Poëtische werken. Deel 13. Mengelpoëzy. Deel 5
(1872)–Jacob van Lennep– Auteursrechtvrij
[pagina 99]
| |
Korte kroniek.1855.November.Twee molens, beiden wijd vermaard
Om redenen van verscheiden aard,
Zag deze maand verbrand tot kolen.
Ga naar margenoot+ De een was genaamd de dikke molen,
Die bij Koukerk stond aan den Rijn,
En die - ik las het menigmalen
In woordeboeken en verhalen -
Des grooten Rembrandts wieg zou zijn.
- Men ziet tradities wel eens falen,
En deze althans had grond noch schijn,
Gelijk ons Scheltema dit leerde.
Ga naar margenoot+ Maar de and're molen, die verteerde,
Stond ver vanhier bij Inkerman.
Zij maalde op gansch bijzondre wijze
- Geheel de Krim gewaagde er van -
En leverde geen meel, tot spijze;
Maar zond vernielend lood en kruit
Met kracht naar alle zijden uit.
't Was een geschutperk, dat
Dien naam gedragen had.
| |
[pagina 100]
| |
Een dertigtal sollicitanten
Daagt gretig op van alle kanten,
Dat luidt zijn titels klinken laat. -
Voor de open plaats der Rekenkamer
Schijnt ieder hunner nog bekwamer
Dan zijn collega-candidaat.
Ga naar margenoot+ De keizer deelt medailles rond
Aan hen, wier kunst zich loflijkst toonde,
Of wie althans de Jury kroonde
Voor 't geen hun vlijt te kijken zond.
Ons Neêrland komt ook deze reis
Er sober af in 't kunstpaleis.
Ga naar margenoot+ Maar echter, 't heeft nog knappe lieden:
Al merkt men 't aan de Seine niet,
De Nijl zal daar bewijs van bieden,
Waar Conrad zich benoemen ziet
Tot leidsman dier vergaderingen,
Wier kloekheid vaststelt hoe men ras
Van uit den Middellandsche plas
De Roode zee zal binnendringen.
Ga naar margenoot+ Zag ook de Rus zich tot zijn spijt
Sebastopol ter helfte ontrukken;
Straks neemt hij weêrwraak in den strijd,
En Kars moet voor zijn wapens bukken.
't Is leer om leer - aan weêrszij raak.
Best, dat men nu maar aan de zaak
Voor goed een einde maak'.
| |
[pagina 101]
| |
Der Russen eedle Tsaar.
Geen kostbaar bloed zal langer stroomen,
Nu 't punt, waar de onderhandeling
Sinds zooveel maanden tijds aan hing,
Zoo gaaf door hem wordt aangenomen.
Ondanks den financiëelen nood,
Houdt d'Amsterdamsche Raad zich groot.
En schoon ook de opbrengst van 't gemaal
Geen klein gewicht wierp in de schaal,
Toch klonk het kloek besluit: ‘Men schaff
Met Nieuwejaar d'accijns maar af.’
En hoe men dan raakt uit den brand
Dasz findet sich wel naderhand.
Men zoekt maar vlijtig, en in 't end
Ontdekken we een equivalent.
't Ontwerp yan wet, op 't Onderwijs
Inmiddels voorgedragen,
Hoezeer een deel der Natie 't prijs,
Kan velen niet behagen.
En wakker zendt men, vroom van zin,
Petities bij de Kamer in.
|