125 P.H. Witkamp
Geschiedenis der Zeventien Nederlanden, deel I, (met wapenkaart en 370 houtgravuren). Amsterdam 1873. Quarto
Illustratie met opschrift: ‘Gijsbrecht ii bouwt een kasteel aan den Amstelmond’
Houtgravure, 14,4 × 20,2 cm, blz. 440
Gesigneerd in de voorstelling linksonder: F. Weissenbruch sc. Rechtsonder: C.R.
Amsterdam, Universiteitsbibliotheek
Gezien het grote aantal aardrijkskundige leerboeken en atlassen, dat P.H. Witkamp op zijn naam heeft staan, is deze schrijver duidelijk uit de geografische hoek afkomstig. Maar een Theorie der rekenkunst (1849) en een reeks artikelen over de geschiedenis van dierentuin en zoölogie (1888) maken hem moeilijker plaatsbaar. Een feit is dat zijn geschiedkundige werken zich kenmerken door een levendige aandacht voor het moeizame ontstaan van lands- en gewestelijke grenzen. Bij de eerste druk van zijn Geschiedenis der Zeventien Nederlanden (drie delen, twee banden, 1873 en 1880) liet hij dan ook prompt een Historische Atlas verschijnen (1881).
Het eerste deel van de Geschiedenis is het overvloedigst geïllustreerd. Naast al bestaande blokken naar G. Doré, E. Bayard en van de houtgraveur Henry Brown werden houtgravures gemaakt naar originele (speciaal voor dit boek gemaakte) tekeningen van Nederlandse kunstenaars, onder wie de historieschilders Charles Rochussen, A.F. Zürcher, J.W.F. Kachel en K.F. Philippeau opvallen. De historieschilderkunst dringt in dit boekwerk het veelzijdigst door.
De prent van F.A. Weissenbruch naar Charles Rochussen heeft betrekking op de tekst van blz. 439, kolom 2, waar de allervroegste fase van Amsterdam wordt geschetst. Na het optreden van de Kennemers in 1204, waarbij het oude kasteel van de heren van Amstel in de as werd gelegd, het Gijsbrecht ii een nieuwe residentie optrekken, deze keer op een meer verdedigbare plek. In de zeventiende eeuw werd nog een wenteltrap van dit slot gevonden. Op de andere oever verrees langzaam een ‘buurt’ (blz. 442, kolom 2), het latere Amsterdam. Deze opvatting over de ontstaansgeschiedenis van de stad wordt tegenwoordig niet meer gehuldigd.