Tooneelpoëzy
(1731)–Katharina Lescaille– AuteursrechtvrijKatharina Lescaille, Tooneelpoëzy. Z.n. [erfg. J. Lescailje / D. Rank], z.p. [Amsterdam] 1731
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: KW 759 B 10
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Tooneelpoëzy van Katharina Lescaille uit 1731.
redactionele ingrepen
p. 169: verpleetten → verpletten: ‘Dier vorsten hoogmoed gantsch verneed'ren en verpletten’.
p. 182: moeilyheden → moeilykheden: ‘is overlaân, zo 't schynt, met moeilykheden’.
p. 231: morgerstar → morgenstar: ‘Is maar een schaduw, en die morgenstar’.
p. 347: kwan → kwam: ‘men kwam my alles openbaaren’.
p. 361: bekoord → bekoord.: ‘Ja, tot myn echt bekoord. Maar, na’.
p. 546: bet → het: ‘Einde van het Vierde Bedryf’.
De blanco pagina (486) is niet opgenomen in de lopende tekst.