Mengelpoezy. Deel 1(1731)–Katharina Lescaille– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 360] [p. 360] Op den Knorrepot; van den heere Izaak de Pinto. Wat Blyspel kon ooit zo volmaakt als dit bekooren: Terwyl uw yver voor de Schouwburg bloeit en blaakt, Die schoon dat yder een het knorren schuuwt en wraakt, Alöm verheugd is, als ze uw Knorrepot mag hooren. Was Plautus Blyspeldicht geächt op 't Grieksch Tooneel, De aanschouwers roemen 't uwe op 't onzen ruim zo veel. Vorige Volgende