pend en verpest het huis met de nare lucht en andere koolen, die het sop niet waard zijn, worden dagelijks opgedischt. - Alleen de steenkolen, die ‘opgedaan’ worden, maken hierop eene uitzondering. De stokvisch wordt gebeukt en vermengt zijn geuren met die van de zuurkool. Goedkoop opgedane aardappelen blijken (bij nader inzien) heel duur en half verrot te zijn, en worden zuinig gebruikt en bewaard, tot ze alle tegen het voorjaar, de lange gevangenis moede, beginnen ‘uit te loopen.’ De mannen hebben overal gehoord, dat de oesters heel goedkoop en bijzonder lekker zijn, terwijl de vrouwen hetzelfde verzekeren van het varkensvleesch. Nu is het ook een noodlottige tijd voor vette varkens, die hun laatste uren in de bevrozene goten slijten voor de deuren van den
slachterswinkel, waar geen straatjongen voorbij kan, zonder het arme dier een borstel uit te plukken, - evenals eene douairière met grijs haar doet. Nu juichen de huismoeders in den naderenden ‘slachttijd,’ en dokters en apothekers hebben een rijken oogst te wachten van bedorvene magen, tengevolge van noodlottige geschenken, in den vorm van ‘schelharsten,’ ‘leverworst,’ ‘balkenbrei,’ en andere zware vergiften.
Nu worden er ‘speelpartijen’ aangelegd, waar men in allen ernst elkander geld afwint en den tijd doodt, en muziekavonden, waarop de harmonie in alles behalve de muziek te zoeken is, terwijl ook praatavonden aangelegd worden, waarop niemand iets te zeggen heeft. Nu wordt Scheveningen nog maar alleen meer bezocht door schelvisschen, en kabeljauwen ondernemen, in pijpenmanden, lange reizen naar het binnenland, omdat ze het in zee te koud hebben en naar een warm bad verlangen, waarbij zij zich echter, evenals soms menschelijke badgasten, deerlijk branden.
Nu beginnen de jagers vervelend te worden, met lange verhalen van al het wild, dat zij vermoord hebben, terwijl zij zorgvuldig zwijgen van de bokken die zij geschoten hebben. Nu ziet men groote ‘Klaasmannen’ in alle koekenbakkerswinkels voor de glazen staan, terwijl menige goede Klaas van een man zijne vrouw naar de modewinkels vergezelt; - nu verheugen zich al de kinderen op den naderenden ‘St. Niklaas,’ en letterbanket verschijnt in vette droomen voor jeugdige verbeeldingen. Nu ziet men 's avonds in huis het keteltje punch in de kamer komen, en de nuffigste dames laten zich een enkelen keer overhalen, om het eventjes te proeven. Nu zijn de wateren al bevrozen, en wijsneuzen voorspellen een harden winter, - die al de meikeverlarven in Gelderland en elders zal dooden, en veel beter voor het land is, dan zulk ‘mistig, somber, ongezond weder,’ - en de veldmuizen protesteeren hiertegen en sterven bij duizenden. Nu ziet men menschen met schaatsen in de hand loopen en met schaatsen aan de voeten op het ijs heenen weervliegen, - en als men zoo iemand in de volle vaart ziet, is men blijde, om zijnentwil, dat de aarde rond is, en hij niet aan