voortdurend protesten bij de overheden ingediend. Maar de door de prins-bisschop van Luik gezonden officiaal en kettermeester eisten strenge bestraffing van de Wederdopers, zonder onderscheid des persoons.
De in de Landscroon gevangen zittende Ruth Ketelbueters had, waarschijnlijk op de pijnbank, de namen van zeventien in Maastricht verblijvende Wederdopers bekend gemaakt. Zij werden allen in de nacht van 28 februari 1535 gevangen genomen. In de gerechtsakten staat bij drie hunner vermeld, dat zij ‘sonder pijne’ waren verhoord. Hieruit kan men opmaken, dat de anderen bij hun verhoor werden gefolterd. Allen legden een uitvoerige bekentenis af van de wijze waarop zij herdoopt waren, waar en door wie dit had plaats gehad en wie daarbij aanwezig waren geweest. Na de verhoren werden vijftien Wederdopers ter dood veroordeeld. Verschillende onder hen waren destijds nog door Henryk Roll zelf gedoopt. Wie zijn dwaling herriep werd niet tot de brandstapel veroordeeld. Hij werd op een der twee op het Vrijthof opgerichte schavotten, met het zwaard onthoofd. Men achtte dit schijnbaar een meer humane wijze van ter dood brengen! Alleen de uit Dieteren afkomstige molenaar Bartholomeus van den Berghe en zijn vrouw Mente Heynen hadden zich niet ‘bekeerd’. Hij werd op 1 februari op het Vrijthof levend verbrand. Zijn vrouw werd door verdrinking om het leven gebracht. Diezelfde dag werd Merten Perboum op het schavot onthoofd.
Op 4 februari werden op het Vrijthof onthoofd Jan van Bloemendael (alias Pitzwegge), de schoenmaker Henryc van Daelhem en Mathys Spangemecker.
Op 6 februari werden onthoofd de bakker Jan van Nyen van Linde, Philip Meutzemeker. Heynrich Tymmermans, de barbier Michiel Geldoff, Serves Fuegen en Jan Diericks van Lysse.
Op 13 februari volgden Heynrick Bylmaker, Franschoys Bepen (François van Ludick) hellebaardier te Wyck en Ruth Ketelbueter. Welke haast met de voltrekking der vonnissen werd gemaakt blijkt uit het feit dat sommige veroordeelden reeds een of twee dagen na hun laatste verhoor ter dood werden gebracht.
Deze gruwelijke terechtstellingen wekten onder de Maastrichtse