Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Tweede stuk
(1956)–Jan Huyghen van Linschoten– Auteursrechtelijk beschermdDat 63. capittel.
| |
[pagina 116]
| |
sen. De wortel van dese boomen geeft een water, welcke riect als champhora. Het is verboden, datmense niet uyt en mach trecken, Ga naar margenoot+om die boomen niet te beschadighen. De caneel, die qualick gecureert is, is asverwigh, ende die te veel gecureert is swertachtich, maer die wel gecureert is rootachtigh. Ga naar margenoot+Men distileert ooc veel ende excellente water vande caneel, ter wyle datse noch half groen is, ende wert seer gebruyct in Indien ende ooc somtijts naer Portugael ende ander weghen ghevoert; is seer lieflijc om te drincken ende te riecken, maer is seer heet ende Ga naar margenoot+craghtigh. Wort ghebruyct tegen colique ende ander crancheden, die van coude geprocedeert zijn; is ooc goet teghen stinckende asemen ende quade reucke des monts. Men distileert ooc wateren vande bloesemen van desen boom, maer is so goet niet noch so geacht als vande selfde caneel. Die plaetsen, daer de caneel wast, zijn de meeste ende de beste Ga naar margenoot+in't eylandt van Seylon, alwaer gheheele bosschen vol af zijn; inde custe van Malabar wast ooc veel, ende heeft sommige caneel bosschen, maer is op de helft naer so goet niet, ende de boomen zijn oock cleynder, ende is inde bast ende schillen veel grover ende dicker ende van weynige virtuijt. Die van 't eylandt Seylon is de fijnste ende beste, want scheelt ooc wel drydubbelt inden prijs; Ga naar margenoot+die caneel vande Malabar wort ge ‖ naemt cannella de matoGa naar voetnoot2)Ga naar margenoot+ ofte wilde caneel, ende is verboden naer Portugael te voeren; niet tegenstaende wert veel in grooter abondantien gescheept, maer is op den naem van caneel van Seylon, waer mede passeert, om dat de coningh zijn volle tolle soude hebben, so veel vande quade als vande goede. Als die caneel van Seylon in Indien gelt het quintal tot 50. ende 60. perdouwen, so ghelt die wilde caneel maer 10. ofte 12. pardouwen, doch wort al gheregistreert in Indien voor Seylonsche caneel, ende moet betalen in Lisbon van tol aende coningh elc quintal 15. 16. milrees, so wel de quade als de goede, Ga naar margenoot+ende alle ander speceryen naer advenant; ende men mach in Indien niet ter werelt schepen, ja tot die slaven toe, oft het moet al in Cochijn geregistreert worden; ende somen in Portugael yet vondt, dat buyten die register comt, dat is verbuert voor de coningh. Daer wast ooc caneel inde eylanden van Iavas ende by Malacca, | |
[pagina 117]
| |
doch weynigh, en is so goet niet als die van Seylon. Die bomen,Ga naar margenoot+ daer men in Indien bernhout af maect, zijn sommige int branden ende ruec gelijc caneel hout. Annotatio D. Palud. |
|