maar even later riep hij haar terug en zei tegen haar ‘Het kind is reeds in de geuze-kerk, gaat nae die kerk en haal het daaruyt, brengt het bij mij dan zal ik het doopen.’ Hij liet haar door de koster naar de Gereformeerde kerk brengen.
Gedetineerde verklaarde, dat zij deze kerk was binnengegaan. Zij zag daar dat ‘de predikant beezig was het sacrament des heyligen doops aan het voors. kind te bedienen, dog dat de geheele doopplechtigheyd nog niet voleyndigt was. Zij was met een grooten ijver doorgedrongen en had het kind met geweld uyt de armen van de vroedvrouw willen rukken’. Dit werd haar belet. Men liet onmiddellijk de kerkdeuren sluiten, zodat zij niet kon ontsnappen.
Cunigunde Mommerts werd door de inmiddels gewaarschuwde gerechtsdienaren gearresteerd en weggevoerd.
Als verontschuldiging voor haar daad voerde zij aan, dat zij hiertoe door de pastoor van Vaals was aangezet, ofschoon de pastoor dit bij confrontatie met de aangeklaagde ten stelligste ontkende, hield zij voet bij stuk.
De tegen haar ingediende aanklacht luidde: ‘dat zij zig had schuldig gemaakt aan zaaken van seer kwade en pernicieuze gevolgen, strekkende tot stoornisse en bespottinge van de publicquen gereformeerde godsdienst en de bedieninge der heylige sacramenten, welke daad een seer zwaare straf verdiende’.
Zij werd door de schepenen der Hoofdbanke Holseth, Vaals en Vijlen veroordeeld ‘als voorbeeld en afschrick van anderen door den scherprechter aan de kaak (schandpaal) alhier binnen Vaals te worden vastgebonden en met twaalff roeden om den hals omhangen en zoo geduurende een uur te blijven geëxponeerd. Bannen voorts de gedetineerde ten eeuwige daagen uyt deeze Hoofdbanke, mitsgaders de drie landen van Overmaze, partage van H.H.M. Heren Staten-Generaal der Verenigde Nederlanden, alsmede het geheele district van de Generaliteit, zonder ooyt daar weder binnen te koomen, op poene van hiertegen contravenieerende en in handen van de justitie gevallende en naar exigentie van zaaken gestraft te worden en condemneeren de gedetineerde in de kosten en misen van justitie, ter taxatie en moderatie der schepenen’.