Met ons allen van het dwaalspoor af!
(2005)–Alphons Levens–
[pagina 85]
| |
XXXIII
| |
[pagina 86]
| |
Op dit moment draagt Judy Alexander, een jonge en talentvolle dichteres en leerlinge van het Cameroninstituut, voor. Er is een net gedrukt programma voor iedere gast: ‘Frits Wols: Pleidooi voor gebruik Moedertaal, met voordracht; Judy Alexander (voordracht); Paul Abena (voordracht); Gerrit Barron (praatje + voordracht); Sombra (praatje + voordracht), Orlando Zorgvol (voordracht; Mechtelly Tjin A Sie (voordracht); Alphons Levens (voordracht), Hans Breeveld (praatje + voordracht); Albert Mungroo (praatje + voordracht) en tenslotte: spontane bijdragen.’ Paul Abena en Hans BreeveldGa naar eindnoot* heb ik niet gezien en er werd ook niet meegedeeld waarom ze er niet waren. Maar de spontane bijdragen van oudere vrouwen en jongedames met talent die de hiaten vulden mochten er wezen. Zij waren er voornamelijk de oorzaak van, dat ik van tijd tot tijd vergat aantekeningen te maken. Door mijn geconcentreerdheid op de inhoud van hun gedichten overkwam het me herhaaldelijk, dat wanneer ik mijn pen wilde oppakken om iets te noteren, ik merkte dat zij weer in mijn hemdzak zat. Ik vergat zelfs enkele namen (goed) op te schrijven, maar noteerde toch voor u: Celestine Raalte (in Nederland woonachtig of geremigreerd), mevrouw Greta..., mevrouw Noordheim, mej. Gilliad (voornaam vergeten; schande, want toen ze nog kind was, wist ik het nog) en nog twee jongedames. In die minuten schreef ik helemaal niet meer. Omdat ik me ook moest haasten voor het laatste veer van 23.00 uur - de S.M.S. bepaalt voor ons in Commewijne wanneer we thuis moeten zijn - vertrok ik toen Albert Mungroo pas één gedicht had voorgedragen. Het misschien prachtigste gedeelte ‘Spontane voordrachten’ heb ik dus niet meegemaakt. Wie graag had willen ervaren wat er de hele avond werd gepresenteerd, had erbij moeten zijn, denk ik maar zo. U heeft gelijk..., maar voor de volgende keren geldt dit excuus niet, want de data die ik u hierboven heb opgegeven, staan nu reeds met inkt in uw agenda of op uw kalender. Het vele wat u deze keer gemist heeft, kunt u dan compenseren. De entree is vrij. Eerder gepubliceerd in ‘de Ware Tijd’ van 3 april 1995. |
|