Wat beteekende echter het krassen van die pen bij al wat reeds gebeurd en ons zoo overbekend was? - Letterlijk niets; het verwezenlijkte slechts voor het gevoel, wat het verstand reeds besefte: - dat wij een onherstelbaar verlies hadden geleden.
En het volle hart liep over en werd welsprekend, en met gedempte stemmen, maar met levendige woorden werd zijner herdacht. Wij spraken over zijne geleerdheid, zijne welwillendheid, zijne oorspronkelijkheid, zijne geestigheid; over den bezielenden invloed van zijn omgang, - alles kwam ter sprake, - zelfs de gebreken, die hem, zooals iederen sterveling, aankleefden, maar die bij hem opgewogen werden door gaven slechts aan enkelen geschonken.
Toen wij eindelijk scheidden, laat in den nacht, was het mij alsof wij een graf verlieten, waarop de hand der liefde verwelkende bloemen strooit en vergankelijke kransen nederlegt, - en waarheen men met trouwhartige gehechtheid telkens terugkeert, om ze te hernieuwen.
Het levende zaad heeft Bakhuizen zelf bij zijn leven gezaaid; - wie is er, die de vruchten er van niet kent?
Maar de zaaier zelf? - Hij is heengegaan. Zijne plaats is weer vervuld. Zijn graf is gesloten. De stroom des tijds kabbelt reeds aan den voet van zijn gedenkteeken - langzamerhand stijgt de alles overweldigende vloed, hij sleept ons mede en dompelt ons gaandeweg in onbekende graven, - hij klimt en klimt, en ook over Bakhuizens zerk zal hij vloeien, zonder echter in lange, lange jaren den naam uit te wisschen van hem, die zulk eene uitnemende plaats bekleedde in den tempel der wetenschap. Maar wij, kleine menschen, hebben rust noch macht steeds te blijven staren op zijn beeld. Het wroeten en zwoegen, de zorg, de afleiding van dit leven overweldigen ons. Wij worden verder en verder weggerukt van het verledene, tot eindelijk het beeld, dat ons heden zoo helder voor den geest staat, bleekschemerend in de verte verdwijnt, - of slechts voor enkele oogenblikken weder helderstralend verschijnt in het opflikkerende licht der herinnering.
Dit is het lot ons allen beschoren, over korter of langer tijd; ieder is het middelpunt van zijn eigen kleinen kring; maar als hij er uit verdwijnt, is de cirkel niet altijd verbroken; de krachtige geest werkt, als de steen in het water, lang nadat hij ter ruste gezonken is; - de kring breidt zich verder en verder uit en omvat veel en velerlei, en al ziet men eindelijk van zijn verwijderden omtrek het middelpunt niet meer, men weet toch aan welken krachtigen schok zijn voortduren te danken is, - en latere eeuwen blijven hem vereeren, dien zijn tijdgenooten zoo liefhadden.
Dit zij het lot ook van onzen Bakhuizen.