hier doen, wat ik wil. Begrepen? Je zal precies doen, wat ik zeg, net zoo precies....’
‘Als ies,’ klonk er een fijn stemmetje uit de klas.
‘Wie doet dat?’ riep de meester driftig.
Daar kreeg een meisje een hoogroode kleur, en stak den vinger op. Het was Dina.
't Gezicht van den meester vertrok eventjes, hij liep tusschen de banken door naar de ondeugende meid toe, en - - gaf haar een hand.
Toen de andere kinderen dat zagen, steeg er ineens een vroolijk gelach uit de heele klasse op. Gelukkig, de meester was niet boos meer.
‘Best hoor!’ zei de meester tot Dina. ‘Je hebt me weer in mijn humeur gebracht. Ja, ja, als een mensch driftig wordt, moest hij eigenlijk altijd dadelijk van één tot vijf-en-twintig gaan tellen. Eer hij dan aan twintig was, zou de drift al weer zijn gezakt. - En jij, Piet, jou moest ik eigenlijk in de gang zetten. Maar daar is het te koud. Daarom moest ik je maar een klas verlagen. Maar dan leer je niets. Weet je wat - ga maar naar je plaats. En hinder me niet weer - tenminste vandaag niet. Morgen mag je weer beginnen.’
Ja, de meester was weer heelemaal in zijn humeur, dat kon je wel hooren. En bij Piet was de lastigheid ook opgeruimd. En hij was verder gehoorzaam, net zoo precies, als....?