Bladz. 11. Reg. 4 van onderen. Sint Olof had kort te voren de bewoners van Noorwegen tot het Christendom bekeerd; doch het was een bekeering met het zwaard, die de bekeerden niet vredelievender maakte.
Bladz. 13. Reg. 2 van onderen. Ofschoon Dirk V de eerste was, die den tijtel van Graaf van Holland voerde, is zeker de landstreek vroeger onder dien naam bekend geweest, en heb ik gemeend, dien duidelijks halve te mogen bezigen.
Bladz. 19. Reg. 22. Luitgaard, de vrouw van Aernout, was de dochter van Theophano, echtgenoote van den Griekschen Keizer Romanus den Jonge en zuster van Theophano, gemalin van Keizer Otto II, by wien Egbert, Aernouts broeder, Aartsbisschop van Trier en rijks-kancelier, in blakende gunst stond.
Bladz. 32. Reg. 11. Eerst op den jare 1083 vinden wy van een kastelein van Leyden, onder den naam van Halewijn gewach gemaakt. Uit dezen zijn, de geslachten van Wassenaar, Polanen, Duivenvoorde en vele andere voortgesproten. De stad Leyden bestond toen nog niet. Zelfs in den giftbrief van Graaf Dirk V aan de Abdy van Egmond vinden wy slechts van een dorp Leyden gewach gemaakt.
Aldaar. Reg. 12. De Lier was een klein riviertjen, by Vlaardingen in de Merwe uitloopende, en waarvan de nog tegenwoordig bestaande ambachts-heerlijkheid haar naam schijnt ontleend te hebben. Wy vinden dit water in den giftbrief van Keizer Otto III vermeld.
Bladz 34. Reg. 5. Wy vinden Noort vermeld onder de plaatsen, waarmede Keizer Arnulf de bezittingen van Graaf Gerolf vermeerderde.
Bladz. 36. Reg. 3. De abt Regino spreekt van