best de onbekende grootheid X, - terwijl, alle bij elkander, behoorlijk gerangschikt, onder strenge tucht, en met behendigheid gebruikt, overwinningen verschaffen, welke met die van een Alexander of een Napoleon vergeleken kunnen worden. - Met één woord, ik heb het meest mogelijk respect voor de letters - nu ik er aan denk, - en ik neem den hoed af voor de letters, en corps, en afzonderlijk, en leg de hand op het hart, en verklaar, dat de letters geen dankbaarder, onderdaniger dienaar in deze wereld hebben dan den ouden heer Smits.
Vooral sedert het begin van dit jaar! Vooral sedert mijn bedelbrief in deze courant geplaatst werd en bijna al de letters van het alphabet zich in zulk een beminnelijk daglicht vertoonden, als ik nooit te voren gezien had! Want sedert dien dag brachten de letters mij niet alleen leering en onderhouding te gelijk, - maar (betrekkelijk) groote macht en hulpbronnen aan, niet om bloedige overwinningen te bevechten, maar om een gelukkigen veldtocht tegen armoede en hongersnood, ziekte en gebrek te ondernemen. Mijn vrienden - ik vaardig dit éénig bulletin van het slagveld af - de overwinning is behaald! De troepen hebben veel meer dan gedacht werd tot de zege bijgedragen. Wij mogen nu met een dankbaar hart de vruchten van onzen arbeid aanschouwen.
Als veldheer zou het mij betamen, diegenen mijner bondgenooten, welke zich het meest onderscheiden hebben, aan te wijzen: als mensch ben ik buiten staat om zulks te doen! Van enkelen echter, of liever tot enkelen mijner medestrijders, moet ik een woordje in het bijzonder zeggen, - terwijl ik aan allen, ook uit naam der armen, om welker wil wij uitgetrokken zijn, onze hartelijkste dankzeggingen aanbied.
Vooral moet ik een ernstig woord richten tot N.N.! Mijnheer N.N. uw heldendaden op het slagveld der weldadigheid zijn weergaloos! Totnutoe is er nooit een noodkreet aangeheven, of N.N. vliegt te wapen. N.N. komt mij te gemoet in het Handelsblad, in de Haarlemmer, in de Rotterdammer, in de Arnhemmer, - waarheen ik den blik wend, zie ik N.N., rijk aan hulpmiddelen, mild aan gaven. En niet alleen wordt de roem van N.N., aldus terzelfder tijd met zijn feiten door de verschillende dagbladen verkondigd; - maar, o wonder der wonderen, N.N. schijnt de macht te bezitten van overal te gelijk (waar men hem maar noodig heeft) tegenwoordig te wezen. Ik vind zelfs in een en hetzelfde nommer van de Arnhemsche Courant, onder denzelfden datum eervolle melding van de hulptroepen door N.N. uit Hoorn en N.N. uit Nijmegen aangebracht, terwijl talrijke andere N.N.'s zich overal opdoen - en mij van alle kanten ondersteund hebben. Dit heet ik nu iemand voor den gek houden, - maar op eene zeer gepermitteerde wijze, - en het is dus met een vrij geweten en zonder te vreezen eenige jaloerschheid onder zijn overige