De generalenrepetitie
(1966)–Peter H. van Lieshout– Auteursrechtelijk beschermdPeter H. van Lieshout, De generalenrepetitie. Querido, Amsterdam 1966
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van De generalenrepetitie van Peter H. van Lieshout uit 1966.
redactionele ingrepen
p. 7: de kop ‘De generalenrepetitie’ is tussen vierkante haken toegevoegd.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (binnenkant voorplat, 6, binnenkant achterplat) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[ voorplat]
Peter H. van Lieshout
De generalenrepetitie
Reuzensalamander
[pagina 1]
De generalenrepetitie
[pagina 2]
Reuzensalamander 50
[pagina 3]
Peter H. van Lieshout
De generalenrepetitie
Protocol
Amsterdam
Em. Querido's Uitgeverij N.V.
1966
[pagina 4]
Copyright 1966 by Em. Querido's Uitgeverij N.V., Amsterdam. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from the publisher.
[ achterplat]
Peter H. van Lieshout is twintig jaar oud. Zelfs als debutant is hij dus nog heel jong. Over De generalenrepetitie schrijft Van Lieshout zelf: ‘In plaats van de bekende wijs “O, o, o, wat heb ik het moeilijk” te kreunen heb ik getracht de gebeurtenissen op een afstand te houden, net even de relativering achteraf opgebracht om het beklemmende serieuze van de “bekentenislitteratuur” te vermijden.’ En: ‘Mijn roman De generalenrepetitie is te beschouwen als de neerslag van zo maar een jaar in een doodgewone kleine stad (toevallig was dat 's-Hertogenbosch). De vlag “roman” dekt de lading niet helemaal. Een min of meer homogeen mengsel van dagboek, fictie, reportage, handleiding, memoires, anekdoten, kronieken, case-history protocol, experiment en roman in de vorm van een tweemaal onderbroken lange monoloog.
De twee onderbrekingen worden gevormd door twee fragmenten “experimenteler” proza, meer staccato geschreven, in tegenstelling tot de rest van het boek volkomen irreëel, vol met verschoven, gepolariseerde brokken werkelijkheid, flarden van gesprekken, die bij elkaar de indruk geven van een vreemde oorlogs-reportage, een hallucinaire berichtgeving uit een fictieve conflictsfeer, zonder dat er expliciete mededelingen over de aard van de oorlog of de locatie ervan gegeven worden. Gebeurtenissen, die in de rest van het boek op een nuchtere, relativerende manier verwerkt worden, keren hier in een heel andere vorm terug, als angstaanjagende wrijvingspunten in een oorlog, waar van alle medespelers generalen zijn, bevel geven tot veroveren en prijsgeven van zichzelf. Hier is ook de “modieuze” techniek van collage en cut-up toegepast. De rest van het boek (het overgrote deel trouwens) heeft een heel ander, ironisch karakter. Beschrijvingen van het tot standkomen van nozemrellen, gestencilde litteraire blaadjes en happenings, verslagen van korte liftreizen door België, gewone gebeurtenissen, feesten, gesprekken, verliefdheden, interesses, meningen, kritiek, wisselen elkaar op een (hoop ik) aangename manier af.’
50/790/66
Omslag: Gérard van den Eerenbeemt
Foto: Jan Vegter