Poëtische werken. Deel 11. Treur- en blijspelen. Deel 4
(1862)–Jacob van Lennep– Auteursrechtvrij
[pagina 107]
| |||||||||
Romeo en Julia.
| |||||||||
[pagina 108]
| |||||||||
Aan den lezer.Wie een der meesterstukken van shakspere - want zoo schijnt het thans beslist, dat de naam gespeld moet worden - vertaald, en zich by die vertaling wijzigingen veroorloofd heeft, ligt onder de verplichting de stoutheid zijner handelwijze te verontschuldigen, althands te verklaren. Reeds van mijne eerste kindsheid af, had ik een vurig verlangen gekoesterd, om eens den Romeo en Julia te zien opvoeren. Tot heden was my dat genoegen ontzegd geweest. Ik had, wel is waar, den Romeo en Julia van weisse gezien; - 't was niets meer dan een flaauwe weêrschijn van het Engelsche stuk, een kadaver zonder gloed en leven. Ik had den Romeo van la Signora cessi gehoord: - zy zong zeer fraai in haar tijd; - maar dat was al. Ik had later, by verschillende gelegenheden, Miss smithson, Miss kelly en Miss davenport, telke reize in gezelschap van eenige tooneelisten, of die er zich voor uitgaven, een stuk zien vertoonen, dat voor het echte stuk van shakspere door moest gaan: het spel van de genoemde dames had my telke reize groot genoegen verschaft, en toch was ik telke reize ontevreden naar huis gewandeld: ik had nooit het stuk van shakspere gezien. | |||||||||
[pagina 109]
| |||||||||
Niet dat ik my beklaagd zou hebben over het weglaten van enkele tooneelen; - maar ik beklaagde my, dat men my noodzakelijke tooneelen van shakspere onthouden had, om er my daar-en-tegen andere te geven, waar shakspere nooit van gedroomd had. Ik zeg ‘andere tooneelen:’ want men moet weten, dat de Engelschen, in weêrwil van hun vergoding des grooten treurspeldichters, het stilzwijgend gedoogen, dat men 's mans onsterflijke werken, veranderd en - als van zelf spreekt - verknoeid, ten tooneele voert. En had men nog de eerlijkheid, dat verhanselen van het werk des Meesters te erkennen; maar neen: op den tytel van de zoogenaamde acting copyGa naar voetnoot1 van het treurspel, waarover sprake is. staat onbeschaamd weg: ROMEO AND JULIET, a tragedy in five acts, by william shakespeare, zonder dat er is bygevoegd: veranderd (of gewijzigd door A. of B., - zonder dat zelfs de voorrede den lezer waarschuwt, dat de uitgever zich eenige vrijheden met het oorspronkelijke stuk veroorloofd heeft. Ducis is ten minsten eerlijker geweest, en heeft nooit zijn Hamlet, zijn Lear, zijn Othello, zijn Macbeth, voor stukken van shakspere willen doen doorgaan. 't Is waar, dat zy ook even veel op die van shakspere gelijken als de aschbelt by de Zaagmolenpoort op de Westerkerk. Toen nu mijn vriend peters my in het laatst der maand Augustus 1852 uitnoodigde, den Romeo en Julia voor het Hollandsche tooneel te bewerken, nam ik die uitnoodiging gretig aan; maar ik vormde tevens er het besluit by, om van mijn vertaling een gewetenszaak te maken, en een echten, geen verhanselden shakspere te leveren. | |||||||||
[pagina 110]
| |||||||||
In sommige byzonderheden - dit gevoelde ik - moest ik my evenwel eenige vrijheden veroorloven. De stukken van shakspere zijn vol van
Op deze wijze heb ik het oorspronkelijke in mijn vertaling vrij wat ingekort en my, hoop ik, niet eene wijziging veroorloofd, welke de schim van shakspere zoude kunnen vertoornen. De meest belangrijke dier veranderingen zal ik in de aanteekeningen vermelden, en aldaar tevens gelegenheid vinden om meer bepaald aan te wijzen, waarin de Engelsche arrangeur heeft misgetast, en waarom ik zijn arbeid niet tot leidraad nemen kon. Wat eindelijk den stijl van mijn vertaling betreft, ik | |||||||||
[pagina 111]
| |||||||||
heb ook hierin, zoo veel mogelijk, het oorspronkelijke nagevolgd: - in proza schrijvende, waar de toon van het onderhoud tot het meest gemeenzame afdaalde, - en voor 't overige, naar de luim het medebracht, my nu eens van rijmelooze, dan eens van rijmende vijfvoetige jamben bedienende. Slechts enkele malen heb ik, ter afwisseling, lyrische maten gebezigd. Ik vlei my, dat het ongewone in den vorm, 't welk het stuk hierdoor voor ons Publiek bekomen heeft, niemand stuiten zal, die bedenkt, dat shakspere, ook in den vorm, shakspere blijven moest. Moge ook zijn geest in mijn vertaling niet geheel verloren zijn gegaan. |
|