Het recht krom?
En een jongedame die niet zo lang geleden voor een bachelor van onze Anton de Kom Universiteit van Suriname, zo heet onze universiteit, was afgestudeerd, zei deze week op een radiostation: ‘Van al mijn studievrienden van toen ben ik de enige die in Suriname is achtergebleven. Maar ik ga niet weg.’ Het klonk als uit de mond van een jongedame uit Aleppo in Syrië, het stadje dat net was gebombardeerd. Van die jongedame lag de hele familie onder het puin. Zij zat als enige overlevende daartussen te wachten op het Rode Kruis en de puinruimers. Doch Suriname was niet als zodanig platgebombardeerd.
Het voelde wel steeds meer zo aan, want de schappen in de supermarkten begonnen net als in de Jaren Negentig van de vorige eeuw weer leeg te raken, neen, enkele Chinese supermarkten hadden reeds de deuren gesloten en de wat wij noemden ‘nieuwe Chinezen’ waren reeds naar elders vertrokken of terug naar China gegaan. Aan de nieuwe president, hier met een kleine p geschreven, van de Centrale Bank van Suriname, Glenn Gersie, de governor, stelden journalisten op zijn persconferentie de vraag: ‘Komen die drie nullen terug?’
Zij doelden op die beruchte drie nullen achter elk bedrag die wij in de Jaren Negentig van de Twintigste Eeuw hadden gekend. Het Surinaamse geld was namelijk toen dusdanig ontwaard, dat je duizendmaal meer moest neertellen voor elke gulden. Je kon haast zeggen dat je met een kruiwagen vol bankbiljetten naar de winkel moest om een zak rijst te kunnen kopen. Zulke feiten vertellen de ouders en grootouders van nu hun kinderen en kleinkinderen niet. En de vertellers vertellen liever anansiverhalen die zij van hun grootouders hadden gehoord.
Iedereen sprak in deze dagen over een lening van 1,8 miljard Amerikaanse dollar die de regering Bouterse bij de Islamitische Ontwikkelingsbank wilde lenen om allerlei projecten op gang te brengen. Daarnaast had de regering reeds geld geleend van het IMF waarvan een eerste tranche al naar de Centrale Bank