Met ons allen van het dwaalspoor af!
(2005)–Alphons Levens–
[pagina 66]
| |
XXV
| |
[pagina 67]
| |
hebben moeten incasseren in hun leven. Na zevenentwintig jaren voor niets in de gevangenis te hebben gezeten, heeft Mandela op hoge leeftijd de draad gewoon weer opgepakt en is doorgegaan met de strijd voor zijn idealen: dezelfde (!) idealen en dezelfde strijd, waarvoor hij zolang in de gevangenis gezeten had. Hij had niet eens het idee, dat wat nu in Zuid-Afrika bereikt wordt, tijdens zijn leven gerealiseerd zou worden. Hij streed voor het nageslacht. Ik zou van hieruit de vrienden van de S.A.W.O. in Nederland willen vragen, om zich met de constructieve zaken bezig te blijven houden en hun tijd en energie niet te verspillen aan idee-fixen. Suriname had in de 16e en 17e eeuw helemaal niet bezet en gekoloniseerd mogen worden door Domingo de Vera, Pincon, Alonso de Ojeda, William Byam, Lord Willoughby, Cassard, Abraham Crijnsen e.a. Hoe kunnen nu vierhonderd jaren later mensen vinden dat het te vroeg was om dat ongedaan te maken? En terug willen naar die tijd?! Of die het onafhankelijk worden opnieuw ter discussie willen stellen? Als men in ons buurland Guyana in staat is inhoud te geven aan zijn onafhankelijkheid, kunnen wij dat hier ook. Echter is daarvoor een progressieve instelling vereist, zoals de dichter Oez dat zaterdagavond in ‘In the spotlight’ zei. Verder is vereist soberheid en offervaardigheid van onze regeerders. Doordat zij ons hierin echter niet voorgaan, zijn anderen niet bereid nog meer offers te brengen, geven ze er de brui aan en verlaten het land. Dit is het, wat wij moeten eisen van onze leiders en overige intellectuelen: progressie, soberheid en vaderlandsliefde. Dat zij geen verlengstuk zijn van buitenlandse ondernemingen en voor hun land nadelige overeenkomsten sluiten met hen. Dat zij dus hun zie! niet verkopen voor een vette bankrekening in het buitenland. Maar eisen, dat het rad van de geschiedenis teruggedraaid wordt naar de periode vóór 1975, is reactionair en heeft niets te maken met de vooruitgang van Suriname, want ook toen verkochten onze regeerders ons land aan buitenlandse maatschappijen. Ga maar na. De president van onze republiek zei in zijn toespraak ter gelegenheid van de achttiende onafhankelijkheidsdag (ik hoop dat het een redactie- of typefout was in ‘de Ware Tijd’ van 26 november j.l.): ‘En tenslotte is er de in de mensheid diep ingewortelde corruptie.’ Ik denk dat de president bedoelde te zeggen: ‘...de in een deel van de mensheid diep ingewortelde corruptie,’ anders zou hij de mensheid, waartoe hij ook behoort, beledigen. Op school heb ik altijd geleerd: ‘De mens is van nature een sociaal wezen.’ En voor de asocialen kent het van Dale Groot Woordenboek begrippen als ‘uitschot’ en ‘het schuim’. Op de Pedagogische Academies leerden ze ons: ‘Een kind is een tabula rasa.’ Dit is volgens Van Dale: ‘Een nog onbeschreven blad papier: een geest of persoon op wie nog geen invloeden van buitenaf werkzaam zijn geweest.’ Het kind wordt een product van de maatschappij van volwassenen die het binnentreedt. Dat geldt voor de jonge intellectuelen, maar ook voor de jeugdcriminelen. En de jongelingen die beide zijn. | |
[pagina 68]
| |
Maar om terug te komen op het begin van dit schrijven... Ik weet van minstens één persoon die het ‘Manifest voor de redding van Suriname’ heeft medeondertekend, dat hij geschrokken was toen hij de eerste keer de eindredactie hiervan op Radio Nederland Wereldomroep had gehoord en daarna in ‘de Ware Tijd’ had gelezen. Hij vermoedde dat dat ook met nog iemand anders het geval was geweest. Toen hij n.l. gebeld werd om het Manifest mede te ondertekenen, ging het om acties om verbetering te brengen in de armoedige situatie in Suriname.Ga naar eindnoot** Daarmee was hij het eens. Door de drukke werkzaamheden, die iedereen hier heeft, had hij daarna verder geen aandacht aan deze kwestie van het Manifest kunnen schenken, totdat hij de eindredactie via de pers vernam, vertelde hij me. Maar omdat hij er zelf verder geen zaak van heeft gemaakt, kan ik zijn naam hier jammer genoeg niet noemen. Ik had toch liever dat hij en de andere persoon zich alsnog persoonlijk openlijk van dit Manifest distantieerden. Maar uit de houding van de eerste persoon in kwestie had ik toen reeds begrepen, dat hij zelf niet geloofde in zo'n referendum en dat het wel niet zo'n vaart zou lopen. De moeite niet waard dus om er zoveel poeha over te maken. Door deze houding van hem heb ik me laten beïnvloeden en ben toch zelf ook maar niet in de pen geklommen. Maar daar men erover bleef doorzagen in ‘de Ware Tijd’ van 24 november j.l. had ik deze keer geen keus. Als evenwel in Suriname opnieuw het rood-wit-blauw komt wapperen, verhuis ik naar Guyana, Zuid-Afrika o.l.v. Nelson Mandela straks, China of een ander Derde Wereldland waar men vooruit kijkt en handelt en niet averechts achteruit loopt. Dan heeft het voor mij geen zin meer mijn krachten te blijven geven aan dit land.
25 november 1993. Eerder gepubliceerd in ‘de Ware Tijd’ van dinsdag 30 november 1993. Leest u hiernaast ook de gedichten ‘Nelson Mandela’, ‘Onze Onafhankelijkheid’ en ‘Onze wetenschap en 25 november’, allen in de dichtbundel ‘..., want nooit wordt alles gezegd’ van de hand van dezelfe dichter/schrijver van dit boek. |
|