als gij dat wildet doen, en ‘geen mensch’ zal ook bekennen, dat hij de dupe van Klaas, of iemand anders geweest is.
‘Geen mensch,’ de verschrikkelijke schim, is ook de vertrouweling van bijna iedereen. Gij hebt een geheim met uw boezemvriend, die het aan ‘geen mensch’ meedeelt, - en toch weet het spoedig iedereen. ‘Geen mensch’ kan bedenken wie de verspreider is van het gerucht, dat uw goeden naam schandvlekt; ‘geen mensch’ hecht er het minste geloof aan, - en toch ontloopt u voortaan Iedereen. ‘Geen mensch’ zal u onder den arm nemen en u vertellen, dat ge op het punt staat van eene kolossale dwaasheid te begaan, - en dezelfde verrader zal den volgenden dag volstrekt niet kunnen begrijpen, dat gij ooit zóó gek hebt kunnen zijn! ‘Geen mensch’ ter wereld, zooals Iedereen zegt, heeft het recht zich met uw gewetenszaken te bemoeien en toch zult gij zeer vele vrienden missen, als iemand er achter komt, dat gij anders denkt dan Iedereen. ‘Geen mensch’ heeft van iets gehoord, dat het u van groot belang geweest ware te vernemen, totdat gij zelf en iedereen inziet, dat het te laat is, als men u nu daaromtrent inlichtingen geeft; ‘geen mensch’ heeft u willen misleiden; maar ‘geen mensch’ durfde u ook de waarheid bijtijds zeggen, - en als ge nu ongelukkig zijt hebt ge het aan ‘geen mensch,’ - dan u zelven te wijten.
‘Geen mensch’ maant u ooit tot matigheid aan, terwijl ‘geen mensch’ van den anderen kant u tot allerlei buitensporigheden aanspoort. ‘Geen mensch’ denkt er aan dagelijks fijne sigaren te rooken, hoort gij van den zuinigen vriend, die met den meesten smaak uwe manilla's oprookt, - en eene mindere soort zou versmaden. ‘Geen mensch’ zou een gulden willen geven aan den schurk, dien Niemand waagt met ledige handen weg te zenden, als hij hem door een ‘Iemand’ aanbevolen is; ‘geen mensch’ wil toestemmen, dat hij geld overheeft voor eene dwaasheid, en iedereen verspilt jaarlijks een zeker deel zijner inkomsten op erkende zotternijen.
En vooral op het punt der ‘mode’ is ‘geen mensch’ ontegenzeglijk eene groote en eerbiedwaardige autoriteit in den staat.
Het is mode in Den Haag om orthodox te zijn en ‘geen mensch’ waagt het liberaal te wezen; het is ‘mode’ zich aan het badhuis onder de groote wereld te vervelen, en ‘geen mensch,’ die niet volbloed épicier is, verstout zich daar pleizier te hebben; het is ton om gebroken Fransch te spreken, en ‘geen mensch’ durft aan zijne moedertaal de voorkeur te geven; het is voornaam 's zomers naar een fashionable badplaats te gaan, en ‘geen mensch,’ die zich niet schaamt als hij te huis moet blijven; de mode verguldt deze wijk van de stad en ‘geen mensch’ wil elders gaan wonen; de mode spreekt den banvloek uit over de andere, en ‘geen mensch’ laat er zich meer zien. - ‘Geen mensch’ en de Mode gaan hand in hand en regeeren Iedereen.
‘Geen mensch’ speelt ook in de politieke wereld eene groote