ja, Heer Majesteit; zeg ons: is dit uw schijt?’
Kownoe was ondertussen al van zijn ziekbed opgestaan en kwam nu ook eens kijken, wat dat daar op zijn Koninklijke Stoep voor oproer was.
‘Heer Kownoe, een onaangename vondst...’ zei Dagoe Waakhond.
Vanwege onderzoek verzoeken wij...’ begon Makakoe. ‘Men zegt... men vraagt... men denkt...’ stamelde dokter Popokai.
Daar vielen Kownoe's ogen bijna uit zijn Koninklijke Hoofd, toen hij die onwelriekende belediging zo voor zijn deur zag zitten.
‘Wat!’ riep hij met een donderende stem: ‘Wat is dit hier?’ Wie? Wat? Wie heeft die poep hier op mijn stoep gepoept?’
Geen kik - steeg uit die menigte van pure schrik. Maar draadjesdun klonk daar dat stemmetje: ‘Koning... jij hebt mij gepoept...’
O god! Je zou je ogen niet geloven!
Afschieten van raketten, ontploffing van atoombom-zelf - nòg groter geweld was de woedeuitbarsting van deze koning Kownoe. Hij tierde als een horde hellehonden, hij schold zijn hele koninkrijk van noord naar zuid vol vreselijke vloeken, met klap en mep en trap van razernij naar alle kanten, dat Popokai, Makakoe en zelfs waakhond Fetiman achter de plantebakken moesten schuilen, en heel het volk een toevlucht zocht in holletjes, op boomtakken en onder struikgewas.
‘Dat is..., dat is...,’ riep hij tenslotte toen hij weer wat adem kreeg,’... dat is een leugen!!
‘Ie-ja, mijn Koning,’ antwoordde Anansi, die uit zijn gat boven de deur tevoorschijn kwam. ‘Een werkelijke leugen is dat. Want ik zeg iedereen, dat's Konings Achterste aan deze kak onschuldig is!’
‘Een leugen..!’ zuchtte de koning opgelucht.
‘Een leugen, godzijdank!’ riep heel de menigte. ‘Maar alle tijd dat deze leugen duurde,’ ging Anansi verder, ‘heeft Kownoe niets gevoeld van 's Konings Billepijn. Heb ik het niet gezegd? Een leugen doet meer pijn dan alle kwalen.’
Daarmee moest Kownoe toegeven, dat B'Anansi de weddenschap gewonnen had, en hoe dan ook: hij voelde zich veel beter. Anansi kreeg Beloning van... nee, hoeveel geld wil hij mij niet vertellen, maar dat het Zeer Veel Geld was... hebben we allemaal gehoord.
En kleine Kwami, die zo mooi zijn drollerol gespeeld had? Hij kroop gauw uit dat stinkgaatje, toen iedereen om Kownoe stond te juichen. En Pa Anansi was wat blij, dat hij zo'n flinke jongen bij zich had om al dat geld te dragen.