Anansi. De spin weeft zich een web om de wereld
(1984)–Noni Lichtveld– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 56]
| |
1e beeld: huisje van Anansi en Akoeba.[Anansi]
(Anansi ligt in zijn hangmat):
O - o, lekker zacht bedje van me, wat houd ik toch van jou... Mijn billen willen heel hun leven in je plooien rusten, en nooit meer die lawaaierige straat op... [Akoeba]
(Akoeba kijkt doot het raam naar binnen):
Anansi! Anansi kom, kom vlug! De sinaasappels moeten geteld en de komkommers op de kar gebonden. We moeten naar de markt, de kinderen zijn al klaar...
(Ze verdwijnt.)
[Anansi]
Wat wil dat mens nou weer? Ik voel me niet bij kracht om zoveel werk te doen. [alle kinderen.]
(Kinderen komen binnen):
P'Anansi, kom! De kistjes zijn te zwaar voor Ma, zegt ze. Ze moet geholpen... [Anansi]
(Anansi kreunt):
Oooooe... Dan tillen jullie alle kistjes om de beurt naar boven. [alle kinderen.]
Maar één zo'n kistje is al veel te zwaar, Pa. Die kistjes krijgen wij niet van de grond. Kom vlug... [Anansi]
Dan maak je alle kistjes om de beurt eerst leeg, je zet de lege kistjes op de kar, en dan weer vol. [alle kinderen.]
Ja - ja... dat kan. Dat is goed, Pa. Dat zullen we doen.
(Ze gaan weg.)
[Anansi]
Ziezo, dat geeft me even tijd om nog een klein beetje te slapen.
(Hij draait zich om en snurkt.)
[Akoeba]
(Akoeba komt binnen):
Anansi! Jij luie snurker!
(Ze schudt aan de hangmat.)
Vooruit, sta op! Dat is toch geen manier, om al het werk te laten doen door kleine kinderen...
[Anansi]
Akoeba, jij kunt toch ook wat doen? [Akoeba]
Wat! Denk jij dat ik niks doe... Er is maar ééntje hier in huis, die weer de hele dag de luilak uithangt! [Anansi]
M'Akoeba, laat me even. Ik moet straks naar de stad, ik heb een drukke afspraak... [Akoeba]
Dus je komt niet? Dan moet je het zelf maar weten. Maar wie niet werkt, krijgt ook geen avondeten! [Anansi]
Laat me nog eventjes, Akoeba. Ik moet heel erg goed uitgerust zijn straks. Ik heb belangrijk werk te doen, dan breng ik heel veel centjes voor je mee... [Akoeba]
Je zal wel weer iets stapelgeks van plan zijn. Maar ik verzeker je: als je geen centjes brengt, dan bak ik billekoek voor jou, vanavond.
(Ze gaat weg.)
[Anansi]
Zo, dat is mooi gelukt... voorlopig. Nu kan ik rustig nadenken... wat ik daaraan | |
[pagina 57]
| |
zal doen. Het moet toch mogelijk zijn om heel veel geld te krijgen... met niet veel werk? Ik zie het voor me... Ja! Zo moet het zeker lukken...
(Hij springt uit bed en opent de klerenkist; de kledingstukken vliegen het rond. Hij vindt een sjieke zwarte jas.)
Daar heb ik je te pakken, mooi kledingstukje..! Je hebt me in de val gelokt toen ik voor bruidegom moest spelen, maar nu... Nu gaan we samen anderen te pakken nemen!
| |
2e beeld: kliniek van Anansi in de stad. Een groot bord: A. Nanzi geneesheer-dokter.[Anansi]
(Anansi zit in zijn zwarte jas te schrijven en doet gewichtig):
Kom, kom-kom! Komt u binnen, volgende patiënt... Arakete
(Arakete is een kip):
Ke-ke-ke KEa ke-ke... O dokter, ik heb zo'n last van mijn ke-ke-ke... [Anansi]
Ja, keelpijn zeker, ik zie het al. Hoe is je naam? Arakete
Ik-heet Ik-heet: Ara-ke-ke-ke... [Anansi]
Keelpijn ja, dat heb ik al gezien. Hoe heet je? Arakete
Ik-heet, 'k heet... 'k heet... [Anansi]
Keetje..? Of Kitty? Arakete
Ara-kete... [Anansi]
(Anansi schrijft):
A. Rakete. Arakete
Ik heb zo'n last met mijn ke-ke-ke... [Anansi]
Keelpijn ja, ja. Je krijgt een drankje van mij. Goed spoelen na het ontbijt, en vóór het avondeten. En om twaalf uur's middags een flinke slok. Dat is dan twaalf gulden. Arakete
(Arakete schudt haar kop):
Ik heb, - ‘kheb,’ khe... [Anansi]
Heb je geen geld? Arakete
(Arakete schudt nog harder):
'K heb, heb ik-nee ik heb geen... [Anansi]
(Anansi verscheurt het recept):
Nou, dat komt niet te pas. Als je geen centjes meebrengt, krijg je ook geen avondeten - ik bedoel: behandeling. [Arakete]
(Arakete opgewonden):
Ke-ke-ke! Ik heb het, ik heb! (ze gooit) een handvol munten op Anansi's bureau.) [Anansi]
En je zegt: ik heb geen..! Arakete
Geen keelpijn heb ik, - ik heb ke-ke-ke... Kindertjes met buikpijn thuis, daar kom ik voor... [Anansi]
Voor wie? Arakete
Voor mijin ke-ke-ke... kuikentjes! [Anansi]
O-oow-zeg dat dan!
(Hij pakt de snippers van het recept bij elkaar en geeft ze aan Arakete.)
Arakete
Zo veel ke-ke-ke kleine stukjes? [Anansi]
Voor ieder kindje één. Jij hebt me toch ook allemaal centjes gegeven? Maar goed: je kunt een heel blad krijgen; dan gééf je mij ook nog wat blad. Arakete
(Arakete betaalt met een bankpapier):
En dat ke-ke-leine geld? | |
[pagina 58]
| |
[Anansi]
Dat is ook goed, jij kunt die stukjes houden. (Hij veegt al het geld bij elkaar en stopt het in zijn zak.) Volgende patiënt... Arakete
Ke-ke... wel bedankt, meneer de dokter.
(Ze gaat weg.)
| |
3e beeld: huisjes van Anansi en Akoeba. Anansi ligt in zijn hangmat te ronken.[Akoeba]
(Akoeba komt binnen):
Anansi, luilak! Is dat wat jij hard werken noemt? Je zei dat je vroeg op moest staan...
(Ze schudt de hangmai.)
Vóóruit, schiet op!
[Anansi]
(Anansi kreunt):
Ooooe... Het is nog [Akoeba]
Kwart over twaalf! Omdat je gisteren voor geld gezorgd hebt, ben je vandaag al uitgeput?
(Ze schudt nog harder.)
[Anansi]
Zo uitgeput. Mijn oogleden zijn honderd kilo zwaar. Au-au, hou op met schudden, lieve Akoeba... Ik ben zo ziek... ik kan je niet eens zien! [Akoeba]
Jij mij niet zien? Nou, ik zie jou heel goed! Een grote luie vent, die niet zijn | |
[pagina 59]
| |
bed uit wil en die zich aanstelt of hij duizend kwalen heeft..! [Anansi]
Echt waar lief vrouwtje van me. Dat werk heef mijin gezondheid overuitgeput... Ik moet een krachtig soepje eten. [Akoeba]
Je moet, je moet meteen maar alles! Opstaan en werken moet je. En als je ziek bent moet je naar de dokter gaan. [Anansi]
Akoeba-lief, wil jij niet voor me gaan? Ik ben te ziek om uit mijn bed te komen. [Akoeba]
Verdorie vent, wat denk je wel! We hebben nogal geld om dokters te betalen..! [Anansi]
Akoeba, ik weet wat; er is een neef van mij hier kort geleden in de stad gekomen. Dat moet een heel erg goeie dokter zijn. Ga naar hem toe en zeg hem dat ik ziek ben; hij zal me gratis helpen omdat we familie zijn... [Akoeba]
Ik dacht dat je alleen een neef op Curaçao had? [Anansi]
Ja ja, dat is C. Nanzi, - de oude Charley Nanzi. Deze is dokter-specialist: B. Nansi heet hij, hij komt van Bonaire, Ga vlug en vraag hem wat je doen moet dat ik beter word. [Akoeba]
Ik lijk wel gek, dat ik nog voor je loop. Ik zal die dokter halen. Dan kijken we hoe ziek je bent.
(Ze gaat weg.)
[Anansi]
(Anansi: springt zijn bed uit):
De dokter halen..? O! Haal IK de dokter..? | |
(4e beeld: kliniek van Anansi; hetzelfde als 2.)[Anansi]
(Anansi komt binnenstuiven, hij knoopt zijn jas nog dicht.)
Allemachtig! Dat is me net gelukt!
(Hij ploft achter zijn bureau en gaat rustig zitten schrijven.)
O-hemel-lief! Bijna vergeten...
(Hij vliegt naar het naambord en verandert A. Nanzi in B. Nanzi. Hij zit weer nauwelijks op:)
[Akoeba]
Ko-ko-ko-ko! [Anansi]
Kom binnen, volgende patiënt! [Akoeba]
Ik ben hier toch bij... ik zie het al. Dag, goedemiddag dokter, ik kom omdat... [Anansi]
Stil! Zeg u nog niks... Als ik het goed heb, bent u zelfs familie... [Akoeba]
Hoe weet u dat? [Anansi]
Ik heb uw man ontmoet, mijn sympatieke neef. Ja ja, wat heeft die jongen een gevoel voor humor. Altijd gehad, als klein kind al. Ja, ja... dat waren leuke dagen... [Akoeba]
Mijn man heeft me gestuurd... [Anansi]
Waarom is hij niet zelf gekomen? Er is toch niets met hem? [Akoeba]
Hij zegt dat hij zich heel erg slecht voelt... [Anansi]
Maar hemel, beste nicht, je zorgt toch goed voor hem? [Akoeba]
Hij zegt: hij kan me niet eens zien... [Anansi]
Wat nu!!! Dat is een ernstig dibbieus geval van potriciële blindheid..! | |
[pagina 60]
| |
[Akoeba]
Wat zegt u daar? Blịndheid? Is mijn Anansi blind aan het worden? [Anansi]
Nou ja, als we op tijd wat doen... [Akoeba]
Dokter, wat moeten we doen? Zegt u me wat ik doen moet... [Anansi]
Kom kom, huilt u toch niet. U moet uw man maar fijn verwennen. Om te beginnen gauw een lekker maaltje koken. Ik schrijf hier het menu. Zes malse varkenslapjes, in de boterjus gebraden, en dan een flinke portie slagroomijs... [Akoeba]
Slagroomijs? [Anansi]
Een litertje of... acht, met manjasap! [Akoeba]
U denkt wel dat dat helpt? [Anansi]
Als hij dat allemaal gegeten heeft... dan ziet hij u beslist weer staan! [Akoeba]
Duizend maal dank, neef dokter.
(Ze gaat weg.)
[Anansi]
En nu als de gesmeerde bliksem weer naar bed! | |
5e beeld: huisje van Anansi en Akoeba. (De kinderen hangen op de hangmat waarin Anansi ligt.)[Anansi]
Akoeba liefste vrouw, jouw keukenkunst is onweerstaanbaar... Wat voel ik | |
[pagina 61]
| |
mij al... bijna helemaal goed. Nu moet ik eventjes gaan rusten. [Akoeba]
Je moet het slagroomijs nog eten, echt. De dokter zei: dat MOET, als je niet blind wilt worden. [Anansi]
Mijn lieve vrouwtje, ik kan heus niet meer... Zo word ik echt wel beter, mijn maag barst uit mijn buik! [Akoeba]
Nee nee Anansi, je moet alles doen wat je neef dokter voorgeschreven heeft. Ik laat de ijstaart hier. Voor dat je slapen gaat moet je eerst alles eten.
(Ze gaat weg met lege borden en schalen.)
[Anansi]
Uitstekend, lieve schat. Maar eerst ga ik een dutje doen...
(Hij zakt omlaag en ronkt. De kinderen steken hun vingertjes in de slagroom.)
[alle kinderen.]
Hmmm... Pappie slaapt. Wij moeten ook iets doen voor hem. Wat zei de dokter? Hij wordt niet beter vóór dat alles op is... Nou ja, dan help ik vast! En IK kan ook een beetje eten... Voor Pappa neem ik nog een flinke hap!
(Ze smeren en kliederen met het ijs totdat er nauwelijks meer iets over is.)
O jee - ik kan niet meer... Het ijs zit in je haar. Jouw neus is slagroom! Dat geeft toch niet, als alles nu maar op is. Als Pappa wakker wordt, dan is hij vast weer beter... Als mamma dat ziet wordt ze reuze blij! Ik ga haar roepen. Ja! Nee niet, dan wordt P'Anansi ook vast wakker..! Dan wordt ze boos...
[Akoeba]
(Akoeba roept):
Kinderen, naar bed toe, uitkleden! Vergeet je tanden niet te poetsen...
(De kinderen verdwijnen, Anansi wordt wakker.)
[Anansi]
Zo, nu nog een uurtje heerlijk stoeien met die ijstaart... Hé, wat is dat? Waar is dat prachtige gebak gebleven? Dat monument van slagroom, ijs en manjasap?
(Hij springt uit bed.)
Die vuile kinderen! [Akoeba]
(Akoeba komt binnen):
Die vuile kinderen? Die zitten allemaal net in het bad... Maar jij, Anansi? Ben je al opgeknapt? En heb je braaf je ijs gegeten? [Anansi]
Dat zie je toch, alles is op... [Akoeba]
Dat zie je... zie jij ook? Dus zijn je ogen weer in orde, liefste? [Anansi]
Mijn ogen wel... Maar au, mijn maag... die zit zo strak als een klein schoentje... [Akoeba]
Je ogen zijn toch veel belangrijker, Anansi. In elk geval: ze zijn een heel stuk groter dan je maag! |
|