Eén pijp-van-korenspier,
één pakje Watson-Kierewiet,
één onsje Djongos dubbelzwaar,
één boekje rijstpapier
en een aansteker.’
‘Ja Pa,’ zei N'tkoema. ‘Maar we gaan eten.’
‘Daarom juist,’ zei Anansi. ‘Ga snel, dan ben je zó terug. En vergeet niks, anders kun je nog een keer gaan.’
N'tkoema had niet veel zin; zijn broertjes en zusjes zaten al aan tafel of wasten hun handen. Maar hij was allang blij dat hij een lijstje boodschappen kreeg in plaats van een draai om zijn oren.
Tanta Tabak woonde niet ver en N'tkoema herhaalde braaf wat hij moest halen:
‘Eén pijp-van-korenspier,
één pakje Watson-Kierewiet,
één onsje Djongos dubbelzwaar,
één boekje rijstpapier
en een aansteker.’
‘Ho, ho!’ riep Tanta. ‘Eerst het één, dan het ander. Dat kan ik allemaal zo vlug niet onthouden... een aansteker zei je? Wát voor een aansteker?’
‘Gas denk ik,’ zei N'tkoema, want hij had een beetje haast. ‘Geef maar wat.’
Tanta Tabak deed een aansteker in een grote zak. ‘En verder?’
N'tkoema herhaalde zacht zijn lijstje:
‘Eén pijp-van-korenspier,
één pakje Watson-Kierewiet,
één onsje Djongos dubbelzwaar...
één boekje rijstpapier!’ riep hij.
‘Want de aansteker hebben we al,’ zei Tanta en trok een la open. ‘Rijstpapier, waar hebben we dat ook weer? Ik weet het al, in de bovenste kast, linkerdeurtje! Ik ga de ladder even halen; pas jij op de winkel.’
Het leek een eeuwigheid. N'tkoema werd er ongeduldig van. Tenslotte ging hij het deurtje in waarachter Tanta was verdwenen, maar daar kwam ze al, zuchtend onder drie meter ladder. N'tkoema was blij hem over te pakken en heelhuids de winkel in te wankelen. ‘Wat moet ik pakken?’ vroeg hij boven op de ladder. ‘Die rode doos onder het bakje met dat gele handvat,’ wees Tanta. ‘En dat middelste rechtse beige plastic doosje.’
Toen alles op de toonbank stond zei ze:
‘Welke rijstpapier wil je?’
‘Weet ik niet, geef deze maar,’ zei N'tkoema en griste het grootste pakje vloei uit een doos. Want hij had haast, hij wilde snel weg. ‘Weet je 't zeker?’ vroeg Tanta Tabak. ‘Die zijn voor speciale grassigaretten. Is dat wat jouw vader rookt? Ik zou die andere maar nemen.’
‘Geef maar allebei!’ riep N'tkoema, opgelucht over zijn eigen vindingrijkheid.
Tanta stopte de twee soorten rijstpapier in de grote zak. ‘En verder?’ vroeg ze.
N'tkoema ratelde:
‘Eén pijp-van-korenspier,
één pakje Watson-Kierewiet,
één onsje djongos dubbelzwaar!’
‘Want rijstpapier en die aansteker hebben we al,’ viel Tanta bij. ‘Een onsje Djongos dubbelzwaar? Bedoel je: een dubbelzwaar