XXVIII
Waarom het ons slecht vergaat
Meneer de redacteur,
Tijdens zijn huldiging wegens vijfenveertig jaar parlementschap - ik meen in De Olifant - deed de voorzitter van de V.H.P., tevens voorzitter van De Nationale Assemblée, een opmerkelijke uitspraak die ik nergens in de Surinaamse en buitenlandse kranten heb teruggevonden. (Het kan aan mij liggen). Ik hoorde het hem uiten via het televisiejournaal. Toch gaf Mr. Jagernath Lachmon met deze uitspraak de kern weer van de oorzaak waarom het vandaag de dag zo slecht met ons gaat. Wie bij die huldiging aanwezig was, heeft haar gehoord.
Voor de geschiedenis wil ik haar hier zwart op wit herhalen en hoop dat de nieuwsdiensten van de Surinaamse televisie het videobandje niet hebben uitgewist, want het is volgens mij belangrijk documentatiemateriaal.
Mr.J.Lachmon zei op een gegeven moment tijdens zijn toespraak duidelijk geïrriteerd, woorden van gelijke strekking: ‘Zodra we iets willen ondernemen in dit land, zijn er mensen die beginnen te vragen: “Wie gaat er weer een nyan maken?” Wát doet het er nou toe wie een nyan maakt?! Het geld blijft toch in het land?’
Allereerst klopt dit laatste niet, want in De Nationale Assemblée had de voorzitter toegegeven, dat bepaalde Surinamers voor meer dan twee miljard hebben vastgezet op buitenlandse banken. Hij had zelfs in die vergadering beloofd: ‘Ik zal mijn invloeden aanwenden om die mensen zover te krijgen, dat zij dat kapitaal terugbrengen naar Suriname.’ Nadien hebben we van Mr. J.Lachmon niets meer over de inwilliging van deze belofte vernomen, ook niet of hij zelf begonnen is zijn kapitaal naar Suriname terug te brengen. Hij zal wel beweren, dat hij geen kapitaal in het buitenland heeft (het tegendeel kunnen wij immers niet bewijzen), zoals hij opeens beweert, dat het geld van die nyans in Suriname blijft.
In de tweede plaats doet het er juist toe óf en door wie er nyans gemaakt worden in het land, omdat het grootste deel van de Surinaamse gemeenschap daaronder lijdt! Het is de bron van alle kwaad in ons land. De filosofie van Mr.J.Lachmon in zijn voorname functie kan ik dus niet volgen. Feitelijk heeft hij - rechtsgeleerde en advocaat - in het openbaar te kennen gegeven, dat wij niet op zijn ijver hoeven te rekenen, wanneer het erom gaat personen die zich schuldig hebben gemaakt aan ondertafelse handelingen ten nadele van de gemeenschap te ontmaskeren, te doen voorgeleiden en te laten veroordelen. Een ernstig feit voor een voorzitter van het Hoogste College van Staat.
Als deze denktrant onderdeel is van de cultuur van zijn partij en ik lees in