Personen.
tartini, Een eerste Viool, die, aan geen Opera geëngageerd zijnde, zich in vrij gemelijken en melankolieken toestand bevindt. |
1e Bedrijf, 1e Tooneel. Violetkleurige fluweelen rok en broek met zilver; zwarte clacq, wit satijnen vest, witte zijden kousen. |
3e Tooneel. Witte rok, blaauw satijnen vest met goud, witte broek, blaauw zijden kousen met goud, zwart fluweelen hoed met goud en vederen. |
rozambeau, zijn Dienaar, zeer beleefd.
Groen merinossen rok, wijde broek met zwarte en witte doffen, wit vest met groen, bruine broek, zwart fluweelen hoed. |
graaf rondrondom, een Edelman, die meer quartieren telt dan geld. |
1e Tooneel. Bruine rok met zwart fluweelen opslagen, purper vest met goud, witte broek, zwarte laarzen, zwart fluweelen hoed met goud geboord en vederen. |
3e Tooneel. Karmozijn fluweelen rok, zwarte broek, witte zijden kousen, karmozijne kousebanden, schoenen en gespen. |
baron ollapodrida. Dat is er eentjen! |
1e Tooneel. Licht blaauwe overrok, bonte kraag, karmozijn buis met zilver, witte broek, hooge zwarte laarzen, blaauw fluweelen hoed, met zilveren en vederen boordsel. |
3e Tooneel. Blaauw satijnen rok, paers zijden vest met zilver, satijnen broek, witte zijden kousen. |
Doctor pruneau. Een geleerde, die zijn tijd afwacht.
Zwarte rok, vest, hemd, broek, kousen, schoenen, rozetten, lubben, mantel, hoed met zwart-vederen boordsel. |
heintjen pik, Zijn paadje, een rechte vuurvreter.
Geheel in 't groen, met rood geboorde vleugels en roode pruik. |
balthazar bekker, de duivelbanner, die voor 150 jaren overleed. Kleeding van een predikant uit de 17e eeuw. |
| |
tulpema. Een bloemist, die gaarne alle bloemen plukt, welke hy op zijn levensweg ontmoet.
Nankings buis, broek met eikenbladeren geboord, groen boezelaar met bladeren geboord, karmozijnen kousen, zwarte schoenen met gespen, groene hoed met bladeren geboord. |
hofmeester naar den eersten stijl.
Bruine rok, blaauw zijden vest met zilver, paers satijnen broek, blaauw fluweelen hoed met zilveren en vederen boordsel, zijden kousen, schoenen met gespen. |
helena, Een freule met vapeurs geplaagd. |
1e Tooneel. Blaauw zijden kleed met goud, hoed en vederen - daarna wit nachtgewaad met witte linten en kant geboord. |
3e Tooneel. Zijden kleed met paerlen en leliën. |
2e Bedrijf, 1e Tooneel Blaauw satijnen kleed met wit bont, goud en zwart fluweel, witte bloemen op het hoofd. |
4e Tooneel. Aurora-kleed, met zilveren leliën. |
vrouw ginkel. Een troostelooze weduwe, die om eenen man, als Badeloch, wel beî haar kinders zoû geven. |
1e Bedrijf. Boerinnekleeding. |
2e Bedrijf. Eerst, een regenmantel over haar kleed: daarna een hofkostuum met gepoederd hair en kroon. |
annizette, niet uit het Loosjen.
Boerinne-kleed. |
roos, een konstitutionele Koningin, die zich niet uit haar rijk verwijderen mag. |
narcis, een welsprekende afgevaardigde. |
papaver, een slaperige afgevaardigde. |
zonnebloem, een zwarte afgevaardigde. |
edellieden en dames. |
landlieden. |
bedienden. |
geesten. |
bloemen. |
|
|