... en toen was niets mooi meer
(2003)–Alphons Levens–
[pagina 144]
| |
XV
| |
[pagina 145]
| |
Door de organisatie zijn landgenoten gegaan die zich later in Suriname in diverse lagen van de bevolking terugvonden, maar ook in diverse politieke stromingen. Soms stonden zij lijnrecht tegenover elkaar, al naar gelang wiens belangen zij dienden: die van het volk, of van hen die het volk onderdrukten en uitbuitten. Door deze organisatie zijn mensen gegaan die nog in Nederland wonen en in deze organisatie zitten nog mensen die Ons Suriname decennia trouw zijn gebleven. Persoonlijk kwam ik in kontakt met de vereniging, nadat ik enkele gedichten geschreven had. Na enkele Nederlandse uitgeverijen zonder succes te hebben afgelopen, kwam ik terecht bij het pas opgerichte Aluminium Comité dat het Aluminium Folie uitgaf en waarin ook de Vereniging Ons Suriname en de Surinaamse Studenten Unie participeerden. Daar verklaarden de laatste twee organisaties zich bereid mijn gedichten te bundelen en uit te gevenGa naar eindnoot3.. Het was in het jaar van het Dekolonisatiekongres in de RAI te AmsterdamGa naar eindnoot4., het kongres dat minister Marga Klompé (C.R.M.) niet wilde subsidiëren, omdat Suriname als kolonie ook ter sprake zou komen. (Of was het dat ze de subsidie introk, toen ze hoorde, dat de kolonie Suriname ook ter sprake zou komen?). De Vereniging Ons Suriname had nog geen eigen gebouw, dus vergaderden we ergens op een zolder die ik nu niet terug zou kunnen vinden. Voor mij heeft deze ongeriefelijke periode echter kort geduurd, want de oud-bestuursleden hadden zich reeds jaren beijverd om een eigen verenigingsgebouw. Dat kreeg de vereniging met medewerking van de Stichting Welsuria in een barak aan de Zeeburgerdijk, waar nu de Roomtuintjes zijn. Voor deze nieuwbouwwoningen moesten we al gauw uitwijken naar een oudbouw aan de Grote Wittenburgerstraat 106 in afwachting van onze huidige etage boven Ons Huis, opnieuw aan de Zeeburgerdijk. Kort voor mijn lidmaatschap had de Vereniging Ons Suriname in samenwerking met de Surinaamse Studenten Unie (Leiden) en het Aluminium Comité (later Suriname Comité geheten) afstand gedaan van de eng - nationalistische ideologie - belichaamd in de Partij Nationalistische Republiek o.l.v. Mr. Eddy Bruma - en gekozen voor het wetenschappelijk socialisme en internationale solidariteit met alle onderdrukte volkeren die streden voor nationale bevrijding en socialisme. De politieke scholing werd opnieuw serieus ter hand genomen en besloten was de pas opgerichte volkscomités te Marienburg, Abra Broki, Blauwgrond en Bloemendaal (en later te La Vigilantia en Pontbuiten) in Suriname te ondersteunen. Ook het werk van de Volksboekwinkel en andere serieuze sociale, vakbonds- en politieke aktiviteiten voor verheffing van het Surinaamse volk werden ondersteund. Het was de periode van de grote stakingen in 1971 en 1973 tegen het | |
[pagina 146]
| |
Jagernath Lachmon - Jules Sedney (V.H.P.-P.N.P.) regime. De Vereniging Ons Suriname koos de zijde van het Surinaamse volk, d.w.z. stond tegenover het oud - lid premier Jules Sedney. Zulke situaties hebben zich vaker voorgedaan in de geschiedenis van deze vereniging en zo hoort dat ook. Groot was in deze dagen de verontwaardiging en woede in onze gelederen toen voor het eerst sinds 1933 (volksopstand onder leiding van Anton de Kom) een strijdende Surinamer op straat werd doodgeschoten: de vakbondsleider Abaisa Jowini tijdens een arbeidersdemonstratie in de Gravenstraat; 27 februari 1973. De politie had n.l. volmacht om te schieten gekregen van deze regering. Het was de periode van de heftige diskussies over de voorbereiding op onze onafhankelijkheid, van onze staatkundige onafhankelijkheid die op 25 november 1975 kwam en daarna. De periode van de eindfasen van bevrijdingsoorlogen in landen als Viëtnam, Angola, Mozambique, Guinee - Bissau en Rhodesië (nu Zimbabwe). De tijd van de socialistische Unidad Popular o.l.v. Salvador Allende die moorddadig omver werd geworpen (11 september 1973). Enkele dagen hierna zou ik in verenigingsverband voor het eerst in een grote protestdemonstratie in Amsterdam meelopen. Hierna zouden er meer volgen, ook in Den Haag, want Viëtnam werd gebombardeerd en de Portugezen pleegden dezelfde moordpartijen in de Afrikaanse koloniën; in Ethiopië stierven per dag honderden mensen onder Haile Selassie - de Ethiopische studenten in Nederland waren bij ons kind in het clubhuis -; het beleid van de Nederlandse overheid t.o.v. Surinamers en andere migrantengroepen in Nederland werd grimmiger evenals dat t.o.v. de eigen arbeidersklasse: over de hele linie moest het Nederlandse volk inleveren, met minder genoegen nemen, ten gunste van het leger (‘Defensie’), terwijl het aantal Nederlandse miljonairs per jaar steeg; hoeveel zijn het er reeds? Ik las onlangs in een Nederlandse krant dat ergens in België een dorp ligt waarin geen enkele Belg woont. Slechts Nederlandse miljonairs die zich er gevestigd hebben om in Nederland de belastingen te ontduiken. (sept. 1993). Verder was de Nederlandse buitenlandse politiek grillig, maar consistent in eigen belang, d.w.z. in het belang van de Nederlandse heersende klasse, zodat men zonder blikken of blozen de steun aan bepaalde diktaturen kon goedpraten, zoals: de steun aan het racistische bewind in Zuid-Afrika, aan het Zionistische bewind in Israël dat de rechten van het Palestijnse volk vertrapte en de aktieve steun aan het Suharto-bloedregime in Indonesië dat de mensenrechten in dat land schond - en schendt - en slachtingen | |
[pagina 147]
| |
verrichtte in o.a. Oost-Timor, maar dat alle door Sukarno genationaliseerde Nederlandse bedrijven terug had gegeven en een paradijs creëerde voor het Nederlandse bedrijfsleven. We gaven in Nederland eigen kranten uit zoals achtereenvolgens: Opo Kondreman, De Rode Ster en Famiri en samen met het Suriname-Comité (waarin ook progressieve Nederlanders participeerden) het Suriname Bulletin. Ons Suriname hielp in Nederland publikaties distribueren die in Suriname verschenen, zoals Toeka, Tamara en het Weekblad Pipel. Vanaf 1975 ondersteunde de vereniging samen met de zusterorganisaties in Nederland bewust de op 14 september van dat jaar opgerichte Volkspartij in Suriname. Ondertussen werkte Ons Suriname al enkele jaren via de uit haar gelederen geboren Stichting B.E.S.T. (Bouwen aan een Surinaams Tehuis) aan de leniging van de noden van de Surinamers in Amsterdam. Deze Stichting opereerde eerst vanuit het Centrum Anton de Kom aan de Herengracht 85 en later vanuit het gekraakte pand aan de Stadhouderskade 84. Ik mocht de laatste zes jaren van mijn achtjarig verblijf in Nederland ook werkzaam zijn in dit centrum, eerst als koördinator, later als voorlichtingsman en ik heb in dit werk altijd de nodige backing van Ons Suriname gehad. Tegelijkertijd gingen in de vereniging Ons Suriname zelf ook de sociale aktiviteiten ten behoeve van de Surinamers in Nederland door, welke gedeeltelijk door Welsuria werden gesubsidieerd. Dit allemaal - en nog véél meer natuurlijk - voor de geschiedschrijving. Over de periode vóór mijn intrede en na mijn vertrek kunnen anderen meer vertellen. Op de vraag van het huidige bestuur van de Vereniging Ons Suriname aan mij wat deze periode voor me betekend heeft, kan ik kort zijn: het betekende een ommekeer in mijn leven, van onbewust naar kritisch denkende en politiek bewust handelende Surinamer. Maar dat is een verhaal apart. Zo heb ik, om maar een voorbeeld te noemen, als kind nog samen met mijn moeder en velen in Suriname bij de radio zitten huilen tijdens de rechtstreekse uitzending van de begrafenis van President John F. Kennedy (U.S.A.), omdat hij zo'n goed mens was geweest. Nu weet ik beter: de Viëtnamoorlog! Op de vraag of ik nu nog wat heb aan al die ervaring en scholing moet ik nadrukkelijk antwoorden met: ja! Of Suriname nog belang heeft bij deze 70-jarige vereniging? Jazeker! Echter zou ik op dit moment niet weten hoe. Dat kunnen de leden in Nederland volgens mij beter beoordelen. In Nederland wonen momenteel zo'n 200.000 Surinamers. Dat is een derde deel van ons volk. Werken voor de Surinamers in Nederland is ook werken voor Suriname. En dat alleen al | |
[pagina 148]
| |
is een klus. Eens in betere tijden zal het mogelijk zijn, dat velen kunnen besluiten om huiswaarts te keren.
Paramaribo, 18 februari 1989.
Uit: ‘Vereniging Ons Suriname - 70 jaar; 18 januari 1919 - 18 januari 1989’. Herziene versie t.b.v. dit boek. Eerder in de oude versie overgenomen door: De Ware Tijd - Literair, begin 1990. |
|