paar ‘dienders’ de wacht hadden, die, zoodra zij ons zagen, ‘plaats voor de heeren keurmeesters!’ riepen en de stokken zwaaiende, de jubelende menigte uiteendreven. Wij traden binnen door het breede hek, in eene soort van groote overdekte tent, aan de zijden open, waardoor men in den tuin kon zien, die ook met menschen- of beestenhokken, - ik kon niet onderscheiden welke, - bezet was.
Wij werden dadelijk omringd door de tentoonstellers der modelmenschen, waarbij men eene lange aanspraak hield aan den tolk onzer gevoelens, welke deze ook volgens zijne ingeving beantwoordde, en daarop werden we verzocht ‘ons dadelijk diligent te verklaren,’ en onze taak te vervullen.
Onder de aanspraken echter, waarnaar ik natuurlijkerwijze niet luisterde, had ik rondgekeken, en was wezenlijk getroffen door het vreemde en aangename tooneel. Rondom de tent, midden er door heen, in de hoeken, zag men hokken en perken met allerlei opschriften, waarin de model-menschen opgesloten waren, terwijl het publiek, waaronder zeer vele elegante dames, rondslenterde, hier en daar bleef staan, en de nieuwsgierige schoonen hier en daar een slaperig dier, - of mensch, - met het puntje harer parasols eventjes wakker maakten en kleine geveinsd verschrikte uitroepingen lieten hooren, als er op eens leven in het hok kwam.
‘Voorwaarts, mijne heeren!’ klonk eindelijk de stem van het hoofd onzer commissie, en onze zwarte rokken en blinkende laarzen volgden onderdanig.
Hok no. 1. De Model-Staats burger. (Ingezonden door den heer Van All.) Houdt van een goeden, degelijken burger-pot. Verlangt niets meer. Laat de truffels en patés de foiegras heel gaarne aan zijn meerderen over. Leest nooit iets anders dan de Haarlemsche Courant. Bemoeit zich nooit met de politiek. Gaat nooit naar de stembus, tenzij op verzoek zijner meerderen in de maatschappij, om op een hunner te stemmen. Heeft een afkeer van al wat op oppositie gelijkt. Vindt die rechtstreeksche verkiezingen eigenlijk gekheden! Zou liefst de leden der kamers door de ministers, - en vooral door den minister, - benoemd zien. Vindt het niet noodig ooit eenige belasting te verminderen, - integendeel, wenschte nog den tijd eener tweede vrijwillige leening te beleven! Zou gaarne alle spoorwegplannenmakers, die de Regeering lastig vallen, naar Cayenne zenden, - vooral als zij de heeren ministers om ‘audientie’ vragen! Houdt zelf van rust, en wil ook geen mensch lastig vallen. Is ‘door en door’ eerlijk; - heeft dat bewezen door den Minister van Financiën 7½ cents te weinig betaalde successie-rechten in een couvert te zenden. Heeft nooit iets gevraagd van eenigen minister ter wereld. Kent zijne bescheidene plaats in de maatschappij en zal daarom nooit iets vragen! Heeft maar ééne behoefte, en die is om het ministerie,