Verder blijkt uit zijn bekentenis, dat hij ‘volgens zijn voorgeven beschonken zijnde, met opzet is toegegaen naer de capelle genaemt St.-Leenders Capelle (waarschijnlijk de St. Leonarduskapel te Heerlen), alwaer hij op het feest van St. Leendert sig tot perpetreeren (voortzetten) van alle euveldaden met een gruwel eedt, bij deze bende gebruykelijk, heeft verbonden, de Goddelijke Majesteyt afsweerende, den duyvel aenneemende en in desselfs naem na het doen van den eedt, broot en drank, dewelcke hem gegeeven wierden heeft genuttigt.’ (bedoelde eed werd afgelegd op de ‘dode hand’ -de gedroogde hand van een terechtgestelde. Soms moest de beëedigde hierbij een voet op een kruisbeeld zetten of op dit kruis spuwen. Het vonnis gaat verder met: ‘Dusdat den gedetineerde niet anders een Godvergeeten, Godverlaeten en overgegeeven booswigt kan worden aengemerkt, gehoorende tot een talrijke bende, door eenen ongehoorden eedt aan elkanderen verbonden, omtrent welcke het algemeen belang van 's lands en deese stadsingezeetenen ende veyligheyt derselver persoonen en besittingen volstrekkeleyk vordert, dat deselve soo veel mogelijk uyt de menschelijke samenleeving worden uytgeroeyt... soo is het dat scheepenen van de Hoogen Brabantsen Geregte... regt doende, condemneeren gedetineerde en beclaegde om gebragt te worden ter plaetse daer men gewoon is crimineele justitie te doen en aldaer aen de scherpregter overgelevert zijnde, door denselve met den koorde te worden gestraft, dat er den doot na volgt en dat voorts desselfs doode lighaem in een keeten geklonken, anders ten exempel en afschrick op het ordinaire galgevelt sal worden en blijven gehangen...’.
De lichamen van de gehangenen bleven meestal geruime tijd - soms maanden - aan de galg. Er is een geval bekend, dat in Maastricht het gedroogde overblijfsel van een gehangene eerst na twee jaren van de galg werd afgenomen. Dahmen is er overigens nog betrekkelijk genadig van afgekomen: vele andere bokkerijders werden geradbraakt of vóór het ophangen de rechterhand afgekapt. Sommigen van hen werden levend verbrand.
Het aantal terechtstellingen liep in de honderden, tot 1776 zeker 500. Alleen al in het gebied van Valkenburg werden van 1773 tot