[Beelden]
98 J.Ph. Koelman 1818-1893
Burgemeester P.A. van der Werff (1529-1603)
Gips, 66 cm
Datering: ca. 1884
Leiden, Stedelijk museum ‘De Lakenhal’
Dit beeldje is een kleine repliek van het monument voor burgemeester P.A. van der Werff, dat op 3 oktober 1884 in Leiden werd onthuld (cat.nr. 98a).
In 1873 verscheen er, bij de nadering van het derde eeuwfeest van Leidens ontzet, een brochure Een standbeeld voor Pieter Adriaansz. van de Werf? door dr. G.D.J. Schotel, waarin een levensbeschrijving werd gegeven van de Leidse burgemeester en tot slot een oproep werd gedaan een monument voor hem op te richten. In een reaktie hierop schreef dr. T.C.L. Wijnmalen dat een monument voor de onafhankelijkheidsstrijd tegen Spanje misschien niet door iedereen werd toegejuicht, maar dat er toch voor geen enkele Nederlander ‘iets pijnlijks [kon] liggen in het denkbeeld dat men zich als om strijd beijvert de schoone bladzijden onzer geschiedenis weder te doen schrijven door de pen [...] of ze wel aanschouwelijk tracht voor te stellen [...]’. Dat sommigen zich inderdaad niet enthousiast achter het voorstel schaarden, blijkt wel uit het feit dat Alberdingk Thijm, die in het katholieke tijdschrift De Dietsche Warande uitgebreid verslag had gedaan van alle gebeurtenissen rond de oprichting van het Vondel-monument (zie cat.nr. 103) en ook aan andere monumenten meestal ruime aandacht besteedde, de totstandkoming van dit gedenkteken negeerde. Toch waren er genoeg mensen die Van der Werff deze hulde wel vonden toekomen en nog in 1873 werd er een prijsvraag uitgeschreven door een commissie waarin onder andere W.J. Hofdijk, H. ten Kate en Victor de Stuers zitting hadden. In oktober werd al een keuze gedaan uit de inzendingen en J.Ph. Koelman en H.P. Vogel (1833-1886) werden uitgenodigd een model van hun ontwerp te maken. Koelman hield zich bezig met het beeld en Vogel met het voetstuk, waarop vier basreliëfs met episoden uit Leidens beleg en ontzet waren geplaatst. Toen het model in pleister gereed was, prees een recensent van De Nederlandsche Spectator de kloeke, fiere gestalte van de burgemeester en de ernstige, waardige houding en hij merkte op dat Van der Werff als het ware ‘de gansche weerbaarheid en stoute volharding der
burgerij’ symboliseerde. De onthulling die in 1880 gepland was, vond pas in 1884 plaats. Bij die gelegenheid werd in De Nederlandsche Spectator geschreven: ‘de historische en aesthetische waarde van het geheel maken dit gedenkteeken tot het schoonste dat wij bezitten’.