Kom, nu zou Mina 't er maar op wagen. ‘Mag ik tikken, of jij?’ vroeg ze aan Gerrit.
‘Dat kan me niet schelen. Net zooals je wilt.’
Dat vonden de kinderen nogal vriendelijk van Gerrit.
‘Goed,’ zei Mina, ‘hou vast dan je ei.’
Gerrit hield zijn roode vast. Mina tilde haar groentje een beetje in de hoogte. Maar op 't laatste oogenblik keerde ze zich om, en riep: ‘ik durf niet, ik durf niet.’
Een heele troep kinderen schaterden het uit. Maar sommigen riepen: ‘Hè meid, wat zeur je toch! Sla nu toch toe! Verlies je, nu, dan verlies je.’
‘Probeer dan eerst je andere eieren,’ zei Mina tegen Gerrit. ‘Voor dat roode ben ik zoo bang.’
Maar daar had Gerrit geen lust in. ‘Neen, dat doe ik niet.’
‘Nu, goed dan. Ik zal slaan. Of nee, sla jij maar.’
Mina verstopte het ei weer bijna heelemaal in haar rechterhand. Ze hoopte daarmee de schaal een beetje steviger te maken. Alle kinderen hielden de oogen strak op het groene puntje gericht. Gerrit hield zijn roode ei ook haast heelemaal verborgen. Nu gaf hij een flinken tik op Mina haar ei. Krak! Welk was het?
‘Hè, wat jammer!’ zuchtten de kinderen. Het mooie groentje was geknakt. En Gerrit zijn ei was nog heel. Ze waren met dien uitslag niets blij. Dat akelige roode ding hadden ze wel stuk willen trappen. Gerrit - de