Poëtische werken. Deel 12. Mengelpoëzy. Deel 4: Gedichten, zoo oude als nieuwe(1867)–Jacob van Lennep– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 254] [p. 254] In het album te Han-sur-Lesse. Na het bezoeken der beroemde grot of zoo genaamden Trou de Han. Volg my, gy, wien 't lust te reizen In ontzetb're grotpaleizen, Volg my naar 't bevallig oord, Waar, door tempels en gewelven, Die Natuur in 't steen wou delven, Lesses bergstroom heenenboort; Waar zich telkens, langs de gangen, Langs den onafzienb'ren boog, Nieuwe wonderen vervangen Voor 's bezoekers dwalend oog: Waar, den rotsgrond doorgekropen, 't Hoog verwulfsel afgedropen, 't Helder nat verkeert in steen, En het steen in pronkfestoenen, Zegestanders en blazoenen, Rijk gemengeld ondereen. - [pagina 255] [p. 255] Maar - gy moogt my vrij betrouwen - Eer ge, - om zooveel schoons te aanschouwen, 't Wrakke bootjen in zult gaan, Waarde vriend bezoeker! - kun je, Trek uw alleroudste plunje, En uw sterkste schoenen aan. 13 July 1846. Vorige Volgende