De Nederlandse psalmberijmingen in de 16de eeuw
(1959)–S.J. Lenselink– Auteursrechtelijk beschermdVan de Souterliedekens tot Datheen met hun voorgangers in Duitsland en Frankrijk
13. Hondert psalmen, den lesten augusti 1561‘Tweede uitgaaf van het vorige no., waarop waarschijnlijk het teeken *** op den titel doeltGa naar voetnoot1. De verhouding van dit nummer tot het vorige is misschien dezelfde als die van de tweeërlei exx. van no. XLIV [Andere 26. Psalmen], zoodat zij slechts één druk uitmaken; ik kan het echter niet beoordeelen, daar ik van het vorige no. geen ex. gezien heb’, aldus Wieder in zijn aantekening bij nr. LII van zijn reeds vaak genoemde Bibliographie der Schriftuurlijke Liedekens. We hebben hier echter te doen met een wezenlijke herdruk. Misschien is het, met het oog op de verschijningsdatum, die slechts anderhalve maand later ligt dan de voorganger, beter om te spreken van een tweelingdruk: de psalmtekst van 21 juni is gedrukt in gotische, de op ‘den lesten Augusti’ gedateerde in romeinse letter. Voor het overige zijn de ‘tweelingen’ wat de tekst aangaat volkomen aan elkaar gelijk: ze gaan uiteraard terug op een en hetzelfde manuscript. Dit bleek me althans uit steekproeven die ik op het boekje in het Brits Museum deed. Op drukfoutjes heb ik het niet kunnen onderzoeken. Het is nog de moeite waard te vermelden dat bij de gotische-letterdruk de doorgestreepte en gecedilleerde e niet voorkomen. Eenzelfde verschijnsel zullen we ook bij de editie-1566 ontmoeten. Exemplaren bevinden zich te Groningen, U.B. (Dn 45 - ontbr. bl. 2, 113 en 135); Den Haag, K.B. (7 C 16); Gent U.B. (G 1994.6 en G 8346.1). |
|