Geloof echter niet dat u deze gratis worden toegediend, evenmin als de glaces en de broodjes, die van vóór de tiendaagsche rusie schijnen te dateeren....’
Door twee smalle deurtjes kwam men in de gezellige keurige, welingerichte balzaal, met zijn overheerlijke gladde dansvloer en het goed geplaatste balorkest.
Aan de linkerzijde bevonden zich de kabinetjes, waar men een kaartje kon leggen of zich door papa Zeguers een maaltijd kon laten opdienen. Schrijver zegt hierover:
‘Gij kunt er goed zitten, mits gij het ongeluk niet treft voor eene niet sluitende raam te komen, die u een stijven nek bezorgt; gij kunt er coteletten, salade en oesters krijgen; ook teringachtige kippen, van welke men niet met zekerheid kan zeggen of zij hunnen natuurlijken, of wel eenen geweldadigen dood zijn gestorven...’.
Het lijkt ons dat de schrijver hier overdrijft: het geslacht Zeguers stond van vader op zoon bekend als uitstekende restaurateurs, zowel van de schouwburg als van het restaurant in het stadspark.
De bezoekers deelt schrijver in twee klassen: patriciers en plebejers. Onder de eerstgenoemden telt hij de leden van de adel en ook hen, zoals hij schrijft ‘wier kwartieren ijsselijk, ontzettend gering in getal zijn, - verschgebakken nobelen, dateerende van de Belgische omwenteling... De patriciers of hoogadelijken, vormen in de redoute, als het ware eene “redoute” of verschansing, waarvan de bolwerken hoofdzakelijk bestaan uit neus-ophalen en voorhoofdfronzen, waarop de aanvallen van de plebejers van zelve afstuiten...’
Over de adelijke dames zegt schrijver, dat ‘zij met voorbedachten rade, wat minder goed gekleed zijn dan op particuliere partijen omdat het maar een redoute is!!...’
Om elf uur was het bal ten einde, er begon dan een sauve qui peut, waarbij een ieder het eerst zijn koetsier trachtte te bereiken.