Mengelpoezy. Deel 1(1731)–Katharina Lescaille– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 126] [p. 126] Op de afbeelding van den heere Govaart Bidloo den Ouden; door Nikolaas Bidloo Lambertsz. De jonge Neef, reeds om zyn kunst van elk gepreezen, Beeld met een meesters hand Grootvader Bidloo af, En al zyn deugden in de trekken van zyn wezen; Waar in hy kent den Zoon, die hem het leeven gaf. Deez' braave Telg gelykt in geest hen bey te gader, Geroemd door Grootvaârs Beeld, en zulk een grooten Vader. Vorige Volgende