Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Tweede stuk
(1956)–Jan Huyghen van Linschoten– Auteursrechtelijk beschermd
Ga naar margenoot+Ga naar margenoot+Dat 87. capittelGa naar voetnoot4).
| |
[pagina 170]
| |
sake heetmen aldaer het minste ghelt basarucosGa naar voetnoot1), ghelijck oft men wilde segghen merckt-ghelt. Dese steen bezar is seer costelicken, ende wert veel ghebruyckt in Indien teghens alle fenijn Ga naar margenoot+ende crancheden, en wert meer gheacht als eenighen eenhoornGa naar voetnoot2) in Europa, want is seer geexpermenteert, ende wort tot grooten prijs vercocht; hoe datse grooter ende swaerder van ghewichte zijn, hoe zy beter zijn ende meer virtuyt hebben; die ghemeenen zijn van drie, vier ende vijf octavenGa naar voetnoot3) ghewichte, som min, ander meer. Werden oock veel naer Portugael ghebracht ende veel gheacht.Ga naar margenoot+ Die plaetsen, daerse meest gevonden werden, is als boven in Persien, ende oock in't eylandt ghenaemt Insula das Vacas ofte 'teylant vande koeyen; leyt voor aende mont vande inganck van Cambayen, dicht byde custe, alwaer die armaden vande Portugesen dickwils gaen eenighe verversschinghe halen, ende dooden veel vande schapen ofte bocken, ‖ al waer zy dese steen bezarGa naar margenoot+ veel in vinden. Desghelijcks in't landt van PanGa naar voetnoot4), by Malacca, worter oock veel ghevonden. Ga naar margenoot+In 'tselfde lant van Pan vintmen een steen binnen inde gal van een vercken, die welcke houden in meerder weerden teghen alle fenijn ende cranckheden als den steen bezar; de Portugesen heeten die pedra do porco, dat is: vercken steen; werdt veel in MalaccaGa naar margenoot+ verhandelt. Zy is van coluer claer rootachtigh, ende bitter in't smaken, ende in't tasten als Fransche seep. Alsmen die wil gebruycken ende jemant te drincken gheeft, so werptmen die in een cop met water, ende latent also een weynigh staen, ende alsdan treckense weder uyt, soo salt water bitter wesen ende reynighen alle fenijn, datmen in't lijf heeft, als by experientie dickwils ghevonden is gheweest. Den steen bezar is hert als steen, maer van ghewichte licht. Ga naar margenoot+Men presumeert, dat dese steenen groeyen inde maegh vande bocken ende de galle vande verckens door virtuyt vande cruyderen, die dese dieren eeten inde weyden, daer zy gaen, ghelijck wy vande reynossero gheseyt hebben, aenghesien dat zy alleenlick op de bovenghenoemde plaetsen groeyen ende op andere plaetsen niet, daer dese beesten ooc zijn. | |
[pagina 171]
| |
Inde stadt van VltabadoGa naar voetnoot1), in't lant achter Goa, van Ballagatte, wort ghevonden een steen, die de Arabyers noemen hagerarminiGa naar voetnoot2),Ga naar margenoot+ ende vande Portugesen pedra Armenia, ende om datter oock veel ghevonden werden in Armenia, soo wordense in't ghemeen alsoo gheheeten; is blauw ende treckt wat naert claer groen. De Mooren besighen die veel inde purgatien ende teghen andere sieckten. Behalven dese voornoemde steenen soo zijn daer Ga naar margenoot+noch veel soorten van ghesteenten, soo eedele als teghen fenijn ende andere cranckheden, ende van veel proprieteyten ende virtuyten, ende om dat zy weynigh bekent ende vervoert worden, hebbe alleenlick mentie ghemaect vande ghene, diemen daghelijcks verhandelt ende overal vervoert werden en bekent zijn. ‖ |
|