Techniek in Nederland in de twintigste eeuw. Deel 1. Techniek in ontwikkeling, waterstaat, kantoor en informatietechnologie
(1998)–A.A.A. de la Bruhèze, H.W. Lintsen, Arie Rip, J.W. Schot– Auteursrechtelijk beschermdJ.W. Schot, H.W. Lintsen, A. Rip en A.A. Albert de la Bruhèze (red.), Techniek in Nederland in de twintigste eeuw. Deel 1. Techniek in ontwikkeling, waterstaat, kantoor en informatietechnologie. Stichting Historie der Techniek, z.p. [Eindhoven] / Walburg Pers, Zutphen 1998
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Techniek in Nederland in de twintigste eeuw. Deel 1. Techniek in ontwikkeling, waterstaat, kantoor en informatietechnologie onder redactie van J.W. Schot, H.W. Lintsen, A. Rip en A.A. Albert de la Bruhèze uit 1998.
redactionele ingrepen
De eindnoten zijn in deze digitale editie direct bij de bijbehorende nootverwijzingen geplaatst. De volgende pagina’s zijn hierdoor komen te vervallen: 351, 352, 353, 354, 355, 356, 357, 358, 359, 360, 361, 362, 363, 364, 365, 366, 367, 368, 369, 370, 371, 372, 373, 374, 375.
Het erratum is in deze digitale versie doorgevoerd in de lopende tekst. De opgave ervan staat in dit colofon.
p. 15: de afbeeldingsbeschrijving is in deze digitale versie als onderschrift bij de bijbehorende afbeelding op pagina 14 geplaatst.
p. 211: de afbeeldingsbeschrijving is in deze digitale versie als onderschrift bij de bijbehorende afbeelding op pagina 210 geplaatst.
p. 20: eindnoot ‘20’ heeft in de lopende tekst geen nootverwijzing. In deze digitale versie is de noot alsnog geplaatst.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (10, 350, 376) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina 1]
Techniek in Nederland in de twintigste eeuw
[pagina 2]
TECHNIEK IN NEDERLAND IN DE TWINTIGSTE EEUW
I | TECHNIEK IN ONTWIKKELING
WATERSTAAT KANTOOR EN INFORMATIETECHNOLOGIE |
II | DELFSTOFFEN
ENERGIE CHEMIE |
III | LANDBOUW
VOEDING |
IV | TRANSPORT
COMMUNICATIE |
V | HUISHOUDEN
MEDISCHE TECHNIEK |
VI | STAD
BOUW INDUSTRIËLE PRODUCTIE |
VII | TECHNIEK EN MODERNISERING
BALANS VAN DE TWINTIGSTE EEUW |
Redactie | |
Hoofdredactie | dr. J.W. Schot (programmaleider), prof. dr. ir. H.W. Lintsen (voorzitter), prof. dr. A. Rip (vice-voorzitter), dr. A.A. Albert de la Bruhèze (secretaris) |
Leden | dr. E.M.L. Bervoets, dr. J. Bieleman, dr. ir. A.J. Bogers, ir. J.E. Bourdrez, dr. C. Disco, dr. ir. J.C.M. van den Ende, drs. B.P.A. Gales, dr. E. Homburg, prof. dr. E.S. Houwaart, dr. R. Oldenziel, dr. A.H. van Otterloo, drs. E.J.G. van Royen, prof. dr. E.R.M. Taverne, dr. ir. G.P.J. Verbong, dr. W.O. de Wit. |
[pagina 3]
Techniek in Nederland in de TWINTIGSTE EEUW
I
TECHNIEK IN ONTWIKKELING
WATERSTAAT
KANTOOR EN INFORMATIETECHNOLOGIE
STICHTING HISTORIE DER TECHNIEK
WALBURG PERS
[pagina 4]
Deze uitgave kwam tot stand mede dankzij financiële steun van het Prins Bernhard Fonds.
Copyright samenstelling: © Stichting Historie der Techniek 1998
Licentie voor deze uitgave: © Walburg Pers 1998
Het auteursrecht op de afzonderlijke teksten berust bij de betreffende auteurs of rechthebbenden, p/a Walburg Pers, Zutphen
Verantwoording van de illustraties. Getracht is de rechthebbenden van de afbeeldingen te achterhalen. Zij die menen alsnog aanspraak te maken op zekere rechten, worden verzocht contact op te nemen met de Stichting Historie der Techniek.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij electronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet 1912 juncto het besluit van 20 juni 1974, Stb. 351 zoals gewijzigd bij Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 artikel 17 Auteursrecht 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 882, 1180 AW Amstelveen). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.
Vormgeving binnenwerk: Piet van Meijl
Vormgeving omslag: Rob Buschman, bNO
Druk: Drukkerij Lecturis BV, Eindhoven
ISBN DEEL I 90.5730.036.2
ISBN DEEL I t/m VII 90.5730.037.0
[pagina 5]
Organisatie van het overzichtswerk Techniek in Nederland in de twintigste eeuw
(Juli 1998)
Algemeen Bestuur Stichting Historie der Techniek
Dagelijks bestuur
ir. F.E. Mathijsen Gerst, voorzitter, Koninklijk Instituut van Ingenieurs; prof. drs. A.A. Kampfraath, vice voorzitter, Koninklijk Instituut van Ingenieurs; ir. D.W. Heuff, penningmeester, Koninklijk Instituut van Ingenieurs; ir. P. van Duursen, Koninklijk Instituut van Ingenieurs; ir. A. Hamburger, Koninklijk Instituut van Ingenieurs; prof. dr. ir. G.J. Wormmeester, Koninklijk Instituut van Ingenieurs
Leden
prof. dr. H. Baudet, Technische Universiteit Delft; |
ir. H.P.A.W. Berkelaar, Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel |
ir. G. Blom, Rijkswaterstaat; |
prof. dr. A. Bosman, Nederlands Genootschap voor Informatica; |
prof. dr. G. Dijkstra, Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging; Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen; |
G.L.J. Huyser, Nederlandse Vereniging voor Management NIVE; |
prof. drs. J. van Londen, (Voorlopige) Raad voor de Volksgezondheid. |
ir. H. Klaassen, Koninklijk Instituut van Ingenieurs; |
ir. L.W.A. Maas, Koninklijk Instituut van Ingenieurs; |
dr. J.R. ter Molen, Bataafsch Genootschap der Proefondervindelijke Wijsbegeerte; |
H.J. Neeleman R.A., Nederlands Economisch Historisch Archief; |
dr. ir. F. Schutte, Universiteit Twente; |
ir. M.C. van Veen, Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen; |
ir. E. Warners, Afdeling voor Geschiedenis der Techniek, KIvI; |
B. van der Weg, Industriebond FNV; |
dr. ir. H.G.J. de Wilt, Technische Universiteit Eindhoven; |
prof. ing. W.C.L. Zegveld, Nederlandse Ingenieursvereniging NIRIA |
Subsidiegevers onderzoek
ABN-AMRO Bank NV; Akzo Nobel NV; Atag Holding NV; Ballast Nedam NV; Belastingdienst Automatiseringscentum; Berenschot Informatica; Cap Gemini Nederland BV; Catherine Elisabeth Stichting; Cebeco-Handelsraad; Centrum voor Wiskunde en Informatica; CSM NV; DHV Milieu en Infrastructuur BV; Dow Benelux NV; NV DSM; ECT; EMON; Energieonderzoek Centrum Nederland; EnergieNed; Exxon Chemical Holland BV; Fluor Daniel BV; Gasunie; Gastec NV; Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam; Getronics NV; Gist Brocades BV; Hoechst Holland NV; Hoek Loos BV; Hollandsche Beton Groep NV; Hoogewerff Fonds; IBM Nederland NV; ICI Holland BV; ING Bank NV; Kadaster; KEMA Nederland BV; Kinetics Technology International b.v.; KIvI; KIvI afdeling Kerntechniek; Koninklijke Ahold NV; Koninklijke BolsWessanen NV; Koninklijke Boskalis Westminster NV; Koninklijke Volker Stevin NV; KPN Telecom; Landbouw Universiteit Wageningen; Het Koninklijke NIVRA; Ministerie van Economische Zaken; Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium; Nationale Investeringsbank NV; NBM-Amstelland NV; NCR; Nederlandse Aardolie Maatschappij; Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk onderzoek (NWO); NOREA; NOVEM; NWO/Gebiedsbestuur Geesteswetenschappen; Onderzoeksschool Wetenschap, Techniek en Moderne Cultuur; Oranje-Nassau Groep BV; Origin BV; Philips Medical Systems Nederland BV; Philips International BV; Prins Bernhard Fonds; N.W. Posthumus Instituut; Rabobank Nederland; Raytheon Engineers & Constructors BV; Rijksuniversiteit Groningen; Rijkswaterstaat; NV Samenwerkende Elektriciteits-Produktiebedrijven; NV Luchthaven Schiphol; Shell Nederland BV; Simac Techniek NV; Stichting Exploitatie Nederlandse Staatsloterij; Stichting Laura-fonds; Stichting VSB FONDS; Stork Engineers & Contractors b.v.; Technische Universiteit Delft; Technische Universiteit Eindhoven; Technologiestichting STW; TNO; Unilever; Unisys Nederland NV; Universiteit van Amsterdam; Universiteit Maastricht; Universiteit Twente; Van der Schroeff Bibliotheek; Verbond van Handelaren in Chemische Producten en 28 lid-ondernemingen; Vrije Universiteit Amsterdam; Waterloopkundig Laboratorium.
Hiernaast kent de Stichting Historie der Techniek individuele donateurs.
Technisch advies
ir. G.J. Arends, deel waterstaat; |
prof. dr. ir. W.J. Beek, deel voeding; |
dr. ir. A.J. Bogers, deel industriële productie; |
ir J. de Bruijn, deel bouw; |
ir. H. Engel, deel waterstaat; |
ir. A.G.A. Everts, deel delfstoffenwinning; |
prof. dr. ir. P.M.E.M. van der Grinten, deel chemie; |
prof. ir. C. de Jong, deel communicatie; |
ir. C. Kramer, deel medische techniek; |
prof. J.M. van Oorschot, deel kantoor en informatietechnologie; |
ir. J.J. Pilon, deel waterstaat; |
ir. A.C. Sjoerdsma, deel energie |
[pagina 6]
Redactie
Hoofdredactie
dr. J.W. Schot (programmaleider), prof. dr. ir. H.W. Lintsen (voorzitter), prof. dr. A. Rip (vice-voorzitter), dr. A.A. Albert de la Bruhèze (secretaris)
Redactieleden
dr. E.M.L. Bervoets, dr. J. Bieleman, dr. ir. A.J. Bogers, ir. J.E. Bourdrez, dr. C. Disco, dr. ir. J.C.M. van den Ende, drs. B.P.A. Gales, dr. E. Homburg, prof. dr. E.S. Houwaart, dr. R. Oldenziel, dr. A.H. van Otterloo, drs. E.J.G. van Royen, prof. dr. E.R.M. Taverne, dr. ir. G.P.J. Verbong, dr. W.O. de Wit
Beeldredactie
dr. W.H.P.M. van Hooff; W.H. de Vries; prof. dr. ir. H.W. Lintsen; Auteurs
Auteurs en onderzoekers
dr. A.A. Albert de la Bruhèze; drs. M. Berendsen; drs. E.A.M. Berkers; dr. E.M.L. Bervoets; dr. J. Bieleman; drs. G. Bijleveld; drs. R. Bisscheroux; drs. H. van der Boom; drs. A. Bosch; drs. H. Buiter; drs. I. Cieraad; D. Croes; dr. M.L.J. Dierikx; C. Dijkema; drs. E. Dijks; dr. C. Disco; drs. C. van der Dorst; drs. H. Drogendijk; drs. B.P.A. Gales; drs. B. Grob; drs. W. van der Ham; dr. A.P. den Hartog; dr. A.N. Hesselmans; dr. E. Homburg; M.A.V. Hooghoff; drs. T.M.M. van Hoorn; dr. M.L. ten Horn-van Nispen; prof. dr. E.S. Houwaart; dr. A.P. de Knecht-van Eekelen; dr. ir. J.C.M. van den Ende; drs. J.A.C. Lagaaij; prof. dr. ir. H.W. Lintsen; drs. S. Kruisinga; drs. J. Metz; drs. M. Moerland; drs. F. van de Most; dr. R. Oldenziel; dr. ir. E.C.J. van Oost; dr. A.H. van Otterloo; ir. P. van Overbeeke; dr. P.R. Priester; drs. M.J.M. Put; ing. N. Rem; prof. dr. A. Rip; drs. E.J.G. van Royen; dr. J.L. Schippers; drs. A. van Selm; dr. J. Small; dr. J.P. Smits; dr. J.W. Schot; prof. dr. E.R.M. Taverne; ir. F. Veraart; dr. ir. G.P.J. Verbong; I. Vledder; dr. S.W. Verstegen; drs. P. Vincken; dr. W.O. de Wit; dr. H. van Zon
Projectorganisatie
drs. E.J.G. van Royen, dr. A.A. Albert de la Bruhèze, M.H. Dekkers, prof. dr. ir. H.W. Lintsen, dr. J.W. Schot
SHT-Bureau
ir. J.E. Bourdrez; M.H. Dekkers; S.A.P. Kruysen; L.E. Sibbes
Bureauredactie
ir. P. Scheider; M.H. Dekkers
Samenstelling registers
dr. M.L. ten Horn-van Nispen
Kaarten, figuren en technische tekeningen
Studio Putto (Zuid-Scharwoude) en
Oranje Vormgevers (Eindhoven)
[pagina 7]
Inhoudsopgave
11 | Woord vooraf |
15 | Techniek in ontwikkeling |
Hoofdstuk 1 | |
17 | Betwiste modernisering |
Een nieuwe leefwereld | |
Modernisering | |
Het breukvlak 1890 | |
De tweede industriële revolutie | |
Nieuwe sleuteltechnieken | |
De multinationale onderneming en nieuwe vormen van management | |
Ontstaan van de consumptiemaatschappij | |
De interventiestaat | |
De lange twintigste eeuw | |
Het breukvlak 1970? | |
Hoofdstuk 2 | |
37 | Methode en opzet van het onderzoek |
Contextualistische techniekgeschiedenis | |
Opzet van het overzichtswerk | |
De onderzoeksthema's | |
Thema 1: Het ontstaan van innovatieknooppunten | |
Thema 2: Maatschappelijke inbedding van techniek | |
Thema 3: De opkomst van grote technische systemen | |
Thema 4: Toenemende kennisintensiteit | |
Thema 5: Technische en organisatorische beheersing | |
Thema 6: Productiviteit en concurrentiekracht | |
53 | Waterstaat |
Hoofdstuk 1 | |
55 | Het nijvere verbond |
Tragiek en heroïek | |
Vijand en bondgenoot | |
Grootse ambities en superieure techniek | |
Verschuiving in waterstaatkundige kernwaarden | |
Hoofdstuk 2 | |
65 | De Waterstaat rond 1900 |
Gestabiliseerde verhoudingen | |
De kaart rond 1900 | |
Stand van de techniek | |
Hoofdstuk 3 | |
71 | Kustlijnverkorting en afsluittechniek |
De Afsluitdijk | |
Lely's inbreng | |
De ‘oude school’ onder vuur | |
Nieuwe alternatieven | |
‘Logge monsters’ van beton | |
De geplande Delta | |
De Deltawerken tussen heldenroman en jeugdboek | |
Variaties op een caisson-thema | |
De finale | |
Hoofdstuk 4 | |
89 | Maaskanalisatie en Maasverbetering 1900-1940 |
De Maaskanalisatie op de agenda: plannen maken bij de Rijkswaterstaat | |
Rapport Keurenaer 1902 | |
De Nederlands-Belgische Commissie 1906-1912 | |
Arrondissement Maas: Opmaken en uitvoeren van het beperkte plan | |
De Maasverbetering 1920-1940 |
[pagina 8]
Hoofdstuk 5 | |
111 | De verdeling van zoet water over heel Nederland 1940-1970 |
Een eeuw van systemen | |
Het IJsselmeer | |
Stuwen in de Nederrijn. ‘Een smal lint in de rivier’ | |
De Haringvlietsluizen | |
Hoofdstuk 6 | |
123 | Grote projecten en subtiele afwatering |
Een olifant in een porseleinkast: het Amsterdam-Rijnkanaal | |
Provinciale invloed: de afsluiting van de Lauwerszee | |
Zelfde ontwerp, andere functie: de Twentekanalen | |
Zelfde functie, ander ontwerp: de afwatering van de Dongepolders | |
Het waterschapsbestel onder druk | |
Hoofdstuk 7 | |
131 | Uitwaterings- en schutsluizen 1900-1940 |
Oude regimes in een nieuw landschap | |
Middensluis IJmuiden 1899: elektrische tractie en licht | |
De Rijkswaterstaat en gewapend beton | |
Nieuwe staalconstructies: roldeuren in de schutsluizen van het kanaal door Zuid-Beveland | |
Maas-Waalkanaal: sluizen te Heumen en te Weurt | |
Noordersluis IJmuiden | |
Uitwateringssluizen in de Afsluitdijk | |
Naar een nieuw technisch regime: gewapend beton met elektrisch aangedreven hefdeuren | |
De sluiswachter - elektrificatie van een oud beroep | |
Het openluchtlaboratorium, de bibliotheek en het dorpsplein | |
Hoofdstuk 8 | |
155 | Modern ontwerpen |
Onderzoek in het buitenland | |
Onderzoek in Nederland | |
Meten, rekenen en schaalmodellen | |
Van incidentele ‘tuinproeven’ naar een permanente proeftuin | |
Een methodenstrijd: wiskundige, elektrische en schaalmodellen | |
Computermodellen | |
Hoofdstuk 9 | |
167 | Het dynamische waterstaatsdomein |
Renovatie van een monument: de Rijkswaterstaat | |
Voorstellen voor reorganisatie | |
Regionale en specialistische diensten | |
Een nieuwe uitvoerder: de grote aannemer | |
‘Wonderlijke verhoudingen’ en een ‘zonderling voorstel’ | |
De Haringvlietsluizen als voorbeeld van samenwerking | |
Dynamiek in het waterschapsbestel | |
Hoofdstuk 10 | |
181 | Op weg naar een integraal waterbeheer |
Lauwerszee | |
Regge en Dinkel | |
De Markerwaard | |
De Oosterscheldedam | |
Naar een integraal waterbeheer | |
Hoofdstuk 11 | |
199 | ‘Een volk dat leeft, bouwt aan zijn toekomst’ |
Het nijvere verbond in de twintigste eeuw | |
Drie breuken |
[pagina 9]
209 | Kantoor en Informatietechnologie |
Hoofdstuk 1 | |
211 | Techniek in het kantoor |
De opkomst van de informatiemaatschappij | |
Knooppunt van technieken | |
Periodes | |
Inhoud van dit deel | |
Hoofdstuk 2 | |
219 | De opkomst van de moderne administratie 1880-1914 |
Het vroege kantoor: wonen én werken | |
Veranderingen in en rond het kantoor 1880-1914 | |
Nieuwe kantoortechnieken | |
Nieuwe beroepen | |
Het dynamische kantoor | |
Hoofdstuk 3 | |
237 | Het gemechaniseerde kantoor 1914-1940 |
Systematic en scientific management alsmede efficiency | |
Systeemmachines en machinesystemen | |
Ponskaartapparatuur en programmeren bij het CBS | |
Reorganisatie en mechanisatie in de financiële sector | |
Mechanisering van de boekhouding en de loonadministratie bij Staatsmijnen | |
Schaalvergroting, efficiency en machines | |
Hoofdstuk 4 | |
271 | Het kantoor in een stroomversnelling na de Tweede Wereldoorlog |
Taylor en de menselijke factor | |
Loonpolitiek en industrialisatiebeleid | |
Schaalvergroting en centralisatie | |
Het CBS in de jaren vijftig: doorgezet Taylorisme | |
Productieplanning bij Hoogovens | |
Verlate mechanisering van de administratie bij de PCGD | |
Integratie van technieken en systemen | |
Hoofdstuk 5 | |
289 | De opkomst van de computer |
Computergeschiedenis in vogelvlucht | |
Nederlandse pioniers in de computerbouw | |
Debatteren over automatie | |
Automatiseren moet, maar wel verantwoord | |
Hoofdstuk 6 | |
305 | Administratieve automatisering |
Ontwikkeling en diffusie van computers | |
De Nederlandse Heidemaatschappij: een buitenstaander als pionier | |
Vliegen zonder vleugels: automatisering bij de KLM | |
Postcheque- en Girodienst: de automatisering van een massa-administratie | |
Automatisering als nieuw vakgebied | |
Icoon van het moderne kantoor | |
Hoofdstuk 7 | |
329 | Kantoortechnologie in de twintigste eeuw |
Managementmethoden | |
De tendens tot schematiseren en systematiseren | |
Arbeidsdeling tussen mannen en vrouwen | |
Knooppunt | |
Continuïteit en discontinuïteit bij veranderingen van technische regimes | |
Hoofdstuk 8 | |
341 | De computerrevolutie |
De dynamiek van het computer-regime | |
Gevolgen binnen organisaties | |
Economische gevolgen | |
349 | Lijst van afkortingen |
351 | Noten en geraadpleegde archieven |
376 | Bibliografie |
387 | Register: personen, geografische namen en zaken |
399 | Foto's, tabellen en grafieken |
[Deel Erratum, pagina 1]
Erratum Aanvulling Bibliografie deel IAls gevolg van een technische storing zijn in de bibliografie van deel I een aantal passages weggevallen. Dit betrof de bibliografie van hoofdstuk 1: ‘Betwiste modernisering’ en hoofdstuk 2: ‘Methode en opzet van het onderzoek’ van ‘Techniek in ontwikkeling’ en een deel van de bibliografie van hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4 van ‘Kantoor en informatietechnologie’. In hoofdstuk 3: ‘Het gemechaniseerde kantoor 1914-1940’ ontbraken de titels volgend op de verwijzing P.J. Jacobszoon, ‘Het Taylor-systeem’, in: Onze Strijd (1916), 134-135 (p.384) en in hoofdstuk 4: ‘Het kantoor in een stroomversnelling na de Tweede Wereldoorlog’ zijn de titels voorafgaand aan E.S.A. Bloemen, Scientific management in Nederland 1900-1930 (Amsterdam 1988) (p.385) weggevallen.
Betwiste modernisering en Methode en opzet van het onderzoek
H. Achterhuis, De erfenis van de utopie (Amsterdam 1998). | |
A.A. Albert de la Bruhèze en F.C.A. Veraart, Fietsgebruik in de Twintigste Eeuw, Rapport van de Stichting Historie der Techniek (Eindhoven 1997). | |
Anbeek, Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1885-1985 (Amsterdam 1990, tweede druk). | |
B. van Ark en H. de Jong, ‘Accounting for economic growth in the Netherlands since 1913’, Economie and Social History in the Netherlands 7 (1996) 199-242. | |
M.S.C. Bakker, ‘Beheerst innoveren’, in H.W. Lintsen e.a. eds., Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890, Deel VI (Zutphen 1995) 69-90. | |
G. Barraclough, An introduction to contemporary history (Harmondsworth 1967, tweede druk). | |
H. Baudet, Een vertrouwde wereld. 100 jaar innovatie in Nederland (Amsterdam 1986). | |
U. Beck, Risikogesellschaft: Auf dem Weg in eine andere Moderne (Frankfurt am Main 1986). | |
L. Bervoets, Bouw in Nederland in de twintigste eeuw (SHT onderzoeksprogramma, Eindhoven 1998). | |
H. Beunders, ‘Wachten op de televisie’, in H. Beunders e.a. eds., Opmaat van een nieuwe eeuw. Hoofdstukken uit het Nederlands fin de siècle (Amsterdam 1995) 133-156. | |
L. Bervoets, Opvoeden tot sociale verantwoordelijkheid (Proefschrift Landbouwuniversiteit Wageningen 1993). | |
J. Bieleman, Geschiedenis van de landbouw in Nederland 1500-1950 (Amsterdam 1992). | |
J. Bieleman, Landbouw in Nederland in de twintigste eeuw (SHT onderzoeksprogramma, Einhoven 1996). | |
E. Bloemen, ‘Bezieling en “esprit d'équipe”. Industriële research in Nederland in het interbellum’, in Boomgaard e.a. eds. Exercities in ons verleden. Twaalf opstellen over de economische en sociale geschiedenis van Nederland en koloniën (Assen 1981) 153-167. | |
E. Bloemen, J. Kok, J.L. van Zanden, De top 100 van industriële bedrijven in Nederland 1913-1990 Achtergrondstudie Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid (Den Haag 1993). | |
E.S.A. Bloemen, Scientific Management in Nederland 1900-1930 (Amsterdam 1988). | |
A.M.C.M. Bouwens en M.L.J. Dierikx, Tachtig jaar Schiphol. Op de drempel van de lucht (Den Haag 1996). | |
S. Bowden and A. Offer, ‘The technological revolution that never was. Gender, class and the diffusion of household appliances in interwar England’, in V. de Grazia and E. Furlough (eds.), The sex of things. Gender and consumption in historical perspective (Berkeley 1996) 244-274. | |
H. Braverman, Labor and Monopoly Capital (New York/London 1974). | |
I.J. Brugmans, Paardenkracht en mensenmacht (Den Haag 1961). | |
P.A.J. Calje en J.C. den Hollander, De nieuwste geschiedenis (Utrecht 1992, tweede bijgewerkte druk). | |
A.D. Chandler, The visible hand. The managerial revolution in American business (Cambridge, Mass. 1977). | |
A.D. Chandler, Scale and scope. The dynamics of industrial capitalism (Cambridge, MA 1990). | |
S. Cowan, ‘The Consumption Junction: A proposal for research strategies in the sociology of technology’, in W.E. Bijker, Th. Hughes and T. Pinch, eds., The Social Construction of Technological Systems, (Cambridge, Mass. 1987) 261-280. | |
[Deel Erratum, pagina 2] | |
C.A. Davids, ‘Diffusie en creativiteit. De technische ontwikkeling van Nederland in de negentiende eeuw in vergelijkend perspectief’, Gewina, 18 (1995) 4, 66-80. | |
C.A. Davids, Historici, ingenieurs en techniek. Over de relatie tussen techniekgeschiedenis en algemene geschiedenis’, Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden, 113 (1998) 202-207. | |
W.J. Dercksen, Industrialisatiepolitiek rondom de jaren vijftig. Een sociologisch-economische beleidsstudie (Assen/Maastricht 1986). | |
J. Derwig en E. Mattie, Functionalisme in Nederland (Amsterdam 1995). | |
G. Dil en E. Homburg, ‘Gas’, in H.W. Lintsen e.a. eds., Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890, Deel III (Zupthen 1993). | |
C. Disco, Made in Delft. Professional engineering in The Netherlands 1880-1940 (Proefschrift Universiteit Amsterdam 1990). | |
G. Dosi, ‘Sources, procedures, and microeconomic effects of innovation’, Journal of Economic Literature, 26 (1988) 3, 1120-1171. | |
Een eeuw wijzer 1883-1983. 100 jaar Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB (Den Haag 1983). | |
J. Ellul, The technological society (New York 1967). | |
M.C.M. van Elteren, Staal en Arbeid. Band A. Periode 1924-1955 (Leiden 1986). | |
K. Fens, ‘In het licht van de nieuwe tijd’, in Beunders e.a., Opmaat van een nieuwe eeuw. Hoofdstukken uit het Nederlands fin de siècle (Amsterdam 1995) 99-114. | |
J. Faber, ‘C.J. van Nieuwenburg. Over de organisatie van wetenschap en technisch werk’, Gewina 21 (1998) 15-29. | |
C. Fischer, America calling. A social history of the telephone to 1940 (Berkeley, 1992). | |
R.J. Forbes, Man the maker. A history of technology and engineering (New York 1950). | |
C. Freeman, (ed.), ‘Technical innovation and long waves in world economic development’, special issue of Futures, 13 (1981). | |
F. Fukuyama, Het einde van de geschiedenis en de laatste mens (Amsterdam 1992). | |
B.P.A. Gales, Delfstofwinning in Nederland in de twintigste eeuw (SHT onderzoeksprogramma, Eindhoven 1996). | |
B.P.A. Gales en J-P. Smits, De ontwikkeling van de Nederlandse energiehuishouding in de negentiende en twintigste eewse (interne notitie TIN-20, Juni 1998). | |
B.P.A. Gales en K.E. Sluyterman, ‘Outward bound. The rise of Dutch multinationals’, in G. Jones and H.G. Schröter eds., The Rise of Multinationals in Continental Europe (Hants 1993) 65-98. | |
M. Gastelaars, Een geregeld leven. Sociologie en sociale politiek in Nederland 1925-1968 (Amsterdam 1985). | |
W.J. de Gooijer, Beheersing van technologische vernieuwing, (Alphen aan den Rijn 1976). | |
C. Holland, en J. Schot, ‘Technologische ontwikkeling’, in Sociaal en Cultureel Rapport (Den Haag 1998). | |
J. Habermas, Technik und Wissenschaft als ‘Ideologie’ (Frankfurt am Main 1969). | |
C. Hartveld, Moderne zakelijkheid. Efficiency in wonen en werken in Nederland 1918-1940 (Amsterdam 1994). | |
P.E. de Hen, Actieve en re-actieve industrialisatiepolitiek in Nederland (Amsterdam 1980). | |
A.N. Hesselmans, ‘Elektriciteit’, in H.W. Lintsen e.a. eds., Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890, Deel III (Zutphen 1993) 135-162. | |
W.H.P.M. van Hooff, In het rijk van de Nederlandse vulcanus. De Nederlandse machinenijverheid 1825-1914 (Proefschrift Technische Universiteit Eindhoven 1990). | |
E. Homburg, ‘De “Tweede Industriële Revolutie”, een problematisch historisch concept’, Theoretische geschiedenis, 13 (1986) 367-385. | |
E. Homburg, ‘The emergence of research laboratories in the dyestuffs industry, 1870-1900’, British Journal for the History of Science, 25 (1992) 91-111. | |
Th.P. Hughes, American genesis (New York 1989). | |
Th.P. Hughes, Networks of Power: Electrification in Western Society 1880-1930 (Baltimore 1983). | |
T. Huppes, Een nieuw ambachtelijk elan (Leiden/Antwerpen 1985). | |
H. Hutter, Toepassingsgericht onderzoek in de industrie. De ontwikkeling van kwikdamplampen bij Philips 1900-1940 (Eindhoven 1988). | |
J.J. Hutter, ‘Nederlandse laboratoria 1860-1940, een kwantitatief overzicht’, Gewina, 9 (1986) 4, 150-174. | |
F. Inklaar, Van Amerika geleerd. Marshall-hulp en kennisimport in Nederland (Den Haag 1997). | |
B. Joerges, ‘Large Technical Systems: Concepts and Issues’, in R. Mayntz and Th.P. Hughes eds., The Development of Large Technical Systems (Frankfurt am Main 1988) 9-36. | |
H.J. de Jong, De Nederlandse industrie 1913-1965. Een vergelijkende analyse op bass van de productiestatistieken (Proefschrift Rijksuniversiteit Groningen, 1999). | |
J.A. de Jonge, De industrialisatie in Nederland tussen 1850-1915 (Nijmegen 1976). | |
J.W.D. Jongma, Geschiedenis van het Nederlandse wegvervoer, (Drachten/Leeuwarden 1992). | |
R. Kemp, J. Schot and R. Hoogma, ‘Regime Shifts through processes of niche formation’, in Technology Analysis and Strategic Management 10 (1998) 2, 175-195. | |
J.C. Kennedy, Babylon in aanbouw. Nederland in de jaren zestig (Amsterdam/Meppel 1995). | |
P.W. Klein, ‘The foundations of Dutch prosperity’, in R.T. Griffiths, The economy and politics of The Netherlands since 1945 (Den Haag 1980). | |
G.A. Klinkenberg, Wetenschap als natuurverschijnsel (Utrecht/Antwerpen 1983). | |
D. van Lente, H.W. Lintsen, M.S.C. Bakker, E. Homburg, J.W. Schot en G.P.J. Verbong, ‘Techniek en Modernisering’, in H.W. Lintsen e.a. eds., Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890, Deel I (Zutphen 1992) 19-38. | |
H. de Liagre Böhl, J. Nekkers en L. Slot eds., Nederland industrialiseert! (Nijmegen 1981). | |
H.W. Lintsen e.a. eds., Geschiedenis van de Techniek in Nederland. De wording van een Moderne Samenleving 1800-1890, Deel I-VI (Zutphen 1992-1995). | |
H. van der Loo en W. van Reijen, Paradoxen van modernisering (Bussum 1997, derde druk). | |
B.A. Lundvall eds., National Systems of innovation (New York 1992). | |
P. Luykx en N. Bootsma eds., De laatste tijd. Geschiedschrijving over Nederland in de twintigste eeuw (Utrecht 1987). | |
P. Luykx en P. Slot eds., Een stille revolutie. Cultuur en mentaliteit in de lange jaren vijftig (Hilversum 1997). | |
G. Mak Hoe God verdween uit Jorwerd (Amsterdam/Antwerpen 1996). | |
L. Marx, ‘The idea of “Technology” and postmodern pessimism’, in Y. Ezrahi, E. Mendelsohn and H. Segal, Technology, pessimism, and postmodernism (Amherst 1994) 11-28. | |
F.A.M. Messing, De emancipatie van de arbeidende klasse in Nederland (Kampen 1975). | |
Th.J. Misa, ‘Retrieving sociotechnical change from technological determinism’, in M.R. Smith and L. Marx eds., Does Technology Drive History, (Cambridge, Mass. 1994) 115-142. | |
A. Mittasch, Geschichte der Ammoniaksynthese (Weinheim 1951). | |
W. van Moorsel, Contact en controle. Het vrouwbeeld van de stichting Goed Wonen. (Nijmegen 1992). | |
L. Mumford, Technics and Civilization (New York 1947, eerste druk 1934). | |
L. Mumford, The myth of the machine. Part I and II (New York 1967 en 1971). | |
J. Nieuwkoop, Bodemverontreiniging op voormalige bedrijfsterreinen (Proefschrift Technische Universiteit Eindhoven, Eindhoven 1993). | |
[Deel Erratum, pagina 3] | |
D.F. Noble, America by Design: Science, Technology, and the Rise of Corporate Capitalism (Oxford 1977). | |
D.E. Nye, Consuming Power. A social history of American energies (Cambridge, Mass. 1998). | |
D.E. Nye, Electrifying America. Social meanings of a new technology (Cambridge, Mass. 1990). | |
R. Oldenziel en C. Bouw, Schoon genoeg! Huisvrouwen en huishoudtechnologie in Nederland 1898-1998 (Nijmegen 1998). | |
A.H. van Otterloo, Eten en eetlust in Nederland 1840-1990 (Amsterdam 1990). | |
J.C. Ours, Gezinsconsumptie in Nederland 1951-1980 (Proefschrift Erasmus Universiteit Rotterdam 1986). | |
P. van Overbeeke, ‘Koken op gas of elektriciteit. Een strijd om de huisvrouw’, in R. Oldenziel en C. Bouw, Schoon genoeg! Huisvrouwen en huishoudtechnologie in Nederland 1898-1998 (Nijmegen 1998) 127-158. | |
A. Pacey, The Maze of Ingenuity: Ideas and Idealism in the Development of Technology (Cambridge, Mass. 1992, 2e druk). | |
K. Pavitt, ‘Sectoral patterns of technical change: towards a taxonomy and a theory’, Research Policy 13 (1984) 343-373. | |
M. Pieterson eds., Het technisch labyrint. Een maatschappijgeschiedenis van drie industriële revoluties (Meppel 1984). | |
M.J. Piore en C.F. Sabel, The second industrial divide. Possibilities for prosperity (New York 1984). | |
M. Porter, The competitive advantage of nations (New York 1990). | |
J. Radkau, Technik in Deutschland. Vom 18. Jahrhundert bis zur Gegenwart (Frankfurt am Main 1989). | |
A. de Regt, Arbeidersgezinnen en beschavingsarbeid. Ontwikkelingen in Nederland 1870-1940 (Meppel 1984). | |
H. Righart en P. de Rooy, ‘In Holland staat een huis. Weerzin en vertedering over de jaren vijftig’ in P. Luykx en P. Slot eds., Een stille revolutie. Cultuur en mentaliteit in de lange jaren vijftig (Hilversum 1997) 11-18. | |
A. Rip, Th.J. Misa en J. Schot, Managing technology in society (London 1995). | |
A. Rip en R. Kemp, ‘Towards a theory of sociotechnical change’, in S. Rayner and E.L. Majone eds., Human Choice and Climate Change Deel II (Columbus, Ohio 1998) 327-399. | |
A.J.M. Roobeek, Een race zonder finish. De rol van de overheid in de technologiewedloop (Amsterdam, 1988). | |
J. Romein, Op het breukvlak van twee eeuwen (Amsterdam 1967). | |
N. Rosenberg, Perspectives on Technology (Cambridge Mass. 1976). | |
D. Sawers, ‘The sources of innovation’, in T.I. Williams, A history of technology. Vol VI. The twentieth century (Oxford 1978) 27-47. | |
J.W. Schot, ‘Innoveren in Nederland’ in H.W. Lintsen e.a. eds., Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890, Deel VI (Zutphen 1995) 217-240. | |
J.W. Schot, ‘The usefulness of evolutionary models for explaining innovation. The case of the Netherlands in the nineteenth century’, History and Technology 14 (1998) 173-200. | |
A.J. Schuurman, ‘Aards geluk. Consumptie en de moderne samenleving’, in A. Schuurman, J. de Vries en A. van der Woude, De Nederlanders en hun spullen 1550-1850 (Amsterdam 1997) 11-28. | |
A.J. Schuurman, Materiële cultuur en levensstijl (Proefschrift Landbouwuniversiteit Wageningen 1990). | |
A.J. Schuurman, ‘Mensen maken verschil. Sociale theorie, historische sociologie en geschiedenis’ Tijdschrift voor Sociale Geschiedenis (1996) 2, 168-204. | |
W. Seibicke, Technik. Versuch einer Geschichte der Wortfamilie um technè in Deutschland vom Jahrhundert bis etwa 1830 (Düsseldorf 1968). | |
K.E. Sluyterman en H.J.M. Winkelman, ‘The Dutch family firm confronted with Chandler's dynamics of industrial capitalism, 1890-1940’, Business History 35 (1993) 152-183. | |
M.R. Smith, ‘Technological determinism in American culture’, in M.R. Smith and L. Marx eds., Does technology drive history, (Cambridge, Mass. 1994) 1-38. | |
J.P. Smits, Technologie, productiviteit en concurrentiekracht in Nederland tussen 1890 en 1970. Een onderzoeksvoorstel. (Intern TIN-20 paper, te publiceren door de SHT in 1998). | |
R. Smits en J. Leyten, Technology assessment. Waakhond of speurhond? (Zeist 1991). | |
Smulders, ‘Het glazen huis der openbaarheid. Televisie in de jaren vijftig: de moeizame groei van een modern medium’, in P. Luykx en P. Slot eds., Een stille revolutie. Cultuur en mentaliteit in de lange jaren vijftig (Hilversum 1997) 249-280. | |
J.M. Staudenmaier, Technology's storytellers. Reweaving the human fabric (Cambridge, Mass. 1985). | |
S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat (Amsterdam 1992). | |
A.J. Veenendaal jr., ‘Spoorwegen’, in H.W. Lintsen e.a. eds., Techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890, Deel II (Zutphen 1993) 129-164. | |
G. van Veghel, De metamorfose van Emmen. Een sociaal-historische analyse van twintig kostbare jaren 1945-1965 (Amsterdam 1995). | |
G.P.J. Verbong, ‘Techniek en wetenschap: een Siamese tweeling’, Jaarboek voor de geschiedenis van bedrijf en techniek 7 (1990) 9-34. | |
G.P.J. Verbong, ‘Techniek, beroep en praktijk in Nederland’, in H.W. Lintsen e.a. eds, Geschiedenis van de techniek in Nederland 1800-1890, Deel V (Zutphen 1994) 291-303. | |
J. de Vries en A. van der Woude, Nederland 1500-1815. De eerste ronde van moderne economische groei (Amsterdam 1995). | |
M. Wagenaar, Amsterdam 1876-1914. Economisch herstel, ruimtelijke expansie en de veranderende ordening van het stedelijk grondgebruik (Proefschrift Universiteit van Amsterdam 1990). | |
C. van der Wal, In praise of common sense. Planning the ordinary (Rotterdam 1997). | |
O. de Wit, Telefonie in Nederland 1877-1940. Opkomst en ontwikkeling van een grootschalig systeem (Proefschrift Universiteit Delft 1998). | |
O. de Wit, ‘Telegrafie en telefonie’, in H.W. Lintsen e.a. eds., Techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890, Deel IV (Zutphen 1993) 273-298. | |
J.L. van Zanden en R.T. Griffiths, Economische geschiedenis van Nederland in de 20e eeuw, (Utrecht 1989). | |
J.L. van Zanden, Een klein land in de 20e eeuw (Utrecht 1997). |
Het gemechaniseerde kantoor 1914-1940
J.G. de Jager, De bank van de gulden. Organisatie en personeel van de Nederlandsche bank 1814-1989 (Amsterdam 1989). | |
J.G. de Jongh, ‘De z.g.n. mechaniseering der boekhouding’, in Administratieve Arbeid (1923), 121-124, 153-156. | |
J.P.B. Jonker, ‘Waterdragers van het kapitalisme; nevenfuncties van Nederlandse bankiers en de verhouding tussen bankwezen en bedrijfsleven (1910-1940)’, Jaarboek voor de geschiedenis van bedrijf en techniek, deel 6 (1989), 158-190. | |
A. Kalsbeek, ‘Iets over het machinale rente-rekenen’, Administratieve Arbeid (1930), 90-93. | |
E. Ketelaar, ‘Recordkeeping systems and office technology in Dutch public administration’, Jahrbuch für Europäische Verwaltungsgeschichte 9, 1997, 213-222. | |
J.I.W. Klaassen, Adresseermachines. Ontwikkeling en gebruik van adresseermachines in de administratie (ongepubliceerde afstudeerscriptie, Technische Universiteit Eindhoven, 1994). | |
A. Koch, Industrieel ontwerper W.H. Gispen (1890-1981): een modern eclecticus (Rotterdam 1988). | |
R. Korving, G. Hogesteeger, ‘Psychotechnik bei der PTT Niederlande’, in H. Gold, A. Koch eds., Fräulein vom Amt (München 1993), 120-134. | |
[Deel Erratum, pagina 4] | |
L.H.M. Kreukels, Mijnarbeid. Volgzaamheid en strijdbaarheid. Geschiedenis van de arbeidsverhoudingen in de Nederlandse steenkolenmijnen, 1900-1940 (Assen 1986). | |
A.M.J. Kruissink, Een en ander over de ‘STUMOKA’ (Purmerend 1931 [NIVE Publicatie no. 68]). | |
H.E. de Kruyff, Elektronische schrijfmachines (Deventer 1982). | |
A. Kwolek-Folland, Engendering business. Men and women in the corporate office, 1870-1930 (Baltimore/London 1994). | |
W.H. Leffingwell, Scientific office management (Chicago 1917). | |
D. van Lente, Techniek & ideologie. Opvattingen over de maatschappelijke betekenis van technische vernieuwingen in Nederland, 1850-1920 (Groningen 1988). | |
A. Meeuwis, Informatietechniek. Een studie over technische middelen voor de informatieverwerking, ten dienste van opleiding en praktijk. Deel 1 (z.p.z.j. [1969]). | |
L.A.V.M. Metzemaekers, A.J. van Maastrigt, Een eeuw in balans. De wordingsgeschiedenis van Moret & Limperg, 1883-1983 (z.p. 1983). | |
D. Nelson, ‘Scientific management, systematic management, and labor, 1880-1915’, Business History Review, 48 (1974), 479-500. | |
D. Nelson, Frederick W. Taylor and the rise of scientific management (Madison, Wisc./London 1980). | |
D. Noble, America by design. Science, technology, and the rise of corporate capitalism (New York 1977). | |
A. Nijholt, J. van den Ende, Geschiedenis van de rekenkunst. Van kerfstok tot computer (Schoonhoven 1994). | |
Officieële Catalogus Het Kantoor. Internationale tentoonstelling van moderne kantoorinrichtingen en administratiesystemen (Amsterdam 1922). | |
J.M. van Oorschot, ‘Veertig jaren Rijkskantoormachinecentrale’, KMC-Informaties, 1968, nr. 2, 5-9. | |
J.M. van Oorschot, ‘De ontwikkeling van de kantoormachines en de taak van de Rijkskantoormachinecentrale’, Informatie, 20 (dec. 1978) 718-724. Postcheque- en Girodienst. Rapport en advies van de Nederlandsche Bank, 15 november 1923 ('s-Gravenhage 1923). | |
H. Pott-Buter, K. Tijdens eds., Vrouwen leven en werk in de twintigste eeuw (Amsterdam 1998). | |
H. Reinoud et al. eds., Een halve eeuw Postcheque- en Girodienst (Utrecht/Antwerpen 1968). | |
S. Roet, ‘Formulieren’, Administratieve Arbeid (1923) 73-77. | |
S. Roet, ‘Moderne expeditie- en portiadministratie’, Administratieve Arbeid (1924) 84-92. | |
J.W. Schoonderbeek, P.H. Hen eds., ‘Prof. R.W. Starreveld’, in Getuigen van de geschiedenis van het Nederlandse accountantsberoep. 20 interviews (Van Gorcum 1995) 15-19. | |
W.D. Scott, Increasing human efficiency in business (New York 1911). | |
K.E. Sluyterman, ‘Uitvinden en verdienen’, in H.F.J.M. van den Eerenbeemt eds., Van boterkleursel naar kopieersystemen. De ontstaansgeschiedenis van Océ-van der Grinten, 1877-1956 (Leiden 1992) 171-264. | |
G.J.A. Smit, ‘Rationaliseering van den kantoorarbeid’, De Vakbeweging, mei 1929, 239-242. | |
S. Swaab, Heden en toekomst van de automatische administratie (Alphen aan den Rijn 1956). | |
De tentoonstelling op het gebied van de openbare en particuliere bedrijfsadministratie T.O.P.A. 1926 (Purmerend 1926-1927), drie delen. | |
G. Vissering, Het oude en het moderne giroverkeer (Amsterdam 1908). | |
J.G.Ch. Volmer, ‘Het Taylor-systeem’, Maandblad voor het Boekhouden (1914-1915), 146-152. | |
J.G.Ch. Volmer, ‘Het Taylorsysteem en de boekhouding’, Maandblad voor het Boekhouden (1915-1916), 127-131. | |
J.G.Ch. Volmer, Bedrijfsorganisatie. Vijf voordrachten (Eindhoven 1923). | |
W. Vonk, ‘De ponskaarten-systemen Hollerith en Powers’, Administratieve Arbeid (1927) 266-272, 283-287, 318-324; (1928) 14-19, 41-45. | |
W. Vonk, ‘Het boekhoudonderwijs en de moderne administratieve organisatie’, Administratieve Arbeid (1928) 196-200. | |
M.A. Vos, ‘Het Nederlands Registratuurbureau en kantoortechnologie 1890-1930’. Werkstuk vakgroep Geschiedenis RUL, 1994. | |
J. de Vries, Geschiedenis der accountancy in Nederland. Aanvang en ontplooiing, 1895-1935 (Assen 1985). | |
Joh. de Vries, ‘Opportuniteitsbeginsel en algemeen economisch belang in Nederland in de jaren '20’, in W. Frijhoff, M. Hiemstra eds., Bewogen en bewegen. De historicus in het spanningsveld tussen economie en cultuur (Tilburg 1986) 204-216. | |
Joh. de Vries, ‘Het Nederlandse financiële imperium. Schets van de geschiedenis van het Nederlandse bankwezen’, in Historische bedrijfsarchieven 1. Bankwezen. Een geschiedenis en bronnenoverzicht (Amsterdam 1992) 13-58. | |
W.A.J. de Weerd, Vergelijkend overzicht van het Hollerith- en het Powers-ponskaartensystem (Purmerend 1933 [NIVE Publicatie no. 84]). | |
D.C.J. van der Werf, De Bond, de banken en de beurzen (Amsterdam 1988). | |
W.M. Westerman, De concentratie in het bankwezen. Een bijdrage tot de kennis der economische ontwikkeling van onzen tijd ('s-Gravenhage 19202). | |
G.F. Wille, ‘Eenige nieuwe toepassingen van de Hollerith-kaart’, Administratieve Arbeid (1933) 105-115. | |
G. Winter, Der Taylorismus. Handbuch der wissenschaftlichen Betriebs- und Arbeitsweise für die Arbeitenden aller Klassen, Stände und Berufe (Leipzig 1920). | |
M.C. Wintersteyn, ‘De alphabetische Hollerith-Tabelleermachine’, Administratieve Arbeid (1932) 32-34. | |
M.C. Wintersteyn, Banken, hare boekhouding en organisatie, deel I (Leiden 1932). | |
D. de Wit, 60 + 40 is waarschijnlijk honderd. Ahrend. Passers, pennen, potloden en projecten (Zwolle 1996). | |
J.L. van Zanden, R.T. Griffiths, Economische geschiedenis van Nederland in de 20e eeuw (Utrecht 1989). | |
P. Zwaal, Een gemene zaak. Efficiency-ingenieurs, accountants en psychotechnici & het Nederlandsch Instituut voor Efficiency als presentatieplatform van scientific management 1925-1940 (Rotterdam 1991). |
Het kantoor in een stroomversnelling na de Tweede Wereldoorlog
Administratieve Techniek. Rapport Studiegroep Industrie (Den Haag 19542). |
L. Bak, Kantoorprofiel. Struktuur en ontwikkeling van de kantorensektor (Deventer 1980). |
J. Barendregt, T. Langenhuyzen, Ondernemend in risico. Nationale-Nederlanden 1845-1995 (Amsterdam 1995). |
H.J.J. van Beinum, Een organisatie in beweging. Een sociaal-psychologisch veldexperiment bij de Postcheque- en Girodienst (Leiden 1963). |