in Indonesië daar iets van merken? En de armen in Suriname? Zal het volk van Indonesië straks als ze weer zeggenschap heeft gekregen net als het Filippijnse volk in 1986 eisen, dat alle bezittingen van het Suhartoregime in het buitenland terugvloeien in de boezem van de staat?
Meneer Tjokario vroeg in de keuken aan zijn vrouw die geen belangstelling had getoond voor de voetbalwedstrijd tussen de twee Nederlandse clubs:
‘Kun je je nog herinneren dat we boos werden, toen we aan de Waterkant opeens f. 1,75 moesten betalen voor een dawet?’
‘En óf! Maar toen het een gulden werd hadden we reeds gezegd, dat we voortaan geen dawet meer zouden kopen.’
‘Ja, maar, als je op straat bent en je hebt dorst...’
‘Toen werd het f. 2,50,’ riep broertje vanuit de voorzaal.
‘Ja en tóen hadden we gezegd dat we nóóit meer een cup dawet zouden kopen,’ zei moeder.
‘Maar we hadden vakantie en net ons vakantiegeld ontvangen,’ reageerde vader Tjokario, ‘dus voor een keertje mocht het nog. Maar wat ik wilde vertellen... weet je wat een dawet nú kost?’ ‘Ik gaf een briefje van f. 25,-- voor een dawet en twee bakabana's en ik kreeg f. 16,-- terug.’
‘Wat kost een bakabana dan?’ vroeg broertje.
‘Twee gulden perstuk, nu.’
‘Dan kost die dawet nu dus f. 5,--?’ schrok moeder, zijn vrouw.
‘Ja!’
‘Maar toen een bakabana f. 1,-- werd, hadden we ook al gezegd dat we voortaan niet meer zouden kopen!’
‘Je hebt gelijk,’ zei haar man verlegen, ‘maar nu geloof ik echt, dat dit het einde is. Men laat ons zoetjesaan eraan wennen dat je voortaan minstens een tientje voor een dawet zult moeten betalen en vijf gulden voor een bakabana.’
‘Maar dat is toch ook het beleid van de regering,’ zei zij, ‘hebben jullie niet gehoord wat minister Polack van Energie zei?’
‘Neen,’ antwoordden vader en beide zoons.
‘Nou, hij was op de persconferentie boos op de direkteur van E.B.S. dat ze hadden aangekondigd dat ze de prijzen van elektra met vijfhonderd procent zouden verhogen.’
‘Gelijk had hij,’ zei vader.
‘Neen, het was niet wat jij denkt. Hij was niet boos om de verhoging, maar om de wijze waaróp E.B.S. het naar het volk toe gebracht had. Hij zei: “Men had het geleidelijkaan moeten doen, om het volk te wennen aan de verhoging die beslist komen zou.”’
‘Zó zijn ze!’ riep Alfiano, de oudste, vanuit de voorzaal.