V. Hebt ge iets voor uw kind over?
Maar dát is een krenkende vraag.
Zou een moeder, een Moeder, niets over hebben voor haar kind?
De vraag moge krenkend zijn, misplaatst is ze niet.
Er zijn toch moeders, die voor haar kind niet eens het zoogen over hebben. Dat bindt haar te veel. Dat maakt haar ook niet mooier. En dus nemen ze een min. Kan 't minder? Moeders, die niet eens de melk willen geven aan 't kind, dat door zijn komst die melk heeft doen vloeien, dat die melk voor zichzelf heeft bereid. Moeders alzoo, die het kind zijn rechtmatig eigendom onthouden.
Stel u eens voor, dat een Vader het kapitaal, dat zijn kind van een familielid geërfd heeft, niet ten bate van zijn kind beheert, maar verdonkeremaant.
Maar die Vader besteelt zijn kind immers en is strafbaar voor de Wet?
Juist. En de Moeder, die de voedselbron, door de nieuwgeborene geopend als zijn voedselbron, moedwillig verstopt? Besteelt zij haar kind wellicht niet? Alleen is zij niet strafbaar voor de Wet. Doch men kan kwalijk zeggen, dat zij voor haar kind iets over heeft, zij, die begint met den hulpelooze van zijn recht te berooven.