| |
| |
| |
Het tweede verhaal van de generaal en mij, en hoe de generaal ons de hand boven het hoofd hield en hoe we dáár weer onderuit kwamen
Alsjeblieft zeg. De generaal schoof de vitrage behoedzaam weg met z'n grote behaarde hand en loerde door het raam. Als ik me niet vergis besluipen zo'n stuk of veertien langzame groene Vietnamezen het grote witte huis. Net als in België. De oude keek me geagiteerd aan; snel liet ik mijn ogen over mijn tenue glijden, felrood hemd, smalle beige ribfluwelen pantalon, hélemaal de Chef Agitprop. Baas Jan stak z'n hoofd ook even om de deur en gromde in het zuidelijk. Toen ik een formulier in elkaar frommelde en precies tussen z'n ogen wierp verdween hij. Hoeveel bij elkaar? Er komt vast weer actie, avontuur, kans om je waar te maken, man te worden, het succes van vroeger dagen te evenaren. De generaal zou zich wel eens beter moeten leren beheersen hoor; het mondvocht druipt 'm in een glimmend straaltje over de kin, geen gezicht.
Een van onze jongens hing over een rode cocktail-fauteuil, skaileder, zo ziek als een hond. Een glas bier valt uit iemands handen, slaat met een scherpe tik tegen de grond; het vocht sijpelt weg, verdwijnt in vijandelijk gebied. Dwars over het biljart. Het gaat beginnen jongens! De radiokerel rukte verrukt zijn
| |
| |
koptelefoon af en zette een helm op met ingebouwde tele- en keelmikrofoon, maakte verbinding, organiseerde, codeerde, decodeerde, kijk hém. Even later: actie.
Er klinken heel echt en definitief vier verschrikkelijke droge echoënde schoten over het dak. Een historisch moment, de hervatting van de oorlogshandelingen in dit gebied. Fluitend (The White Cliffs Of Dover, It's A Long Way To Tipperary en Old Soldiers Never Die, het vierde nummer uit de selectie kon ik door het geweld niet meer zo goed verstaan, zal wel Erika zijn geweest, of Lili Marleen) trok Baas Jan zijn roomkleurige trenchcoat aan, zette zijn slappe breedgerande hoed op en verdween, de stengun in de hand, sprekend in wolkjes, hélemaal in de wolken, de oude stripfiguur. Baas Jan kwam nog even terug, draaide een zware, stak het sjekkie achteloos, kwasi achteloos bungelend in een mondhoek, riep z'n assistent en speelde verder, achter gesloten deuren, de gek.
‘Kom eens kijken’, riep de generaal, ‘gauw’, zegge en schrijve één van de huurlingen buiten liep met z'n stomme poten bovenop een boobytrap; we zagen hem levensgroot en langzaam ontploffen, zijn rijtje handgranaten die als rijpe stalen vruchten aan z'n jekker hingen gingen knallend af; hij werd zacht uit elkaar gereten; met een dwaze korte spierkrampbeweging vatte hij voorgoed vlam en het vlees smolt van zijn gezicht, de voeten dansten.
| |
| |
Toen waren we wel helemaal door het dolle heen, begonnen in nogal close harmony de tune van de gooi- en smijtfilms te zingen: ‘comedy capers, comedy capers, with that frolicking rollicking good time! De generaal beschikte over een bijzonder goede bariton; toen wij allang uitgezongen waren begon hij nog eens aan het oude liedje Sound Off.
Hij was weer eens helemaal in zijn element, bleef de manschappen een halfuur lang inspecteren, stak een donderspeech af, gaf dagorders, bevorderde, degradeerde, introduceerde Vera Lynn op het primitieve toneel, op het laatst kwam ie helemaal in de showbusiness en de bommen begonnen in technicolor te ontploffen de honderden groene soldaten met bruine, verweerde gezichten en Amerikaanse grijnzen sprongen op om dekking te zoeken; het muurtje achter het podium begon te wankelen bedolf de musici en de generaal, helemaal de film White Christmas. Nou en toen begon het echte gedonder pas, de mitrailleurs en de telexen aan het ratelen, de geweren en mortieren aan het blaffen, de telefoon aan het rinkelen, helemaal de sfeer. Op dat moment begon iemand nadrukkelijk op de deur te kloppen, Billy verbood me open te doen, wat ik weer gezijk vond omdat ik toevallig heel precies wist wie er achter de deur stond; Billy zou best van gedachten veranderd zijn maar ik had haar eenmaal gezworen (hand + bijbel) te zullen zwijgen. We vonden haar later voor de deur liggen op de dikke bruine kokosmat met het
| |
| |
opschrift welkom.
Billy knapte helemaal af; verdwaasd liep hij naar de piano, maakte de klep open en sloeg een paar vreemde schrille accoorden aan met zijn vlakke rechterhand, toen draaide hij zich om; met de hand onder zijn kin lijkt hij op een emcee van een goedgemonteerde Amerikaanse tv-show dacht ik, haperend en erg onsamenhangend vertelde hij zijn verhaal, hortend en stotend, een erg stoned stem, met zijn hoofd in Mexico. ‘Zo koop je ze toch niet in de winkels.’
‘We gaan toch verder veel verder helemaal naar Zuid-Spanje!’ De popsingers dreunen uit het dashboard van de oude wagen die met open ramen door het stadje rijdt, armen uit de ramen, benen op het dashboard, langzaam driemaal rond de markt naar bekenden schreeuwen, een witte Chevrolet uit 1955 met zeegroene banken, defecte instrumenten en alles, de naald van de radio werkt niet meer, op de tast moeten we London zoeken, duiken een tunnel in, stoppen ergens voor niets, fotograferen. Sure. ‘Hoe vaak zeg ik je nog dat de mensen weer denken over oorlog?’ ‘Je bent goed lief gek en dat weet je,’ met alles reisden we in Spanje 800 mijl vlak langs de kust, tot vlakbij Murcia, tot vlakbij de hitte waar de zon trilt en je wegduikt in de schaduw; het koele lachende noorden met de mist wordt iets vaags uit de Edda. ‘'t Is me de eerste keer de moeite waard.’
Je ziet jezelf monsieur, jukeboxen met bovenop een soort kleine plastic televisie; na inworp van vijf
| |
| |
frank begint Jonny Halliday of Sheila of Elvis te zingen; op de televisie zie je dan zolang de plaat duurt een kleurenfilmpje, erg leuk voor de eerste keer, Boulevard Adolphe Max, in twee zaken, vlak tegenover elkaar, vlak bij de Place Rogier, zoek maar uit.
Give a man a lucky. Streelde m'n kin, trok aan m'n baard, wrong in de bar d'r knieën open, liet toe te strelen, liet me toe te kussen. De kelner kijkt, pas op. ‘Ik bijt je nog's flink in je oor als je ophoudt 't is niet 't is helemaal niet origineel maar ontzettend lekker warm, denk je aan de tijd, aan je huis, aan de aanschaf van de bromfiets, aan je warme meisjesbed, mag ik je tong hebben?’ ‘Ga mee duiken’ ‘Ga mee drinken.’
Kom maar op met je warme lichaam voor vanavond. Hoe leit dit kindeke. ‘Probeer me nou net niet te kussen zo erotisch ben je wel mijn jonge vriend het was een slecht voorbereid een stuntelig begin zo koud als je bent en je drukte me tegen de harde richel.’ Ik ken het late koude uur niet meer, straks als het licht wordt en de witte mist in de straten, de groene Volkswagens, de konijnen en eekhoorns die schichtig over de straten schieten, de honderdduizend happenings van de zon, de dansende nevelflarden, het carillon, het heeft zoiets kitscherigs als je er doorheen rijdt met een vol hoofd te moe om op te letten om langs de weg in het natte gras naar de paarden te kijken die wakker worden en moeizaam overeind
| |
| |
komen, je doet allang niet meer mee, kijkt niet meer zoals toen je vijftien was georganiseerd naar meeuwen op het ijs, loopt niet niet meer tot je heupen door de koude moerassen te waden op zoek naar plantjes en kicks (wist jij veel, je houdt niet van de natuur, vecht je door het riet heen, danst Grieks en Israëlisch jaren voor de sirtaki, zit in de vrieskou gebogen over een bevroren plantje, jaren later verlies je contact, als eerste, langzamerhand vallen de andere enthousiasten ook af, de natuur is niet gastvrij, de Biesbosch een uitdaging, jeugdbonden ben ik ontgroeid), je mist veel. All the best liep ze langzaam de groene steile trap af naar beneden, stoot je hoofd niet, durfde niet eens te groeten, verdween in de nog vroege avond, hoorde haar voetstappen, huil je omdat het niet gelukt is, het contact ontbreekt, de stad onherbergzaam, omdat je die keer toevallig een slechte dronk hebt en met een strak niet lachend gezicht een negatieve catharsis doormaakt, de schrikbeelden van de dood, de verdrinking, de vernedering, het afscheid door je hoofd spoken, sprakeloos zit je het uit te zweten, de oplossing komt 's ochtends vroeg, ben je weer voor een tijdje clean.
Met een paar man in de bar, zitten we bovenin rond een tafeltje gebogen, vrijen in het geniep, drinken weinig, maken koude opmerkingen, dansen in de gang beneden of buiten, creëren fluisterende confessies over de jeugd van vijf jaar terug lach maar voor de kranten, de pers trok z'n verroeste colt en
| |
| |
schoot zes keer zes keer mis. Haha.
‘Maar nu mijn jonge vrind, ik heb je weer, maar denk je nu op deze glimmende aprilavond niet weer eens terug aan toen aan vroeger toen je nog niet baardig werd niet in de komplotten betrokken raakte niet met je kop omhoog in een Frans kostuum langs de terrassen liep je bek niet opendeed toen ze nog Diana en Problems draaiden in het donker en toen de hei nog zo rook toen de ballen nog geraapt moesten worden de appeltjes gejat de school gespijbeld toen honderd kilometer noordelijker denk je nog wel's aan het ernstige bonkende zwijgen samen?’
Vandaag vijf jaar geleden liep ik verliefd te fluiten in Hilversum, zat de armen om de knieën gekneld in een gele vensterbank, geloofde helemaal in het geheim, fietste door de omgeving zonder iets te zeggen, bittere hardgroene ligusterblaadjes en de geur when crushed doen me de herinnering bevatten, potlood en grint, ik kom hier nog op terug, uitgebreid, apart, maak een smaak, heb een pest aan het middelbare.
Maar nu mijn kind is de tijd doorgedraaid, wandel je in orbit, maak de dienst uit, heb interlokaal telefonisch overleg met de ernstige redactie over de exploitatie oplage drukmethode omslag abonnementenwerving inhoud pakkende slogans.
‘Kom maar eens uit in een week het lukt je nooit.’
‘Laat ze d'r maar flink in stinken misschien zitten ze wel boven de ratten bedenk maar een ontsnappingsroute voor de volgende keer als er nog een volgende
| |
| |
keer is.’
Ze kijkt naar beneden vlak in m'n ogen in d'r schoot. De dag na het feest als er nog veel over is en de meeste mensen durven niet meer te komen dans je vermoeid in het donker met een fles aan de borst helemaal solo.
‘Gimme the beat man gimme the beat man gimme the kicks.’ Maak het maar met je leven in de crazy cutuptechnieken de methoden van de schilderkunst in het dagelijkse leven gelezen in een oud nummer van Nul je bent altijd iemand anders als je later de gesprekken hoort de nette cliënt in boekhandels confectiezaken de teenage entertainer op het strand met al die rollen schakel je vliegensvlug (fijn woord, vliegensvlug) bij iedereen over op een andere approach het lukt me wel. ‘Doe maar eens genieten.’ Durf je niet te lachen. Acht dagen op proef, helemaal gratis, geen consignatie.
‘Ben je klaar.’
Je lijkt Jacopetti wel op deze manier als je iedereen de generaal laat zijn en sommige jongens leent voor Billy de situaties nauwelijks verandert pas op voor de deputatie van de demonstranten die zich voor het gebouw neergezet heeft en haar eisen scandeert, de generaal maakt zich veel te kwaad om de loeiende nozems, zelfs met spandoeken kun je me niet overtuigen, je hele leven keer je terug in al m'n boeken, dit affe en al die onaffe, ik kan toch niet meer loslaten, wel soms?
| |
| |
Ik kon ze allemaal niet verstaan de krijgers, de betaalde huursoldaten. Het blijft dezelfde rommel met de fusillades, dat soort vlekken, denk maar niet dat je ze wegkrijgt. Zo'n kracht.
Als we alleen buiten het focus van de stad zijn in de polders in de gezonde stimulerende geur van de kruiden en je handen me waardig achten en we strelen onder de hemel helemaal opnieuw beginnen met het maken van de kosmos op microafstand bij uitstek een opgewonden feeling als je naderhand je rok gladstrijkt en tegen je wil ‘'t is mooi geweest jongen, houdoe’ pluk ik een busseltje munt voor je bloeiende blauwbloeiende onaanzienlijke pepermunt aqua mentha om fijn te wrijven en naar adem te snakken als de messcherpe geur je neus op hol brengt en over een half jaar kunnen we rijpe bramen plukken op een kleine afstand een kleine 200 meter van dit sluisje.
Aan de buitenkant van m'n verzinsels begon de generaal vrolijk te doen, vond zeker dat er te weinig aandacht aan hem besteed wordt, dacht zeker dat hij op de schaduwrijke porch van de een of andere planter zat met ginandtonic, met z'n rechterpink omhoog maakte hij wilde gebaren verhalen over charges beschreef de jungle de laatste bereden charges mr en mrs Winterchell en de beide gebloemde Engelse meisjes keken bewonderend en de generaal genóót van het jaar 1924. Wat een moment.
Soms ben je in Eindhoven gesitueerd, danst in het blauwe neonlicht waar je gestreepte nylon overhemd
| |
| |
op een vreemde manier oplicht, je bent jezelf, altijd, of je wilt of niet.
De generaal ging parmantig op de wankele gokkast naast de bar en de telefooncel zitten. De groene buitgemaakte radio spoot beatmuziek vermengd met dateline july the first en politieberichten de zaak in. De generaal kleedde zich tegenstribbelend en dronk nog wat, houten figuurtjes over een stafkaart schuivend. Je organiseert maar ouwe. Billy liep majestueus de trap af, gooide z'n gescheurde junglehoed in een hoek en veegde zijn voorhoofd af; hij wenkte naar de jonge blonde soldaat, samen begonnen ze in de zijkamer aan de routinebriefing.
Baas Jan kwam heel beteuterd binnen door de achterdeur; ze hadden z'n handige lichtgewicht machine-pistooltje afgepakt en voor een sequens een gruwelijke sequens voor de Italiaanse film gebruikt om z'n helper Leblanc lafhartig om het leven te brengen. Voorzichtig hebben we getracht Jan tot bedaren te brengen, klopten hem zachtjes op z'n schouders, streelden over z'n kalende bol, beloofden hem ten slotte een gloednieuwe helper om pils te halen en zo. Eindelijk kreeg de generaal me in de gaten, kwam bij me zitten, bood me een Frans cognacje aan en zo, knoopte een gezellig praatje aan, vroeg wie en wat ik was, prompt haalde ik m'n aanstelling uit mijn tas en begon met bundels papier te zwaaien. Hij geloofde het wel. De generaal begon nu wel heel erg vreemde dingen te doen nu hij me kende, hij haalde een mooie
| |
| |
lichtbruine sopraanblokfluit van het beroemde merk ‘Moeck’ uit zijn ransel (m'n maarschalksstaf grapte hij) en begon iets moeilijks uit de achttiende eeuw te vertolken. Nou kunnen ze voor mijn part met blokfluitmuziek m'n rug op maar na afloop haastte ik me toch te applaudisseren, dat hoort er nou eenmaal bij, vereist de beleefdheid en zo. De generaal boog dankend zijn hoofd en begon nog meer te vertellen over zichzelf. Hij had erg veel meegemaakt, je kon hem zien opleven toen hij met behulp van mijn rode balpen en een bierviltje een slag op een eilandje in de Pacific reconstrueerde en me demonstreerde hoe hij successievelijk 238 Jappen gedood had, ook meteen enkele bajonetstoot. Omdat ik gehoord had dat het merendeel van onze Atjehstrijders gestorven is aan een plotselinge beroerte toen een van hun respectievelijke kleinkinderen weigerde de heldendaden van zijn stokoude grootvader te geloven, dankte ik de generaal voor z'n boeiend betoog, de goeie man was zichtbaar verrukt. Hij wees nog op z'n verzameling lintjes maar daar had ik helemaal geen oog meer voor, het hele hoofdkwartier schudde, Billy en de jonge, blonde soldaat kwamen de zijkamer uitgerend, de bommen begonnen steeds sneller te vallen.
Het was bijna voorbij, voorafgegaan door trom- en mitrailleurgeroffel daalde de ambassadeur met z'n witte broek de trap af van het bovenzaaltje waar de vredesonderhandelingen steeds afbraken. De generaal bracht moeilijk het verplicht saluut. De ambassa- | |
| |
deur en de generaal vielen in elkaars armen. Uit de radio kwam een stuk Johannespassie (Bosch' Jongerenkoor). Met de tranen in mijn ogen keek ik toe hoe iedereen Billy en de generaal en de jonge blonde soldaat en de ambassadeur en Baas Jan en de manschappen en demonstranten elkaar kusten. Ik speldde een mooie grote koperen wing op mijn helrode overhemd en stapte nee schreed met de handen in de nek gevouwen het niemandsland in.
| |
| |
Een paar dagen geleden had ik 's avonds laat op de Parade een vrij lang en vrij grondig gesprek met een teenager, naar aanleiding van een gedempte uitroep ‘leve de anarchie’ bij de bekendmaking van de prijzen bij een beiaardwedstrijd waarbij een of andere beiaardier die Bourgeois heette het carillon van de Sint Jan bespeelde, een of andere typische teenager die ik wel van gezicht kende; er ontstond een uurlang gesprek waarin ik hem probeerde te overtuigen dat je er bar weinig aan hebt om urenlang met allerhande vriendjes met brullende hooggestuurde Puchjes voor de Sam te staan; hij zag dat ook wel in; er is niks anders te doen verklaarde hij de hele tijd; ik verweet hem allerlei dingen als conformiteit, a-creativiteit, het medeveroorzaken van allerhande nozemrellen; telkens als ik hem uitdaagde iets nuttigs te gaan doen erkende de knaap niet te weten wat; hij had er wel vaak over nagedacht, waarover kon ie zich niet meer herinneren, in elk geval vond hij dat er maar eens als een groep opgetreden moet worden, de vetkuiven in de pan gehakt, met z'n allen proberen een kampeerterrein binnen te komen; altijd de hele avond voor een bepaalde koffietent hangen zou er wel uitraken dacht hij; we zijn van plan een ander stuk trottoir te annexeren, ach, we noemen ons artistiekelingen want wij dragen allemaal spijkerbroeken met wijde pijpen weet je wel, en meisjes met lange haren, natuurlijk doen we niets artistieks, we wachten alleen maar tot er wat gebeurt; er moet wat gedaan worden hier,
| |
| |
zoiets als dat weekend met die rellen toen niemand de deur uit durfde te komen; erg nuttig was dat ook niet, zag ie wel in, maar ja, als ik maar in het buitenland zit; hier kan ik m'n kans niet krijgen; dit landje is te klein; ik ga daarom varen, Holland-Amerika-Lijn, gelukkig; lezen doe ik wel, John Knittel en Bomans, soms hoor, maar nou wil ik een nieuwe Puch hebben, met zo'n hoog stuur; we hebben nog over een boel dingen meer gepraat; ik geloof eerlijk gezegd nog niet zo in die jongens; de laatste dagen breng ik uren door op het strand temidden van deze jeugd, praat met iedereen, amuseer ze, luister naar Radio London uit talloze radiootjes; wat er met deze jeugd aan de hand is begrijp ik niet; dertien- en veertienjarigen liggen voluit te vrijen; in mijn tijd zeg ik dan altijd durfden we op zestien-, zeventienjarige leeftijd alleen nog maar aan meisjes te denken, als onze moeders toevallig niet keken; het is niet helemaal waar, maar ja.
Dat met die nozemrellen was wel een beangstigende toestand in dit zo uiterst rustige stadje; vriend en vijand bestaan uit twee groepen teenagers, gewoon op de toer van de kikkers en de bullen, alleen heten ze hier respectievelijk donskopjes, later op instigatie van de plaatselijke pers herdoopt in artistiekelingen; de plaatselijke pers heeft in dat opzicht altijd nog iets vermakelijks; alles wat lange, niet gevette haren en spijkerbroeken draagt is artistiek en happenings zijn negatief; bij de plaatsing van de gisteren weer eens
| |
| |
een keer gejatte Holle-Kiessculptuur in een plantsoen benadrukte ik tot vijf, zesmaal toe tegenover een journalist dat we met onze happenings iets Positiefs nastreefden; de man bleef hardnekkig vragen ‘maar waar zijn jullie nou tégen?’ we zijn nérgens tegen meneer; hou kun je nou iets afbreken als er niets is; als Provo een paar maanden eerder begonnen was hadden de nozemveldslagen in het centrum van deze stad vast ook happenings geheten; later verklaarde de journalist tegenover een vriend van me dat hij happenings per definitie negatief vond; ik kom over een paar bladzijden daar nog uitgebreid op terug; de andere partij nozems heten hier vetkuiven, tekenende naam, zwartleren jekkers, racebrommers, stuk voor stuk een paar jaar ouder dan de gemiddeld zestienjarige artistiekeling; de moeilijkheden waren al een paar dagen aan het broeien toen ik op een late zaterdagavond van een housewarming party bij Franck naar huis reed; de hele Visstraat stond vol mensen, een bijzonder vreemd verschijnsel om half een 's avonds; meestal is het hier nogal rustig; gelukkig stonden er een paar opgewonden bekenden in de buurt; ik geloofde Joop's verhaal eerst niet toen hij vertelde dat tientallen nozems slaags waren geraakt, dat messen, ploertendoders, fietskettingen en dergelijke als gewone handwapens gebruikt werden, er verschillende gewonden naar het ziekenhuis gebracht waren, een Volkswagenbusje vol agenten bijna omgegooid werd; toen andere omstanders dit verhaal
| |
| |
helemaal bevestigden was ik toch wel een beetje uit m'n evenwicht, en helemaal niets van gemerkt, ongelovig reed ik naar m'n bed toe.
De volgende dag bereikten me allerhande berichten die de verhalen bevestigden; tegen de avond ging ik samen met Pimmetje de stad in, fototoestel voor eventuele oorlogsverslaggeving paraat, en warempel, helemaal een burgeroorlogssfeer die we allemaal zo goed van het journaal kennen, honderden nozems op de been, grote groepen die zenuwachtig van de ene straat naar de andere rennen, snelle patrouilles op bromfietsen en in auto's van beide zijden, gehelmde politiepatrouilles, 's middags hadden de Ambonezen zich solidair verklaard met de artistiekelingen; er gingen geruchten dat de woonwagenbewoners met de vetkuiven mee zouden vechten; toen we onopvallend tussen de vetkuiven op de Markt stonden begon er beweging in de troep te komen; in de verte zagen we langs het politiebureau een grote groep dreigend langzaam lopende mensen aankomen, drie aan drie, vastberaden, net West Side Story, wel een mooi gezicht; achter ons vierhonderd opdringende vetkuiven; motoren en bromfietsen werden gestart; dat zijn de Ambonezen werd er gemompeld; iedereen maakte zich gereed om te vechten; Pimmetje stelde z'n toestel op de naderende divisie in; we zaten wel goed knijp tussen de twee partijen; toen de foto gemaakt was bleek dat de naderende groep ook uit vetkuiven bestond; we ademden even op maar toen we
| |
| |
terugliepen naar de artistiekelingen stonden er opeens twintig kuiven om ons heen; de enorme leider maakte ons vriendelijk maar dringend duidelijk liever niet meer te fotograferen; we bedankten voor het advies; de politie kwam weer eens langsrijden; opeens ging het gerucht dat de grote showdown vlak voor de Sam elk moment verwacht kon worden; we doken snel naar binnen; achter ons werd de deur gesloten; de donskopjes maakten zich uit de voeten naar de Visstraat; de hele Hoge Steenweg vulde zich met vetkuiven en aanhang die zich dreigend voor de Sam posteerden, en bleven staan, een halfuur lang; toen de twee partijen eindelijk aan de beide zijden van de brug waren opgesteld en er evenwicht ontstaan was besloten we uit veiligheidsoverwegingen naar huis te gaan; net toen we de brug over het kanaal naderden kwamen er uit de richting Taxandriaplein waar elke avond een ander beatorkest speelde (oorzaak van de rellen: rivaliteit van groep supporters) nog een groot aantal vetkuiven; we hebben maar een andere weg genomen, ons hart vasthoudend voor de artistiekelingen die nu ook van achteren aangevallen zouden worden.
Het werd zonder onze aanwezigheid ook wel goed herrie die avond; een stuk of tien man gearresteerd, overal kleine veldslagen, snel, hoogstens vier minuten, als de politie in aantocht is stappen vriend en vijand eensgezind op de brommers en naaien er gezamenlijk uit; voor de toeschouwers was het betrek- | |
| |
kelijk veilig; omstanders werden niet lastig gevallen; pas toen de politie op grote schaal met gummiknuppels begon op te treden vielen de grote klappen; de brave agenten slaan alles wat beweegt rücksichtslos weg; er zijn prachtige charges uitgevoerd op het Stationsplein; de volgende dag werd naar men vertelde een kompleet detachement zwaarbewapende rijkspolitie achter de hand gehouden; later werd het wat rustiger die week; iedereen was bang voor het weekend; er zouden afdelingen Ambonezen uit Zuid-Holland komen, stuk voor stuk opgeleid voor de guerillastrijd in de Republiek van de Zuid-Molukken; geen wonder dat de verwachtingen hoog gespannen waren; tot veldslagen kwam het niet meer; dreiging met inzet van het leger (niet officieel, maar de geruchten!) en de supersnelle berechting van verschillende raddraaiertjes dempten de spanning; gelukkig maar; voor een uurtje is het wel opwindend, in feite bizonder verontrustend.
Tot zover de oorlogsjournalistiek; er gebeuren leukere dingen; eigenlijk zou ik de diverse gesprekken wel willen vastleggen die in koffiehuizen en op terrassen plaatsvinden, lui in een rieten stoel; het is veel belangrijker, liever geen fictie, leve de kroniek; ik weet het heus wel, ik sla verdomd veel over, denk sneller dan ik typen kan, vandaar het karakter van deze teksten - de heldere gebeurtenissen, gedachten op elkaar gedrukt als een grof raster - en goed hoor, u ziet het maar, het is toch waar dat een schrijver - elke
| |
| |
schrijver (mits van nu [nou niet zeuren over tijdsgebondenheid. Kop dicht]) - de schrijver in feite de funktie heeft ambivalent op z'n vierkante meter te blijven staan, Verbatim Proceedings maken wat er rond en met je gebeurt, laat me m'n gang maar gaan - ik vermijd zoveel mogelijk het snotteren de gevaarlijke (voor anderen) situaties, enkele van mijn overtuigingen: ten eerste wil ik u en jou en iedereen bij deze verkondigen (desnoods bewijzen) dat romantiek nog steeds bestaat, dat ik erin geloof, dat het beginnen te leven (denken) vanuit een nieuwe of veranderrende sensibiliteit ongekende mogelijkheden biedt, het grootste deel van hen die mij voortdurend omringen is nog niet op het bijzondere snuggere idee gekomen, mist het derde oog, is verdomme ziende blind voor alle reusachtige opwindingen van dit leven, het verward supersnelle cutup jaar 1965, met annexaties flashbacks gemonteerd leven, ik kan het proberen te benoemen, feiten opschrijven, gedegen informatie geven over de geestesgesteldheid van mezelf op 14 mei of 24 januari van dit, verleden of volgend jaar, getuigenissen afleggen van gebeurtenissen, uitweiden over de stormachtige ontwikkelingen, over het georganiseerd image bouwen; dagelijks stapelen de vellen bewijsstukken en dossiers zich op: ik ben bang dat dit boek een sociologische waarde gaat krijgen; ik hoop dat jullie het kunnen waarderen al is het maar als een protocol, een casehistory (uitgewerkt) van dit leven in dit Den Bosch in dit jaar
| |
| |
van deze eeuw, niet zozeer voor de Koninklijke Bibliotheek maar voor ogenblikkelijk gebruik, ik zou deze woorden graag met schoolkrijt op alle stoepen schrijven; het regent te veel in dit land.
Ik ben niet slechter dan wie of wat dan ook: ik zal nu maar doorgaan ook; eerlijk gezegd weet ik niet meer waar ik het zoeken moet van de driften op divers gebied onder andere liefde onder andere de lust om bergen werk te verzetten onder andere m'n oude ideaal m'n leven te besteden met straat in straat uit huis aan huis aan te bellen het huis binnen te dringen en uitgebreid en asjeblieft ongestoord door 't inschenken van thee of koffie - het aanbieden van drank en dochters - alles te verkondigen wat ik op m'n kingsize hart heb, liefst met een sonoor schallende stem staande op tafel, het hoofd in de lampekap met franjes, een bord van karton op m'n buik ‘luister naar me want ik weet wat ik wil’, me snel laten vertroetelen (Vertroeteldonk) na afloop en verder de hort op te gaan naar het volgende huis m'n leven lang, bhikkuwise.
Helaas moeten we ons allebei maar behelpen, het zou toch tegenvallen, ik ben gauw schor en ontzettend verlegen tegenover mensen die ik niet of nauwelijks ken (bang in hun huis, hun lichaam binnen te dringen) ik schrijf langzamerhand wel neer wat ik weet wat ik wil waarom ik ademhaal weten dat er van alles op me wacht als ik achter de schrijfmachine vandaan ga de koffie is bijna klaar er wacht straks een
| |
| |
heel lief en warm meisje op me er zijn tientallen die me vanmiddag verwachten op het strand sinds kort zijn er mensen in Brussel die me geheel ongevraagd eens in de twee weken een krant opsturen, allerlei informatie over Nul en Celbeton en de happenings van Wout Vercammen in Antwerpen het festival in Comblain ik ben blij als ik iets krijg, een handvol chips, een pilsje, een dropje, een zoen, maar vooreerst sta ik niet op blijf ik lekker doorgaan met ratelen de zon schijnt nog net niet in m'n ogen ‘we gotta get out of this place’ op de radio daarnet zelfs Joan Baez geweldig je weet al half wie ik ben dat ik nog nooit een aflevering van Huckleberry Hound gemist heb het is mijn onstuitbare communicatiedrang m'n universele emoties die u onderhuids en multifocaal multiactief op verscheidene levels kunnen raken, er zal osmose optreden, ik conditioneer de boel, ik beveel een ander onderwerp, ik geloof eigenlijk niets meer, it's all over now, baby blue. Laat ik me maar bij gebeurtenissen houden, er is genoeg gebeurd, er gebeurt genoeg (alarmerende gedachte: wat gáát er nog veel gebeuren), ik onthou lang niet alles, van verschillende kanten wordt me zo eens frequent aangeraden een dagboek bij te gaan houden, onmogelijk, ik kan niet zo meteen alles op gaan schrijven, vaak zijn het niet eens gebeurtenissen maar atmosferen, een swingende dag, een reeks swingende dagen, je komt 's ochtends een bar binnen en daar zitten twee goeie vrindjes aan de bar, Beatlemuziek, met z'n drieën, de
| |
| |
sigaretten in de holle hand, onder een hoedje spelend, in het komplot, het genoeglijk zitten op terrasjes, het strand, in een boot, jammer dat de zomer zo kort duurt, opgewonden avondjes zoals laatst in Hedel, een paar van de vrienden waren op het idee gekomen een beatbandje op te richten en te gaan repeteren op de zolder van Frans, die toch een drumstel heeft staan, iedereen natuurlijk mee om te luisteren, toch nog ontzettend moeilijk een bepaald adres te vinden in een dorp waar je nooit geweest bent, de muziek die er gemaakt werd stelde eerlijk gezegd niet veel voor, Goof kwam weer zoals gewoonlijk in een prachtige spasmodische kick terecht, onophoudelijk ‘mama keep your big mouth shut’ schreeuwend, krijsend gierend, brullend, jas, das en overhemd uittrekkend, op het laatst viel hij bezweet en uitgeput op het bed neer, naderhand begon het allemaal overnieuw, plaatje van de Pretty Things draaien, twee gitaren als begeleiding er bovenop, daarbij begon Emiel op het drumstel te rammen, een ontzettend lawaai maar wel ontspannend, toen het later en rustiger werd schakelden we over op het draaien van Dylan en Donovan en het bekijken van een dik duur boek met cartoons van Steinberg, later reed ik met Goof en twee meisjes over de stikdonkere weg terug naar de stad, de rest bleef in Hedel slapen geloof ik.
Er gebeurden ook andere avonden, gisteren hebben we (Marijke, Pim en ik) op Pims kamer, alleen door één kaarsvlammetje verlicht, Mozart en Beethoven
| |
| |
op de achtergrond, Bastos in de mond, over alle dingen gepraat, zeer zacht en ernstig praten, een bijzondere atmosfeer, het begon met de organisatie van een grootse happening aanstaande zaterdag, plotseling ontvingen we alle mogelijke medewerking, van bedrijven en politie, gratis stencilpapier enzovoorts, daarop ontstond een gesprek over het hoe en waarom van happenings, we zijn er zo verdomd van overtuigd dat het een poëtische gebeurtenis moet zijn, op mijn voorstel eind september een happening te houden om vijf uur 's ochtends zondagsmorgens, met als spelers de stad (stil en grijs, geen verkeer, vogels die wakker worden, eventueel klokken), de optrekkende koude witte ochtendnevel, de opgaande zon (de bedoeling om met een aantal toeschouwers te gaan kijken naar alle gewone dingen, bloemen, woorden), de moeilijkheid is de mensen zo gek te krijgen 's ochtends vroeg op te staan en in de kou op straat te gaan zitten, we moeten die mensen helemaal niet ompraten, zulke missionarissen moeten we niet zijn, er zijn toch altijd wel tien mensen die bereid zijn mee te kijken, ‘die gaan toch wel uit zichzelf kijken’ zei Marijke, waarmee ze gelijk had, daarna schreef ze ‘dit is een bloemblad van Marijke’ op een vel papier waarop ze onder het gesprek een paar bloemen en tientallen malen het woord ‘bloem’ getekend had en plakte het papier met cellotape aan het plafond boven Pims bureau, ‘dit is toch óók een happening?’, ‘ik zou een film willen maken met z'n drieën’ zei ze even later,
| |
| |
nadenkend, ‘als ik veel geld verdien in de toekomst koop ik alle nodige spullen’ antwoordde ik, ‘wat voor film denk je te maken?’, ‘een film met geluid maar zonder menselijke stemmen, dat moet toch kunnen?’, ‘ja’ zei ik, ‘maar dan hoef ik voorlopig niks aan te schaffen, dan moeten we precies omgekeerd werken, inplaats van een illustrerend geluid, inplaats van een tekst plus illustratie moeten we de illustratie tekst maken, een kompleet scenario uitwerken en helemaal in beelden omzetten, dat is vreselijk moeilijk,’ ‘misschien dat ik een filmapparaat met korting kan krijgen, tweedehands of zo’ zei Marijke, ‘ik ga morgen naar Soestdijk, zal eens vragen,’ ‘Soestdijk?, dan ga je zeker ook naar de Lage Vuursche, vroeger kwam ik daar altijd, op de fiets, en dan midgetgolven en de bossen in,’ ‘ik hou niet van die bossen’ zei Marijke met gefronst voorhoofd, ‘er liggen allemaal papiertjes en bekers en er zijn een heleboel mensen die picknicken en zo, vroeger was het stil, toen was het veel mooier,’ ‘maar Marijke, vroeger was toch alleen maar mooier omdat het vroeger was?’
Marijke vroeg me wierook uit Amsterdam mee te nemen, heel licht geparfumeerd, ze had al echte kerkwierook, die is zo zwaar, ‘welke wierook moet ik voor mezelf kopen’ vroeg ik haar, ‘het moet net zo zijn dat de mensen die bij je binnenkomen niet hun neus optrekken, snuiven en triomfantelijk opmerken dat je wierook gebrand hebt, ze moeten bij het binnenkomen even bij de deur stil staan, om zich heen
| |
| |
kijken en dan glimlachen, niet realiserend dat ze wierook ruiken, misschien denken ze bij zo'n heel vage geur aan vroeger, aan de nachtmis of zo, in dat geval,’ zei Marijke, ‘moet je die hele dunne paarse staafjes kopen die in een plastic flesje zitten, die zijn heel fijn,’ ‘ik zal het doen.’
Daarna kwam ze met het idee om een jaar naar India te gaan, omdat we het over vakantie gehad hadden en Pim voorstelde de volgende zomer met een paar man naar het Spaanse binnenland te gaan, ‘nee’ zei ik, ‘op zo'n werkreis, wat het toch wordt, moet je niet in die hitte gaan zitten, ik voel veel voor de ruige zuidwesthoek van Ierland, waar de mensen Keltische verhalen vertellen, of Skandinavië, ik droom van de Noordkaap, heel Europa achter je rug en voor je niets dan de pool, Frankrijk is ook mooi, maar dan in oktober als het regent en de kathedralen staan als forten in de storm,’ plotseling kwam Marijke met het voorstel om met een stuk of tien uitgezochte mensen naar India te vertrekken en daar een jaar te blijven, ‘dan moet je eind februari gaan’ zei ik, ‘de winter loopt op zijn eind en elke dag dat je verder lift gaat de zon meer schijnen, het wordt steeds warmer, na de Alpen doe je je winterjas uit, in Griekenland loop je in een trui en in Azië sta je in je hemd, heerlijk moet dat zijn, en dan de reis viermaal onderbreken en wachten tot we allemaal weer bij elkaar zijn, ervaringen uitwisselen en de groepjes van samenstelling veranderen, dan gaan we ergens in India wonen in een dorp,
| |
| |
we schilderen en schrijven, hopelijk krijgen we dan af en toe iets verkocht en geplaatst in Nederland, dan kunnen we weer een paar maanden leven, het is daar heel goedkoop, we dragen de kleren die de mensen daar maken, de meisjes koken en tekenen elke ochtend een rode stip op hun voorhoofd, als we dan terugkomen na een jaar zijn we helemaal van de westerse wereld vervreemd, doen aan Yoga, zijn boeddhist geworden, dan willen we steeds weer terug,’ ‘er komt toch niks van’ zei Pimmetje, ‘wat heb je eraan om erover te praten, we doen het toch niet,’ ‘nee Pim, natuurlijk doen we het niet, het hoeft toch niet, als je erover praat en erover denkt heb je het toch meegemaakt,’ ‘voordat we weggaan moeten we eigenlijk een heel vreemd feest geven’ zei Marijke weer, ‘zoiets als dat prachtige feest in Le grand Meaulnes, in die boeken gebeurden dat soort dingen, neem nou Philip en de anderen, precies wat wij willen en zonder voorafgaand overleg,’ ‘het is vreemd Marijke, dat we precies dezelfde lievelingsboeken hebben, Le grand Meaulnes en Philip en de anderen en niet te vergeten Elias of het gevecht met de Nachtegalen, wat was dat een prachtig boek toentertijd, weet je wat Marijke, we laten jou twee weken los en dan gaan we je zoeken net zoals in P. en de a., ik in het noorden, Pim in het zuiden, of omgekeerd, ik kan me die gebeurtenissen zo helemaal voorstellen, het oude huis in Luxemburg, de ontmoeting met het Chinese meisje in Calais, de nacht in de boot in Kopenhagen waar
| |
| |
Philip gedichten leest en vooral het afscheid als het meisje zegt dat het tijd is dat ze weggaat en de jongen niet probeert haar tegen te houden, toen we daarover praatten wisten we allebei dat we het net zo beleefd hadden, we lijken teveel op elkaar, eigenlijk? Nadat ik de film en het boek Les amitiés particulières aan het kleine rijtje toegevoegd had begonnen we herinneringen op te halen aan de tijd dat we dertien, veertien waren, eigenlijk de fijnste tijd van je leven (je wilt dan met alle geweld twintig zijn, nu zouden we weer graag vanaf ons twaalfde jaar opnieuw beginnen, maar où sont les neiges d'antan, we zijn eigenlijk uiteindelijk veel te romantisch voor deze tijd), situaties, gebeurtenissen, gesprekken, tonelen uit die tijd kan ik me erg fragmentarisch voorstellen, het grootste deel van m'n herinneringen bestaat uit geuren, de geur van school (de verschillende geur van lagere en middelbare school), van nat wit beton, van bloeiende hei, van ligusterhagen, van de Loosdrechtse plassen, van onze grote tuin, van de hyacinthen beneden me toen ik in m'n raam van m'n kamer zat, handen om de knieën en St Louis Blues fluitend, kijkend naar de spelende kinderen, zoals ik nu op de grond zit met m'n hoofd tegen de rand van een bed, O, O, O, Totus Floreo, iam amore virginalis totus ardeo fluitend uit de Carmina van Orff, kijkend naar een lange kaarsvlam, handen om de knieën, glimlachend, volkomen tevreden, het was een zeer bijzondere atmosfeer, melancholiek, duizelig, ik vergeet het nooit
| |
| |
meer, later praatten we over experimenten met lsd mescaline, submersiontanks, Pim geloofde me niet en zei dat ze hem vroeger wel eens wijs gemaakt hadden dat je een glasplaat met een schaar kan knippen, onder water, ‘verdorie nog aan toe’ riep ik, ‘dat kan toch ook?, ik heb het altijd geloofd,’ Pim wilde er niet aan, ‘goed, ik zal het proberen,’ wasbak vol water, glas, schaar, op het moment dat ik de schaar in het water dompelde was m'n opkomende twijfel helemaal verdwenen, het móet kunnen, ik geloof erin, en warempel, het was alsof ik heel dik karton knipte, een mooie rechte hoek van het glas af, eigenlijk een klein wondertje, al kun je nu komen opdraven met bewijzen dat het water de trillingen dempt zodat het glas niet barsten kan, daar zijn we ook achter gekomen, toen we nog een tijdje over onze stemmen gepraat hadden en vastgesteld dat ik erg Hilversums-geaffecteerd praat als ik serieus ben, exxacct en de r tegen het Amerikaans, alleen niet vóor in de mond, meer in de keel, kom maar naar me luisteren, we zijn toen naar huis, naar bed gegaan, het was pas half tien, we waren doodmoe, werkelijk.
Zojuist keek ik uit het raam, het onweer is net afgelopen, er dreef een grijze wolk voorbij, helemaal de vorm van een doodshoofd (teken aan de hemel), maar daarachter al een strook hemelsblauwe lucht en sneeuwwitte wolken, ik kan straks weer naar buiten, hoewel het niet lang meer zal duren, gisteren zag ik in de polder honderden kieviten bij elkaar, klaar voor
| |
| |
de trek, de herfst is in aantocht, we hebben praktisch geen zomer gehad, de herfst is een actief jaargetijde. Daarom ook hebben we onze grote reeks happenings in deze herfst gepland, na maanden voorbereiding, het eind is zoek, ik weet nog maar één ding zeker, ik kom nu op dit ogenblik terug op de toestanden rond de Holle Kies, en wel chronologisch. In het voorjaar kreeg Pimmetje een stel boomstronken en zo ten geschenke, op voorwaarde dat hij zelf zou zorgen voor vervoer naar Den Bosch, de dingen lagen namelijk ergens in Vught, we zijn meermalen wezen kijken, een ervan was een bizonder gaaf en grillig exemplaar, die moesten we hebben, het vervoersprobleem werd opgelost door het ding in de grote witte Chevy van Franck te laden, toen heeft Pim er wekenlang aan gewerkt, zand uit de holtes verwijderen, schuren, bijvijlen, uithollen, meniën, verven, uiteindelijk was het een zwaar meterhoog geval geworden, spierwit met hier en daar rode, blauwe en gele druipdecoratie, slechts een ding was niet duidelijk: wat moest er mee gedaan worden, om het bij iemand op de kamer te zetten was onmogelijk, het nog naamloze geval zou onmiddellijk door de vloer zakken, dus besloten we het geval maar aan de gemeenschap, in casu de be-bevolking van de gemeente 's-Hertogenbosch te schenken, met de schenking een reeks van happenings onder de naam Victory South of Actie Surprise in te luiden, een naam werd gauw gevonden, Werkgroep Jeroen Bosch, toen de sculptuur helemaal gereed was
| |
| |
vonden we de beeldende naam Holle Kies ervoor uit, in stilte werd een datum voor de schenking vastgesteld, de Kies moest op een dinsdagavond 's avonds om half twaalf of daaromtrent in een openbaar plantsoen geplaatst worden, weer het vervoersprobleem, dit keer konden we niet over de wagen beschikken, we dachten met een kinderwagenonderstel wel een oplossing gevonden te hebben maar nee hoor, na twee straten knapten de wieltjes van de asjes af, daar stonden we, uiteindelijk hebben we het ding maar bovenop een damesfiets gezet en met z'n zessen in bedwang gehouden, een hele toestand, bij elke bocht moest het achterwiel opgetild worden en de hele fiets gedraaid, sturen kon niet, er waren bijzonder veel bochten, net toen we het ding in het plantsoen geplaatst hadden arriveerde de inderhaast gewaarschuwde pers, de volgende dag een mooi stukje in de krant, een dag later een foto, helaas hadden we ons in de gedeeltelijk door de krant gepubliceerde brief aan de burgemeester een beetje denigrerend uitgelaten over de Bosse teenagers, die zich dan ook heel behoorlijk in hun kruis gekeken voelden, overal ontstonden complotten om het beeld te roven, enkele dagen lang gebeurde er niets, toen vertrok ik voor een week naar het buitenland, na terugkomst bleek de Kies pote te zijn, een hele bedoening moet het geweest zijn, Pim kreeg een anoniem telefoontje dat de Kies 's avonds om half tien gestolen zou worden, vlak daarna vertelde iemand hem dat de Kies al weg was, toen
| |
| |
hij zich naar de plaats van de misdaad spoedde kwam hij op de Parade een groep teenagers tegen die met het beeld aan het sjouwen waren, een andere groep had het beeld boven op een urinoir gezet, wat deze jongens er mee wilden doen wisten ze zelf klaarblijkelijk nog niet, in elk geval kon Pim ze zover krijgen dat ze de Holle Kies weer netjes op z'n plaats terugzetten, twee dagen later was hij weer pleite, nu wat meer onvindbaar, op de dag dat ik weer terugkwam werden we getipt dat we maar eens in de Dieze moesten kijken, het beeld lag daar in een plas modder, teer en olie, helemaal zwart. Het was zaak een reddings- en rehabilitatiehappening op touw te zetten, de teenagers werden omgepraat, ze zouden allemaal mee komen helpen, omdat we de zaak niet helemaal vertrouwden (in verband met eventuele relletjes, voor- en tegenstanders, moord en doodslag) vroegen we de politie op die zaterdagmiddag een oogje in het zeil te houden, omdat er verder toch wat festiviteiten nodig waren vroegen we de coöperatieve zuivelfabriek om wat kartonnen bekers melk mede voor publicitaire redenen beschikbaar te stellen, ze waren wel medewerkend, de perschef vond het een prima idee, we kregen veertig halve liters melk van zuidelijke koeien los, de gemeentereiniging kwam op de plaats waar de sculptuur gestaan had een grote gele vuilnisbak neerzetten voor de lege kartonnetjes, ik maakte vlug een tekst (die ik deze week ook voor de happening Victory South nr. 111 zal gebruiken en uitdelen,
| |
| |
gestencild, oplage 1.000, gratis ter beschikking gesteld door een papiergroothandel) die later door de krant als niet van progressiviteit ontbloot gekenschetst werd, hier volgt ie dan:
op de hoogte zijn
ik sta hier om de dienst uit te maken/
onmiddellijk in dit gebeuren in te grijpen/
om je duidelijk te maken hoe & wat/
uitnodiging om mee te spelen/mee te demonstreren/join maar in/
doe maar mee/pak je aandeel met beide handen/
in een experiment voor een nieuw/een blinkend glinsterendnieuw monomedium de ‘happening victory south’/
het huidige aandeel in dit vriendelijke zuidelijke stadje/voor ieder ander mee te spelen met onze minderheid/hoe dan ook een pressiegroep geschreven met de frenetieke gongslag van de communicatie zonder verborgen verleiders of commercie/het komt er op aan te rennen/te zoeken/te vinden/te maken/te bouwen/een breekbaar glazen laboratorium te bouwen om te leren spreken/te leren schrijven/te leren liefhebben/te leren communiceren in de zich halsoverkop verspreidende onbenoembare gloednieuwe mentaliteit/ om je aan te passen bij een andere orde/een kosmos te annexeren en te karteren/je
| |
| |
bewustzijn te verruimen/een uitgebreider blikveld/nieuwe overstelpende emoties slingeren je plompverloren in de onontgonnen sahara's van je geest/een laatste/beslissende doorbraak naar de diepten van jezelf staat op het spel/laat de elektronica je regeren/hou tijd/hoe langer hoe autonomer en onverbiddelijker wonen in het nieuw babylon/nog duizenden universal soldiers vallen vandaag/demonstreer maar tegen de bom/tegen het gezag/provoceer je medemens/doe/stap met je open handen gewapend over een laatste drempel/vermanen helpt niet/tienduizenden haten nog/bloeddoorlopen ogen/chaos/we streven niet meer naar volmaaktheid/je kunt alleen maar met een zonnebril op naar de zon kijken/een poëzie-explosie/zonnevlammen/in 65 barst deze wereld uit de naden/in 70 ben je te groot voor je eigen huid/het einde van de middeleeuwen eindelijk in zicht/leef maar met een poëzie als magisch psychomentaal medium/happenings als communicatie/expressie als levensvorm/popmedium/poppoëzie die tot de hitparades doordringt/poppoëzie van Bob Dylan/poppoëzie van jezelf/experimenteer met je eigen expressie/beleef je kicks / psychokicks / lachkicks / liefdekicks/eindekicks/ feestkicks / strandkicks / zomerwinterlenteherfstkicks / soulkicks / jazzkicks / leefkicks / maak je eigen bewustzijnsverruiming/
de definitieve doodschop van de square/80.000 mensen annexeren we op dit moment/vestigen we hier het psychocentrum brabant/ on the go/een hele stad
| |
| |
ongeturnd/oude scholen exploderen geruisloos/een bescheiden beginnende stofwolk in de meierij/hier onzichtbaar gemaskerde getuigen/
het einde van de middeleeuwen is eindelijk in zicht/er zullen velen moeten vallen/breek baan/je bent een happening geworden/kijk kijk kijk maar met je ogen van kwikzilver/als je nog swingen kimt doe dan mee/geen spelregels/geen boete/kom maar in de high/vanaf hier/vanaf vandaag/begint de Victory South/dus: go man go/je bent onafhankelijk geworden.
Deze tekst werd door me uitgeschreeuwd vanuit de gele vuilnisbak, aan mijn voeten zeker honderdvijftig teenagers die even tevoren massaal met Puchs en zo het plantsoen op waren komen rijden, daarna deelden we tachtig gratis nummers van ons blad Krea uit, voor de goodwill, daarna probeerden we uit alle macht en met hulp van vele bereidwillige omstanders de kies uit de rotzooi te trekken, bijna 200 man hing over de brug, het verkeer was een half uur lang bijna gestremd, degenen die eerst het ding in de Dieze gemikt hadden, hielpen nu bereidwillig mee, het teer zat tot in hun haren, de touwen braken om de haverklap, het ding lazerde nog vier meter naar beneden toen ze hem bijna op de kant gehesen hadden, veertig uitverkoren toeschouwers morsten melk over hun kleren, grijnzend hing de politie over de brug mee te kijken, een enorme impact, de toeschouwers waren en masse in medewerkers veranderd, uiteindelijk
| |
| |
kwám de Holle Kies op z'n oude plaats terecht, gejoel, gejuich, twee dagen later hebben we hem met Dieze-water uit een van het ziekenhuis geleende emmer schoongespoeld en een beetje bijgeverfd, het plantsoen werd tot Kiesdistrict verheven, totdat enkele dagen geleden enkele misselijke elementen heel laat op het ongezonde idee kwamen om het ding nóg een keer in de Dieze te werpen, inmiddels was het beeld door de gemeente geaccepteerd, we kunnen nu geen moeite meer doen het weer te bergen, kunnen er trouwens met geen mogelijkheid bij, in een dag tijd dreef het zo'n veertig meter af, via Zuidwillemsvaart, Maas en Zeeuwse wateren zal de toestand over enkele jaren wel op de Lofoten aanspoelen, meegenomen door de Golfstroom, onze zegen met zich meedragend, soit. Dat accepteren had ook nog wat voetjes in de aarde, drie dagen na het opvissen en terugzetten kregen we een net briefje van de overheid waarin stond dat deze vorm van zelfwerkzaamheid niet erg op prijs gesteld werd, we welkom waren met initiatieven die op ‘normale’ wijze naar voren gebracht werden, en dat er opdracht gegeven was de Kies te verwijderen, ogenblikkelijk was de hele stad in rep en roer, de kies was een symbool van verbroedering en van de Free Enterprise, moest dus blijven staan, er werd een onderhoud met de locoburgemeester gearrangeerd, de teenagers wilden bij negatieve beschikking ogenblikkelijk in actie komen, het beeld in optocht door de stad dragen en voor het stadhuis depo- | |
| |
neren, bloemen leggen, sitdowndemonstraties beleggen op zaterdagmiddag, toen we het stadhuis binnenstapten zaten er veertig opgewonden jongelui op de sokkel van Jeroen Bosch, om de haverklap onze spreekkoren ‘v-i-k-t-o-r-ij, viktor-viktor-viktorij’ en ‘hiep-hiep-hiep, hypocrisie’ aanheffend, pas daarna zijn we ook overgegaan op de bekende toer van ‘wat zaait de boer? de boer zaait hennep’, tot bevreemding van de voorbijgangers,
toen we na een uitgebreid gesprek met het duimpje omhoog naar buiten traden viel de teleurstelling van de gezichten af te lezen, geen rellen, geen georganiseerd optreden tegen het gezag, even wachten jongens, in elk geval organiseren we over drie weken weer een happening, we hebben aanhang.
Op het ogenblik dat ik dit schrijf gaan de voorbereidingen voor de massale victory south nr. 111-happening het laatste stadium in, over drie dagen is het zover, bij wijze van experiment hebben we het eens consequent legaal gedaan, vergunning van de politie gekregen, omdat we een schutting nodig hadden hebben we een levensmiddelenbedrijf gevraagd er een ter beschildering beschikbaar te stellen, dat deden ze, daarbij delen ze nog een groot aantal chocoladerepen uit ook, die dingen heten hap, afkorting van happening, zodoende, de verf krijgen we van een verfzaak, een papiergroothandel gaf 1.000 vel stencilpapier voor mijn toespraak, de politie zorgt voor een hek om ons tegen de opdringende menigte
| |
| |
te beschermen, hopelijk versieren we nog een versterkersinstallatie (m'n stem draagt niet ver), dan kunnen we tijdens het eigenlijke schilderen de Carmina Burana draaien of iets dergelijks, het is alleen jammer dat het verkeer wel in de soep zal lopen, als ik hoor wie er allemaal komen, vanaf vier uur is alle gemotoriseerd verkeer rond de Markt volkomen gestremd, maar goed ook want (en hier citeer ik uitvoerig uit het zojuist aangekomen tweede nummer van Provo) elke auto produceert de volgende giftige uitlaatgassen: koolmonoxyde (blokkeert zuurstoftransport), mitreuze gassen (giftig voor bloedvormend apparaat en centraal zenuwstelsel) en alifaten (kankerverwekkend), de ruimte die elke wagen onnodig inneemt: slechts zeven procent van het totale verkeer (aantal zich voortbewegende personen) neemt ruim de helft van de beschikbare ruimte in beslag! (Noot van de schrijver: als een offer aan het verkeer wordt binnen enkele jaren het grootste gedeelte van de Bosse binnenstad gesloopt om het piepkleine centrum [het is nooit noodzakelijk langer dan vijf minuten te lopen] per auto te kunnen bereiken, hiervoor worden voor een ontzaglijke waarde historische gebouwen tegen de vlakte gesmeten, na enkele jaren zal dan uiteindelijk het Bosse centrum toch verboden gebied voor gemotoriseerd vervoer worden, we zitten dan met brede straten en zo, leve de witte fiets, de witte fiets kan gebruikt worden door wie hem nodig heeft en moet onbeheerd weer achtergelaten worden,
| |
| |
er zullen meerdere witte fietsen komen tot ieder van het witte vervoer gebruik kan maken en het autogevaar geweken is, de witte fiets symboliseert eenvoud en hygiëne tegenover de protserigheid en vuilheid van de autoritaire auto) tenslotte stelt Provo: de regering van deze indolente massa waartussen wij gedoemd zijn te leven interesseert het geen barst of wij hier dagelijks kreperen van de stinkende benzine en oliedampen[...] maar tegen de verstikkende uitlaatgassen, waar je niet eens high van wordt, doen ze niets, het ondiep ademen is al levensgevaarlijk, m'n longen zijn er zwart en vies van, ik hou er mee op, ik zie het zaterdag wel, Pim belt net op, een verfhandel heeft 16 kilo verf gegeven, leve de ultracommerciële happenings. Al die eenzijdige berichtgeving van de pers over het maandblad voor anarchisten, provo's, pleiners, opruiers, bajesklanten, magiërs, pacifisten, analfabeten, happeners, syndicalisten, pyromanen, klazen, co-assistenten, verschrikkelijke sneeuwmannen, raddraaiers, bvd-ers en ander rapalje is eigenlijk ook wel wat vervelend, de jongens van de pers noemen elke rel een ‘happening’ (Vinkenoog: ‘je moet niet denken dat happenings door x-de rangs verslaggevers verstaan kunnen worden’) en kennen godbeter het verschil niet tussen een Provo en een provo, tegen de tijd dat dit boek verschijnt zal deze kwestie wel historie zijn, toe nou.
Pasgeleden werd het me weer duidelijk in contact met diverse jonge teenagers, ze zoeken opwinding,
| |
| |
wachten op rellen, begrijpen niet precies wat de reden is, elke uitlating wordt vertekend doorgegeven, geassimileerd, ik begin me langzamerhand een tekenfilmfiguur te voelen, verplicht deze kinderen voor de toekomst, gelukkig bereiken me af en toe (zelden) berichten over mensen die in m'n straatje denken, soulbrothers, hoogstens tien man hier in deze stad die exact aanvoelen wat we van plan zijn, de jongens van Provo (in aanleg, de publiciteit heeft erg veel kwaad gedaan), enkele baasjes in Eindhoven, Vinkenoog (het boek Liefde helemaal), de laatste zond me onlangs een ik meen fotokopie van The moving times, een krantepaginaformaat aanplaktijdschrift onder redactie van Trocchi, wat we willen staat hier in het Engels gedrukt: ‘Art can have no existential significance for a civilization which draws a line between life and art and collect artifacts like ancestral bones for reverence. Art must inform the living, we envisage a situation imaginatively and passionately constructed to inspire each individual to respond creatively, to bring to whatever act a creative comportment.’ ‘...the cultural revolt must seize the grids of expression and the powerhouse of the mind. Intelligence must become self-conscious, realise its own power, and, on a global scale, transcending functions that are no longer appropriate, dare to exercise it. History will not overthrow national governments; it will outflank them. The cultural revolt is the necessary underpinning, the passionate sub-structure of a new order
| |
| |
of things.’ ‘However imperfect, fragmentary, and inarticulate this new force may presently appear, it is now in the process of becoming conscious of itself in the sense that its individual imponents are beginning to recognize their involvement and consciously to concern themselves with the technical problems of mutual recognition and, ultimately, of concerned action...’ ‘from now on, you are invited to take part in a continuous international concordium concerning the future of things,’ vandaar onze acties, onvolkomen als ze zijn, we moeten van de experimenten leren, er ligt een enorm terrein braak, de vraag is niet: ‘wat voor geks gaan we bedenken,’ maar: ‘waar, aan welke kant en waarmee moeten we in 's hemelsnaam beginnen?’ er is geen twijfel mogelijk, schreef een verslaggever bij een vorige gebeurtenis, hier was een profeet van de nieuwe orde aan het woord, laat het zo zijn, ik heb lange adem. Een half jaar geleden was ik er nog van overtuigd het doel te kunnen bereiken met een gestencild blaadje, bij voorbeeld in een essay over de nieuwe poëzie, waarin welig zinsneden voorkwamen als (ik blijf een tijdje aan het citeren, laat me nou, ik wil overvloedig illustratiemateriaal bieden): In plaats van privégevoelens te bezingen, in plaats van op een onbereikbaar hoog voetstuk te staan is het de taak van de dichter, gebruikmakend van de precieze, vlijmscherpe lancetten van de taal de zenuwen bloot te leggen van het menselijk communicatiecentrum, de nieuw aangeboorde
| |
| |
randgebieden van het gevoel in zijn werk te analyseren en te exploreren.(...) Het is nu zover dat de nieuwe poëzie van het papier loskomt, dat de veelgevraagde nieuwe spelregels zich laten opstellen, dat zonder de ballast van al te persoonlijke emoties de poëzie gekoppeld wordt aan de flexibele overgangstijd van de avantgarde van gisteren (de mens beschikt immers over een uitgebreid arsenaal van gedateerde en meestal verouderde sentimenten), naar die van vandaag. Het creatieve moment wordt de lezer toegeschoven. (Noot: ik weet het, k.v.n., j.b., dank je.) Door een meer gearticuleerde communicatie worden nieuwe gevoelscentra gevoed, geprikkeld en aangeboord, de taal haar oorspronkelijke authenticiteit teruggegeven, de van de huidige realiteit steeds meer geïsoleerd rakende mens (gevolg: conflicten en aanpassingsmoeilijkheden) de mogelijkheid verstrekt met meer dan vijf zintuigen met eigen en universelere ervaringen te communiceren en deze te coördineren en wordt hij in staat gesteld deze in zijn nieuwe werkelijkheid anno 1965 te integreren', schreef ik, nauwelijks negentien en de wijsheid levenslang in pacht, er is wat veranderd, het fundament is ermee gelegd, op het ogenblik voel ik er meer voor de straat op te gaan en iedereen direct in het kruis te tasten, de situatie dwingt me, ik beveel niets, beveel alleen maar aan. Dit boek dat op dit moment op z'n eind loopt (als ik ik het af heb beleef ik mijn eerste werkelijke einde-kick) probeert het wel te zeggen, hopelijk steken
| |
| |
jullie er wat van op, als document, het was de bedoeling de laatste dertig bladzijden te besteden aan een verslag van een korte liefde, ik doe het niet, ook dat in het volgende boek, een verhalenbundel, vergeef me de reklame, ik hoop heel lang bij u te blijven, in het volgende boek dus, titel nog onbekend, een stuk of acht verhalen, waarvan hoogstens de helft autobiografisch, het past allemaal in mijn vijfjarenplan, wees m'n handlanger, wil je?
Er zijn nog talloze onderwerpen waar over te praten, te denken, te schrijven valt, lees het oude affiche van Open het Graf maar, 310 sleutelwoorden, neem er maar een paar (iedereen-kanker-Rotterdam-geboorte-masturbatie-bestialiteit-bustehouders-
maagdelijkheid-cybernetica-opiumwet-sprookjes-angst-art. 461 W.v.S.-Zen-Unilever-
homicide(manslag)-Marx (Brothers)-e.e. cummings-mom dad-100 gamma lsd25-foutre-33-the U.S. Marines-go-avantgarde-science (wetenschap)-6.000.000 joden-schoonheid-situationisme-orgasme-niets-massa-logica-Antonin Artaud-anarchisme-Amsterdam) er blijven nog 275 over, plus de vele voor de hand liggende anderen, je hebt maar twee handen, doe er wat mee.
Nog een laatste noot van Peter Ha: wat Marijke me een paar weken, vandaag of volgend jaar me leerde (toen ook die geschiedenis afliep) een halfuur voor middernacht in een café: op zangerige toon leerde ze me zachtjes en ernstig dat zij slechts de indirecte verantwoordelijkheid had, en dat een schrijver die op
| |
| |
papier liegen mag en zijn personages naar hartelust creëren kan, in het dagelijks leven gewoon to the point zou moeten zijn, wat niet altijd (bijna nooit) lukt, vandaar de gewone moeilijkheden en Marijke je hebt gelijk, er is (gegronde) reden tot bezorgdheid en tot (gematigd) optimisme, er is stelling genomen, ik sta met de rug tegen de muur, glimlachend.
tot de volgende keer
's-Hertogenbosch februari-augustus 1965
|
|