Woord vooraf
In deze tijd kan met recht gesproken worden van een nieuwe technische revolutie. Informatica, biotechnologie, materialentechnologie en andere technische ontwikkelingen bieden fascinerende perspectieven en uitdagende mogelijkheden.
Tegelijkertijd maken zij deel uit van maatschappelijke processen die tot ingrijpende veranderingen, spanningen en onzekerheden in het sociale, economische en politieke leven leiden. Er ontstaat als gevolg hiervan een toenemende belangstelling voor de techniek. Daarbij is de aandacht vóór alles gericht op heden en toekomst. Maar wie dat heden wil begrijpen, moet weten hoe het ontstaan is. En met het aldus verworven inzicht kan de meest betrouwbare basis gelegd worden voor het werken aan de toekomst.
Ook is herhaaldelijk gewezen op de geringe integratie van de moderne techniek in onze cultuur. Het is een kloof die van twee kanten moeilijk te overbruggen is: van de kant van de leek door zijn beperkte inzicht in de technologie en van de kant van de technicus juist door zijn specialisatie in de techniek. De geschiedenis van de techniek kan mede helpen een brug te slaan, door te laten zien waar de moderne techniek vandaan komt, wat zij voor het dagelijks leven betekent en hoe zij doorwerkt op allerlei maatschappelijke gebieden.
Deze overwegingen zijn voor de Stichting Historie der Techniek aanleiding geweest om een overzichtswerk uit te geven onder de titel Geschiedenis van de Techniek in Nederland. De eerste zes delen vormen een afzonderlijke serie en dragen de ondertitel De wording van een moderne samenleving 1800-1890. Nederland overschreed in de vorige eeuw de drempel naar een nieuw tijdperk en schaarde zich in de rij van de geïndustrialiseerde landen. Deze geschiedenis, waarin de oorsprong van ons huidige erfgoed ligt, is nog niet beschreven en verklaard vanuit het perspectief van de technische ontwikkeling. Het ligt in de bedoeling van de Stichting Historie der Techniek de geschiedschrijving door te trekken naar de twintigste eeuw en daar een nieuwe serie aan te wijden.
De Stichting Historie der Techniek is in 1988 opgericht op initiatief van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs. Twaalf organisaties zijn in het bestuur vertegenwoordigd. Naast het Koninklijk Instituut van Ingenieurs zijn dat: het Bataafsch Genootschap der Proefondervindelijke Wijsbegeerte, de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen, de Industriebond fnv, de Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging, de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel, de Nederlandse Ingenieursvereniging niria, de Nederlandse Vereniging voor Management nive, de Technische Universiteit Delft, de Technische Universiteit Eindhoven, de Universiteit Twente en de Vereniging het Nederlandsch Economisch-Historisch Archief.
De totstandkoming van de zes delen was een complex, maar opwindend gebeuren. Meer dan 25 onderzoekers leverden een bijdrage. Meer dan 200 donateurs en ongeveer 30 organisaties maakten het project financieel mogelijk. Vele mensen brachten hun deskundigheid in of spanden zich op andere wijze in voor het project. Het project heeft een lange voorgeschiedenis die verder in de Inleiding en verantwoording aan de orde komt.
Hier wil het bestuur zijn grote erkentelijkheid betuigen aan alle betrokkenen voor de verwezenlijking van dit werk.
's-Gravenhage, april 1992
Ir. W.J. Wolff
Voorzitter van de
Stichting Historie der Techniek