Zeemansliedtjens
(1852)–Jacob van Lennep– Auteursrechtvrij
[pagina 50]
| |
[pagina 51]
| |
't Zij Oost of West of Zuid of Noord
Het lot ons heenen voer',
Wy zeilen onbekommerd voort,
Zit godsdienst aan het roer.
Met zulk een stuurman zijn wy klaar;
En woel' of spook' het hier en daar,
Wy volgen blij,
Van zorgen vrij,
En vreezen geen gevaar.
Loei ook de storm by winterweêr,
Of steek' de zonnegloed,
Stroom' klett'rend soms de hagel neêr
En kook' de zilte vloed,
Het nieuw geschoren lam verdraagt
Den wind geduldig, die het plaagt:
Met d' eigen moed
Den tegenspoed
Verduurd en niet geklaagd.
| |
[pagina 52]
| |
Hoor ginds, hoe, in 't ontbladerd bosch,
De roodborst zit en fluit;
Toch viel zijn warme vederdosch
Door koude nachtvorst uit.
Zoo houde ook ons, hoe guur het zij,
Een goed geweten warm en blij,
En blijve altijd,
Het lot ten spijt,
Ons de opgeruimdheid by.
|
|