zegd, dat zij haar woonplaats had verlaten, omdat zij, ‘gedrongen door haar conscientie tot de Rooms-katholieke godsdienst wilde overgaan’.
De predikant van Beek had bij de drossaard aldaar aangifte van de, volgens hem wel degelijk geweldadige, ontvoering gedaan. Deze liet aan de bij de ontvoering betrokken vrienden van Catherina Severeyns een schrijven overhandigen, waarmee hij hen gelastte haar onmiddellijk ten huize van Boomhouwers te laten terugkeren. De pastoor van Beek werd schriftelijk gelast hieraan zijn medewerking te verlenen, opdat zoals de drossaard eraan toevoegde: ‘men niet genootsaakt soude syn middelen van constrainte (dwang), hetsy door het sluyten van de kerke of anderssints te gebruyken’.
Ook de moeder van het ontvoerde meisje eiste haar terugkeer, omdat zij haar te jong vond om van religie te veranderen. Bovendien moest zij nog onderwijs volgen.
Toen de ontvoerders aan zijn bevel geen gevolg wilden geven, liet de drossaard op aan de ontvoerders behorende goederen beslag leggen. Dit tot meerdere zekerheid bij de tegen hen in te leiden gerechtelijke procedure. Hij verklaarde hiertoe over te gaan: ‘ingevolge H.H.M. cessive resolutiën tegen paapsche stoutigheeden en tot mainteneeringe van den gereformeerden dienst en derselven praedikanten genomen’.
Uit een door de drossaard ontvangen rapport bleek ‘dat Catherina Severeyns de handen van haerder detenteurs door list ontvlught synde, sigh onder de Heerlijckheyt Leuth, territoir van H.H.M. hadde geretireert, der selve van daar op 5 deeser naar Maastricht hadde doen transporteren, alwaar der selve bij gereformeerde menschen in veyligheyt was gestelt’.
De drossaard wendde zich hierop tot H.H.M. met het verzoek om toestemming tot het nemen van maatregelen tegen de schuldigen aan de ontvoering en tegen degenen die daaraan hadden meegewerkt of niets hadden gedaan om dit te beletten. Hij vroeg tevens: ‘de placaten tegen paapsche stoutigheeden welcke scheenen by de ingeseetenen in vergeetenheyt gekomen te syn, weeder opnieuw te doen publiceren ter beteugeling van dergelycke onordentelyckheeden’.