuw (Koog aan de Zaan: Honig 1967). |
A. de Knecht-van Eekelen, ‘Een halve eeuw voedingsonderzoek in de spiegel van het tijdschrift Voeding’, Voeding 50 (1989) 330-333. |
A. de Knecht-van Eekelen en A.H. van Otterloo, ‘De groenteconservenindustrie en de verandering van het consumptiepatroon in Nederland’, Erfgoed van industrie en techniek 6 (1997) nr. 2. |
H. Knippenberg en B. de Pater, De eenwording van Nederland. Schaalvergroting en integratie sinds 1800 (Nijmegen 1988). |
P.A. Koolmees, Symbolen van openbare hygiëne. Gemeentelijke slachthuizen in Nederland 1795-1946 (Rotterdam 1997). |
P. Kriele, De Gruyter's snoepje van de week ('s-Hertogenbosch 1992). |
I. Kuijpers, Een stille revolutie. De Nederlandse arbeidersbeweging en de overheid 1914-1920 (Utrecht 1996). |
P.A.M. Lakatos en R.M. van Kralingen, Naar 1990: een kwestie van tijd en geld. Verandering van de Nederlandse samenleving in 45 trends (Amsterdam en Brussel 1985). |
G.A. de Lange e.a. eds., Huishouding, voorlichtingen wetenschap: 50 jaar Stichting voor Huishoudelijke en Consumentenvoorlichting - HVP ('s-Gravenhage 1985). |
T. Langenhuyzen, Van concurrentie naar eenheid. Aspecten van de geschiedenis van Hartog's en Zwanenberg's fabrieken en de Unilever Vleesgroep Nederland te Oss (Oss 1988). |
H.A. Leniger, ‘De betekenis en de ontwikkeling in de levensmiddelenindustrie’, Conserva 16 (1968) 228-232. |
H.A. Leniger, Schets van de voedingsmiddelenindustrie: verleden, heden, toekomst (Wageningen 1980). |
H.A. Leniger, ‘Het voedingsmiddelenonderzoek in Nederland: organisatie, aard en omvang’, Voedingsmiddelentechnologie 11 (1978) 21-29. |
H.A. Leniger, G.J. Vervelde en H.V.F.M. van Hapert, Conservering van levensmiddelen: voordrachten gehouden tijdens de A-cursus georganiseerd door het Koninklijk Genootschap voor Landbouwwetenschap en het Nederlands Instituut van Landbouwkundig Ingenieurs van 15 tot en met 17 januari 1963 (Wageningen 1963). |
Harvey A. Levenstein, Revolution at the table. The transformation of the American diet (New York en Oxford 1989). |
Harvey A. Levenstein, Paradox of plenty. A social history of eating in modern America (New York en Oxford 1991). |
J. van Lieshout, Het kan wel op al is het lekker. Het dagelijks leven van kleine man tot Jan Modaal, zichtbaar gemaakt in 50 jaar reclame (Bussum 1980). |
H.W. Lintsen e.a. eds., Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890 (Zutphen 1992) deel I. |
R. Lotgering-Hillebrand, ‘Gezonde voeding’ in Nederlands gezinsboek (Amsterdam 1935/1938). |
Stephen Mennell, All manners of food. Eating and taste in England and France from the Middle Ages to the present (Oxford 1985). |
S. Mennell, A. Murcott en A. van Otterloo, The sociology of food. Eating, diet and culture (London en Delhi 1992). |
H. van der Meulen, ‘Nederlanders en hun voeding 1852-1977’, in Economisch Sociaal-Historisch Jaarboek 48 (Den Haag 1985) 48-70. |
G. Minderhoud, De Nederlandse landbouw (Haarlem 1952). |
S.W. Mintz, Sweetness and Power. The place of sugar in modern history (Harmondsworth 1986). |
I. Montijn, Aan tafel! Vijftig jaar eten in Nederland (Utrecht en Antwerpen 1991). |
J.J.R. Moquette, Onderzoekingen over volksvoeding in de gemeente Utrecht. Proefschrift (Utrecht 1907). |
F.L. van Muiswinkel en C.J. Berk eds., Het kruideniersbedrijf. Een studie over het kruideniersbedrijf in Nederland (Amsterdam 1951). |
Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek, N.V. Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek Delft: de ontwikkeling der onderneming in zestig jaren 1870-1930 (Delft 1930). |
TNO, Een kwart eeuw TNO. Gedenkboek bij de voltooiing van de eerste 25 jaar werkzaamheid van de organisatie TNO op 1 mei 1957 (Den Haag 1957). |
A.J. Nooitgedagt, Wat is de Keuringsdienst van Waren? (Nijmegen z.j.). |
Ruth Oldenziel en Carolien Bouw eds., Schoon genoeg. Huisvrouwen en huishoudtechnologie 1898-1998 (Nijmegen 1998). |
Dr. J.F. van Oss, Warenkennis en technologie (Amsterdam 1927) 3e druk. |
A.H. van Otterloo, ‘The development of public distrust in modern food technology in the Netherlands. Professionals, laymen and the Consumer's Union’ in A.P. den Hartog ed., Food, technology, science and marketing. European diet in the twentieth century (East Linton 1995) 253-268. |
Anneke H. van Otterloo, Eten en eetlust in Nederland 1840-1990. Een historisch-sociologische studie (Amsterdam 1990). |
J.H. Post en A. Pronk, ‘Enkele ontwikkelingen in de Nederlandse voedings- en genotmiddelenindustrie in de periode 1973-1985’, Voedingsmiddelentechnologie (1986) 19, 19-23. |
A. Prins en P. Walstra, Naar onze smaak... Inaugurele redes Landbouwhogeschool 16 november 1978 (Wageningen 1978). |
Magnus Pyke, Synthetic Food (London 1970). |
Magnus Pyke, Technological eating or where does the fish-finger point? (London en Southampton 1972). |
Ali de Regt, Arbeidersgezinnen en beschavingsarbeid. Ontwikkelingen in Nederland 1870-1940 (Meppel en Amsterdam 1984). |
Lucas Reijnders en Rob Sijmons, Voedsel in Nederland. Gezondheid, bedrogen vergif (Amsterdam 1973). |
R.B.M. Rigter, Met raad en daad. De geschiedenis van de gezondheidsraad, 1902-1985 (Rotterdam 1992). |
F.J. Roling en F.D. Tollenaar, ‘VMT honderd jaar. Een eeuw voorlichting voor bedrijfsleven, onderwijs en wetenschap’, Voedingsmiddelentechnologie 28 (1995) 92-94. |
A.J.M. Roobeek, Een race zonder finish. De rol van de overheid in de technologiewedloop (Amsterdam 1988). |
Guido Ruivenkamp, De invoering van biotechnologie in de agro-industriële produktieketen. De overgang naar een nieuwe arbeidsorganisatie (Utrecht 1989). |
Gerard Rutte en Josee Koning, De supermarkt, 50 jaar geschiedenis (Baarn 1998). |
A.M. Ruolf, ‘Schaalvergroting in de levensmiddelenindustrie’, Conserva 17 (1969) 273-276. |
B.H. Sajet en W. Polak, Eene voedings-enquête in den mobilisatietijd (Amsterdam 1916). |
Catherine Salzman, ‘Margriet's advies aan de Nederlandse huisvrouw. Continuïteit en verandering in de culinaire geschiedenis van Nederland 1945-1975’, Volkskundig Bulletin 11 (1985) 1-27. |
J.C.M. Schogt en W.J. Beek, De toekomst van onze voedingsmiddelenindustrie (Amsterdam en Brussel 1985). |
Peter Scholliers, Arm en rijk aan tafel. Tweehonderd jaar eetcultuur in België (Berchem 1993). |
N. Schouten, Plantaardige olie- en margarine-industrie (Zeist 1994). |
W. Schreurs, Collectieve reclame in Nederland (Leiden 1991). |
W. Schreurs, Geschiedenis van de reclame in Nederland (Utrecht 1989). |
M. Schrover, ‘Cooking up women's work: women workers in the Dutch food industries’ in G. de Groot en M. Schrover, Women workers and technological change (London 1995) 170-192. |
M. Schrover, ‘De Fiva als bijzondere variant van collectieve verticale prijsbinding, 1928-1975’ in Neha jaarboek 1996 (Amsterdam 1996) 292-329. |
M. Schrover, ‘“Gij zult het bokje niet koken in de melk zijner moeder”. Joodse ondernemers in de voedings- en genotmiddelenindustrie’ in H. Berg, Th. Wijsenbeek en E. Fischer eds., Venter, fabriqueur, fabrikant. Joodse ondernemers en ondernemingen in Nederland 1796-1940 (Amsterdam 1994) 160-190. |
M. Schrover, Het vette, het zoete en het wederzijds profijt.
Arbeidsverhoudingen in de margarine-industrie en de cacao- en chocolade- |
| |
| |
industrie in Nederland 1870-1960 (Hilversum 1991). |
M. Schrover, Voedings- en genotmiddelenindustrie. Een geschiedenis en bronnenoverzicht (Amsterdam 1993). |
H.J. Slijper, Handelsonderwijs, technologie en warenkennis (Purmerend 1923). |
K.E. Sluyterman en H.J.M. Winkelman, ‘The Dutch family firm confronted with Chandler's dynamics of industrial capitalism, 1890-1940’ in Business History 35 (1993) 152-183. |
G.G. Smit, Het landbouwhuishoudonderwijs in Nederland. Ontstaan, ontwikkeling en betekenis (Den Haag 1966). |
H.A.M. Snelders, De geschiedenis van de scheikunde in Nederland (Amsterdam 1977). |
A.J.C. Snijders, Onze voedingsmiddelen (Zutphen 1896). |
Sociaal en Cultureel Planbureau, Sociaal en cultureel rapport 1998 (Rijswijk 1998). |
B. Speet, Keuringsdienst van waren 1911-1986: vijf en zeventig jaar inzet voor volksgezondheid en eerlijkheid in de handel (Haarlem 1989). |
F.A. Steensma, Voedingsleer. Populaire voordrachten over voeding en stofwisseling van den mensch (Amsterdam 1909). |
J.H. van Stuijvenberg, Honderd jaar margarine 1869-1969 ('s-Gravenhage 1969). |
Geoff Tansey en Tony Worsley, The food system: a guide (London 1995). |
F.J. Tempel, ‘De levensmiddelensector van Unilever’. Rede gehouden in de algemene vergadering van aandeelhouders (Rotterdam, 29 april 1964). |
H.J. Teuteberg ed., Durchbruch zum modernen Massenkonsum (Münster 1987). |
H.J. Teuteberg en G. Wiegelmann, Der Wandel der Nahrungsgewohnheiten unter dem Einfluss der Industrialisierung (Göttingen 1972). |
H.A.C. Thijssen, ‘Stimulering van gerichte produkt- en procesontwikkeling in de Nederlandse voedingsmiddelenindustrie dringend gewenst’, Voedingsmiddelentechnologie 11 (1978) 21-25. |
S. Thorne, The history of food preservation (Cumbria 1986). |
K. Tjepkema, Dat is 't Kondensfabryk. Een halve eeuw coöperatieve condensindustrie in Friesland (Leeuwarden 1963). |
G.M.T. Trienekens, Tussen ons volk en de honger. De voedselvoorziening 1940-1945. Proefschrift (Wageningen 1985). |
Chantal Vancoppenolle, Tussen paternalistische zorg en zakelijk management. C.J. Honig als eindpunt van persoonsgericht sociaal ondernemersgedrag in een Zaans familiebedrijf (1930-1957) (Amsterdam 1993). |
Hans Veldman, Eric van Royen en Frank Veraart, Een machtige schakel in de Nederlandse land- en tuinbouw. De geschiedenis van Cebeco-Handelsraad 1899-1999 (Eindhoven 1999). |
G.P.J. Verbong, ‘Techniek en wetenschap: een siamese tweeling’ in Jaarboek voor de geschiedenis van bedrijf en techniek 7 (1990) 9-34. |
I. Vledder, E. Houwaart en E. Homburg, ‘Particuliere laboratoria in Nederland. Deel 1: opkomst en bloei 1865-1914’, in Neha jaarboek voor economische, bedrijfs- en techniekgeschiedenis 62 (1999) 249-290. |
J.J. Voskuil, ‘De verspreiding van koffie en thee in Nederland’, Volkskundig Bulletin 14 (1988) 68-93.
Geert de Vries, Nederland verandert. Sociale problemen in de jaren tachtig en negentig (Amsterdam 1992). |
S. de Vries, Waar of niet? Vijftig jaar Warenwet 1919-1969 ('s-Gravenhage 1969). |
W. Wennekes, De aartsvaders. Grondleggers van het Nederlandse bedrijfsleven (Amsterdam en Antwerpen 1993). |
C.W. Willinge Prins-Visser, ‘Conserveren van levensmiddelen op het platteland’, Mededelingen van de landbouwhogeschool Wageningen/Nederland 56 (1956) nr. 2. |
Ch. Wilson, Geschiedenis van Unilever: een beeld van economische groei en maatschappelijke verandering ('s-Hertogenbosch 1984) 2 delen. |
Ch. Wilson, Unilever in de tweede industriële revolutie 1945-1965 ('s-Hertogenbosch 1984). |
J.L. van Zanden, Een klein land in de twintigste eeuw. Economische geschiedenis van Nederland 1914-1995 (Utrecht 1997). |
Peter Zwaal, Frisdranken in Nederland. Een twintigste-eeuwse productgeschiedenis (Rotterdam 1993). |
Voeding/hoofdstuk 5
Ingrediënten, toevoegingen en transformatie: heil en onheil
|
R.D. Apple, Vitamania. Vitamins in American Culture (New Brunswick 1996). |
Warren J. Belasco, Appetite for change. How the counterculture took on the food-industry 1966-1988 (New York en Toronto 1989). |
H. A Boekenoogen, ‘Vijftig jaren levensmiddelentechnologie in Nederland’, Chemisch Weekblad 50 (1954) 65-70. |
T. van den Briel-van Ingen, ‘Beknopte geschiedenis van de voedingswetenschap in Nederland’ Voeding 44 (1983) 160-169. |
J. Claassen, Tussen neus en lippen (Baarn 1995). |
Consumentenbond, Consumentenadditievengids (Den Haag 1996).
Rietje C.E. van Dam-Mieras (red.), Eten en weten: moderne biotechnologie en voedselproduktie (Heerlen 1991). |
H. Deelstra e.a., Vreemde stoffen in onze voeding (Kapellen 1996). |
A.M. van der Ham, Additieven in ons voedsel, verloedering of vooruitgang? (Den Haag 1986). |
C. den Hartog e.a., Nieuwe voedingsleer (Utrecht 1988). |
G. Huis in 't Veld ed., Voedsel. Productie, samenstelling, afzet, consumentenbelang (Amsterdam 1983). |
J. Kamsteeg en M.I.A. Baas, E=Eetbaar? Alle e-nummers en de belangrijkste overige additieven (Haarlem 1988).
Konsumenten Kontakt, Additievenwijzer. Alles wat u moet weten over kleur-, geur-, smaakstoffen en conserveermiddelen in voedsel (Utrecht 1992). |
G. van Maanen en M. de Boo eds., Sporen van Wageningen. Een greep uit 75 jaar onderzoek van de landbouwuniversiteit 1918-1993 (Wageningen 1993). |
A.H. van Otterloo, ‘The development of public distrust in modern food technology in the Netherlands. Professionals, laymen and the Consumer's Union’ in A.P. den Hartog ed., Food, technology, science and marketing. European diet in the twentieth century (East Linton 1995) 253-268. |
A.H. van Otterloo, ‘De herleving van de beweging voor natuurlijk en gezond voedsel’, Sociologisch Tijdschrift 10 (1983) 507-545. |
L. Reijnders, R. Sijmons e.a., Voedsel in Nederland. Gezondheid, bedrog en vergif (Amsterdam 1973). |
J.F. Reith, Wat eten wij? Over natuurlijke en bewerkte levensmiddelen (Zaltbommel 1956). |
Hanke Schoor, Er staat niet wat er staat. Over voedsel, verpakking, reclame (Amsterdam 1984). |
M. Stasse-Wolthuis en A.C. Douwes eds., Eten als medicijn: voeding met anti-oxydanten (Houten en Diegem 1995). |
M. Stasse-Wolthuis en J.G.A.J. Hautvast, Voedselveiligheid. Van teelt tot consument (Alphen a/d Rijn en Brussel 1989). |
Voeding/hoofdstuk 6
De witte motor
|
H. Albrecht, Hoe voedt men zuigelingen (Arnhem 1879). |
C. Banning, De voeding te Zaandam in 1929/1930 (Zaandam 1931). |
L.V. Bartels, De onmisbare. De koe en haar enorme invloed op de mens (Bedum 1989). |
W.J. van den Bremen, Verandering en continuïteit. Een studie over de dynamiek in en van de ruimtelijke organisatie van de bedrijvigheid met speciale aandacht voor het stelsel van melkverwerking in het ruraal-urbaan spanningsveld in Nederland (Groningen 1977). |
P.B. Defares, G.N. Kema en J.J. van der Werff, Schoolmelk en intellectuele prestaties: onderzoek naar het effect van schoolmelkgebruik op intellectuele prestaties (Assen 1967). |
J.C. Dekker, Zuivelcoöperaties op de zandgronden in Noord-Brabant en Limburg, 1892-1950. Overleven door samenwerking en modernisering, een
|
| |
| |
mentaliteitsstudie (Tilburg 1996). |
M.J.L. Dols en J. Sevenster, Productie en bestemming van melk in Nederland. Een landbouweconomische studie (Rotterdam 1950). |
‘Van fragmentarisch onderzoek tot NIZO’, Misset's Zuivelbereiding en -Handel 61 (1955) 23, 523-525. |
J. Gewin, ‘Over natuurlijke voeding’, Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde 54 IIA (1910) 426-438. |
E. Gorter, De voeding van gezonde en zieke zuigelingen (Leiden 1929) 6e druk, 354. |
A.P. den Hartog, Diffusion of milk as a new food to tropical regions: the examples of Indonesia, 1880-1942 (Wageningen 1986). |
L. van Hoepen, Van veertig zegenrijke melkjaren 1908-1948 (Bussum 1948). |
H.M.J.S. de Holl, Ik kan koken (Leiden 1911). |
D.B. Jelliffe en E.F.P. Jelliffe, Human milk in the modern world (Oxford, New York en Toronto 1978). |
J.H.P. Jonxis, ‘Almiron-A, een nieuwe zoete zuigelingenvoeding’, Voedingsnieuws 6 (1955) 7-10. |
A. de Knecht-van Eekelen, Naar een rationele zuigelingenvoeding. Voedingsleer en kindergeneeskunde in Nederland 1840-1914 (Nijmegen 1984). |
Koninklijke Nederlandse Zuivelbond (FNZ), Melk in Nederland. Grepen uit de wordingsgeschiedenis van de Nederlandse Zuivel (Den Haag 1980). |
‘De kwaliteit van melk’, Misset's ‘Zuivel’ 69 (1963) 22, 488-493. |
L.P. van der Mijll-Dekker en Chr. Engel, ‘Het gehalte van gesteriliseerde flessenmelk aan vitamines A, B1, B2 en C tijdens bewaring onder verschillende omstandigheden’, Voeding 13 (1952) 152-155. |
‘De Nederlandse zuivel zag vooruit’, Conserva 6 (1957) 2, 28-33. |
C.F. Roosenschoon, Een wandeltocht door 75 jaar zuivelgeschiedenis (Den Haag 1975). |
W. Schreurs, Collectieve reclame in Nederland (Leiden 1991). |
J.G. Termorshuizen, Het consumentengedrag met betrekking tot melk (Wageningen 1982). |
I.H.J. Vos, De melkvoorziening van Amsterdam (Amsterdam 1918). |
C.H. Wagenaar Hummelinck, ‘De fabricage van gecondenseerde melk’, Economist 35 I (1886) 262-274. |
W. Wennekes, De vaders van Nutricia ‘De min van Nederland’ (Abcoude 1991). |
P. Willemsen en K. de Wit, De bakermat van de Nederlandse Zuivelindustrie (Zutphen 1995). |
Zuivelproblemen van vandaag en morgen doorgelicht’, Misset's ‘Zuivel’ 64 (1958) 46, 1009. |
Voeding/hoofdstuk 7
Verpakking
|
15 jaar Nederlands Verpakkings Centrum (Den Haag 1968). |
20 jaar Nederlands Verpakkings Centrum (Den Haag 1973). |
H. Beer, ‘Het pasteuriseren van melk in flesschen’, Weekblad voor Hygiëne 2 (1906) 115-117. |
F.A.A. Boons, Produkten in ketens. Een instutionele analyse van de substitutie van PVC-leidingen en melkverpakkingen (Tilburg 1995). |
M. Boot, A. van Gaevenitz, F. Huygen en T. de Vries, De eerste plastic eeuw. Kunststoffen in het dagelijks leven (Den Haag 1981). |
E.J. Bouw, Van blikslagers, vleesblikken en biervaten (Amsterdam 1976). |
F. Christen en L. Nagelsmit, ‘Beter af met de fles? Eenmalige versus meermalige melkverpakking’, Economisch-statistische Berichten (1981) 1194-1198. |
H.M. Clark, The tin can book (New York 1977). |
R.O. Fock en E.H.L. Oosthuys eds., 100 jaar Verkade, 1886-1986 (Wormer 1986). |
A.P. den Hartog, ‘Serving the urban consumer: the development of modem food packaging with special reference to the milk bottle’ in A.P. den Hartog ed., Food, technology, science and marketing. European diet in the twentieth century (East Linton 1995) 248-268. |
V. Hentzepeper, ‘Actieve verpakkingen: verlengde houdbaarheid bij constante kwaliteit’, Food Management 16 (1998) 23-24. |
V. Hentzepeper, ‘Blik klaar voor millenium-switch’, Food Management 16 (1998) 26-27. |
A. de Knecht-van Eekelen en A. van Otterloo, ‘Diffusion of glass preserved food in the Dutch food pattern 1945-1995’ in M. Schärer and A. Fenton eds., Food and Material Culture (East Linton 1998). |
J.M. Kooijman, Verpakken van voedingsmiddelen. Een ketenbehandeling (Groningen 1996). |
C.H. de Korte, ‘Glas als verpakking van levensmiddelen’, Voedingsmiddelentechnologie 7 (1974) 22. |
M. Kroef en N. Bavelaar, ‘Conserven Schoondergang: het hardlopertje bleek een doodlopertje’ in De kunst van het bewaren, Industrieel Erfgoed Leiden (Leiden 1992). |
L.G.W. van der Loo, ‘Kunststof flessen voor het verpakken van gepasteuriseerde en gesteriliseerde melk (2)’, Voedingsmiddelentechnologie 1 (1970) 428-476 en 472-479. |
F. Lox, Verantwoorde Verpakking (Antwerpen 1983). |
J. Mol, Van melkinrichting tot levensmiddelenfabriek', Voeding 41 (1980) 166-172. |
L. Nagelsmit, Melk en Melkverpakking (Den Haag 1975). |
L. Nagelsmit, ‘Melkverpakking en milieuverontreiniging’, Verpakken in de Zuivelindustrie (Den Haag 1975), NVC Seminar Noordwijkerhout 1975. |
J.F. van Oss, ‘Glas en aardewerk’ in J.F. van Oss ed., Warenkennis en technologie (Amsterdam 1927). |
‘PVC op terugtocht in verpakking van voedingsmiddelen’, Consumentengids 39 (1991) 260-262. |
S. Sacharov en R.C. Griffin, Food packaging: A guide for the supplier, processor and distributor (Westport, Connecticut 1970). |
J. Soetens, In glas verpakt. Kunst, kitsch en koopmanschap (z.p. 1999). |
F.J. Tempel, Verpakking (Rotterdam 1965), rede gehouden op 28 april 1965. |
J.G. Termorshuizen, Het consumentengedrag met betrekking tot melk (Wageningen 1982). |
T. van Veen en R. ten Klooster, ‘25 jaar verpakken. Evolutie van een onmisbaar marketingtool’, Tijdschrift voor Marketing 26 (1992) 4, 58-64.
Verenigde Glasfabrieken, Melkverpakking en Consument (Schiedam 1965). |
J. Verhoeven, ‘Nederlands Verpakkings Centrum viert jubileum. Veertig jaar interactie met de verpakkingsmarkt’, Missets Pakblad 15 (1993) 16.
Verpakking in het centrum, 10 jaar Nederlands Verpakkings Centrum (Den Haag 1963). |
R. Vijfwinkel, ‘Tieleman en Dros in verduurzaamde levensmiddelen’ in C.B.A. Smit en H.D. Tjalsma, Leids Fabrikaat (Utrecht 1990) 31-44. |
V.T. van Vilsteren, ‘Looking over the brewer's shoulder’ in R.E. Kistemaker en V.T. van Vilsteren eds., Beer! The story of Holland's favourite drink (Amsterdam 1994). |
W.H. Weddepohl, ‘Verpakking en milieu’, Voedingsmiddelentechnologie 22 (1990) 11, 39. |
J.C. Westerman, Blik in het verleden. Geschiedenis van de Nederlandse blik-industrie in hare opkomst van gildeambacht tot grootbedrijf (Amsterdam 1939). |
C. Wilson, Unilever in de tweede industriële revolutie ('s-Gravenhage 1968). |
P. Zwaal, Frisdranken in Nederland. Een twintigste eeuwse productgeschiedenis (Rotterdam 1993). |
Voeding/hoofdstuk 8
Koelen en vriezen
|
100 jaar Grasso (z.p.z.j). |
125 jaar industriële innovatie (z.j.z.p). |
Conservering van Visch door Kunstmatige Koude, medelingen en verslagen van de visserij-inspectie nr. 25 ('s-Gravenhage 1919). |
‘De aanvoer van Noors IJs in Nederland, Koeltechniek 4 (1933) 4. |
H. Baudet, Een vertrouwde wereld. 100 jaar innovatie in Nederland (Amsterdam 1978). |
J. Duiker, Hoogbouw 1930. Herdruk met een nawoord van Manfred Bock (Amsterdam 1981). |
J. Faber, Notitie jam fabrieken. Ongepubliceerd manuscript (z.p. december 1998). |
| |
| |
A.G.U. Hindebrandt, ‘De economische betekenis van de Nederlandsche Zeevisscherij’, Economisch-Statistische Berichten 26 (1941) 580-583. |
T. van Hiele, ‘“Snelvriezen” van tuinbouwproducten’, Voeding 1 (1940) 174. |
G. Hirschfeld, Bezetting en collaboratie. Nederland tijdens de oorlogsjaren 1940-1945 (Bloemendaal 1991). |
J.L. de Jager, Arm en rijk kunnen bij mij hun inkopen doen (Baarn 1995). |
J. Jobse-van Putten, Van pekelvat tot diepvrieskist (Amsterdam 1989). |
J.F.H. Koopman, ‘De koeltechniek in Groot-Nederland’, De Ingenieur 34 (1922) 733-735. |
H.D. Lindner, De economie van het Derde Rijk. 1933-1945; een overzicht (ongepubliceerde doctoraalscriptie, Erasmus Universiteit Rotterdam, 1983, studierichting geschiedenis). |
P.J.J. Mounier, ‘Amerika bereidt een revolutie in de voedselindustrie voor’, Natuur en techniek 1 (1931) 73-74. |
A.W. Reinink en J.G. Vermeulen, IJskelders. Koeltechnieken van weleer (Nieuwkoop 1981). |
Hans Schippers, ‘Bier’ in H.W. Lintsen e.a. eds., Geschiedenis van de techniek in de negentiende eeuw (Zutphen 1992) dl. 1 199-205. |
H.J. Onnes, ‘De snelvriesindustrie in de Verenigde Staten’, Economisch-Statistische Berichten 26 (1941) 304-307. |
H.J. Onnes, ‘De snelvriesconservenindustrie in Duitschland’, Economisch-Statistische Berichten 26 (1941) 319-321. |
H.J. Onnes, ‘Nederland's positie ten opzichte van de ontwikkeling der snelvriesconservenindustrie’, Economisch-statistische Berichten 26 (1941) 390-392. |
‘A.J.A. Ottesen’, Koeltechniek 7 (1936) 97-98. |
H.J. Teuteberg, ‘History of cooling and freezing techniques and their impact on nutrition in twentieth century in Germany’ in A.P. den Hartog, Food technology, science and marketing: European diet in the twentieth century (East Lothian 1995) 51-65. |
K.H. Tusenius, ‘Bevroren visch’, Koeltechniek 8 (1937) 15-16. |
K.H. Tusenius, ‘De N.V. Vereenigde IJsfabrieken en het koelhuis Frigo te IJmuiden’, De Ingenieur 43 (1931) A 193-A 197. |
Ch. Wilson, Unilever 1945-1965 (Den Haag 1968) drie delen. |
Voeding/hoofdstuk 9
Snacks
|
60 jaar IJsfabriek Van Scheijndel (Apeldoorn 1995). |
H. Baudet, Een vertrouwde wereld. 100 jaar innovatie in Nederland (Amsterdam 1968). |
Gordon F. Bloom, Problems in marketing new textured protein products (Cambridge 1974). |
Frans Bovenkerk, Anne Eijken en Wiesje Bovenkerk-Teerink, Italiaans IJs. De opmerkelijke historie van Italiaanse ijsbereiders in Nederland (Meppel 1983).
‘Brunch mikt op andere gebruiksmomenten’, Melkeiwit Magazine (1984) 4, 1-3. |
Y.K. van Dam, C. de Hoog en J.A.C. van Ophem eds., Eten in de jaren negentig. Reflecties op voeding (Delft 1994). |
K. van Dijk, ‘Procedure voor produktontwikkeling’,
Voedingsmiddelentechnologie 3 (1972) 34/35, 179-180.
‘De graastrend doet ook in Nederland haar intrede’,
Voedingsmiddelentechnologie (1989) 26, 20-21. |
R.E. Gentry en E.M. Connolly, Fabricated Foods (Stanford 1969). |
A.P. den Hartog, ‘Eten buitenshuis. Ontwikkelingen van voedingsgewoonten buiten het huishouden’, Voeding 50 (1989) 282-286 en 311-317. |
J.C. Hesen, ‘De verwerking van aardappelen tot chips’, Voedingsmiddelentechnologie 2 (1971) 13, 13. |
T. van der Hoff en C. de Graaf, ‘Gemaksvoedsel niet zonder meer ongezond’, Voeding 54 (1993) 10, 20-25. |
Annemarie de Knecht-van Eekelen, ‘Eten is kiezen. Armenvoedsel en Hollands welvaren’ in J.J. van Binsbergen e.a. eds., Voedingskroniek 1998 (Houten en Diegem 1997).
1929-1959. Nederlandsche Bond van Consumptie-IJsbereiders en Patates Fritesbakkers. Gedenkboek ter gelegenheid van het dertigjarig bestaan (z.p. 1959). |
F.H. Offerhaus en H.Th. de Hilster, ‘De productontwikkeling procedure bij Calvé-De Betuwe NV’, Voedingsmiddelentechnologie 3 (1972) 34/35, 181-182. |
Anneke van Otterloo and Cathy Salzman, ‘The taste of the Netherlands and the boundaries of the Nation State’, Mededelingsblad en verzamelde opstellen - periodiek voor voedingsgeschiedenis, streekgastronomie en toerisme 13 (1995) 2/3, 7-15. |
W.J. Poolen, Snackbar of de dualiteit van het vet (ongepubliceerde doctoraalscriptie, Universiteit van Amsterdam, 1993, studierichting sociologie). |
Pim Reinders, Consumptie-ijs in Nederland. Vijftig jaar Nederlandse ijsindustrie (Zoetermeer 1999). |
Pim Reinders, Een Coupe speciaal. De wereldgeschiedenis van het consumptie-ijs (Amsterdam 1999).
‘De “Romya '38”’, Koeltechniek (1938) 3, 23. |
Alec Shuldener, ‘From automatic restaurants to automatieks: a comparison of the American and Dutch uses of the automat’, paper gepresenteerd tijdens de SHOT (Society for the History of Technology) conferentie in oktober 1998.
‘Snacks in Europa: aardappelchips blijven heersen’,
Voedingsmiddelentechnologie (1989) 13, 9.
‘Snoepen, snacken en stemmingen’, Eindhovens Dagblad van 27-11-1999. |
A. Stafleu en M. Kuilman, ‘Een trend met positieve en negatieve gezondheidsaspecten’, Voeding 59 (1998) 6, 19-23. |
A. Stafleu, M. Kuilman en J.H. den Breejen, ‘Consumptie van tussendoortjes: op vele punten verschillen’, Voeding 59 (1998) 7/8, 19-23. |
Sanne Terlouw,...en thans, mijne dames en heren: proefwerk drop (Leiden 1992). |
Lex Veldhoen en Jan van den Ende, Technische Mislukkingen (Rotterdam 1995). |
Hans Veldman, Eric van Royen en Frank Veraart, Een machtige schakel in de Nederlandse land- en tuinbouw. De geschiedenis van Cebeco-Handelsraad, 1899-1999 (Eindhoven 1999). |
E.M. de Wolf, ‘Graasprodukt moet gezond, smakelijk en gemakkelijk zijn’, Voedingsmiddelentechnologie (1995) 3, 28-30. |
E.M. de Wolf, ‘Grazer verruilt koek en snoep voor hartig tussendoortje’, Voedingsmiddelentechnologie (1995) 1/2, 23. |
E.M. de Wolf, ‘Hoe meer maaltijden, hoe gezonder?’, Voeding 56 (1995) 7/8, 24-25. |
U. Zuiderveld, Snacks & ijs. Snelle happen in de lage landen (Winterswijk en Doetinchem 1999). |
U. Zuiderveld, Snelle hap. De geschiedenis van de Nederlandse cafetaria- en fastfoodsector (Doetinchem 1995). |
Voeding/hoofdstuk 10
Voeding opnieuw ter discussie
|
H. van den Belt, H. te Molden en N. Aarts, Functional foods. Van dilemma naar beleid (Wageningen 1999).
Consumentenbond, Een eerlijke kijk op biologische voeding (Utrecht en Antwerpen 1999). |
Rietje C.E. van Dam-Mieras ed., Eten en weten: moderne biotechnologie en voedselproduktie (Heerlen 1991). |
A.P. den Hartog, A. van der Heijden e.a., Nieuwe voedingsmiddelen. Biotechnologie, novel en functional foods (Utrecht 1994). |
W.M.F. Jongen, Op functionele wijze naar een gezonde toekomst. Inaugurele rede Landbouwuniversiteit 27 april 1995 (Wageningen 1995). |
J.G.A.J. Hautvast, Renaissance in de voedingswetenschap? Diesrede Landbouwuniversiteit 9 maart 1994 (Wageningen 1994). |
|
|