Voorrede.
‘Ik heb deze nieuwe uitgave mijner Geschiedenissen van Noord-Nederland niet in 't licht willen zien verschijnen, zonder mijn verhaal vooraf te hebben gezuiverd van hetgeen mij gebleken was daarin onjuist of onnauwkeurig te zijn, en er daarentegen zoodanige bijzonderheden aan te hebben toegevoegd, als latere ontdekkingen op het veld der geschiedenis mij hadden doen kennen, en als mij belangrijk genoeg voorkwamen om te worden medegedeeld’.
Zoo meldde, vóór nu 12 of 13 jaar, de thans overleden schrijver, bij een nieuwe uitgave zijner zoo onderhoudend vertelde geschiedenis van Nederland. In overeenstemming met die opmerking meende de tegenwoordige eigenaar van dit werk daarom ook niet beter te kunnen doen, dan voor deze denzelfden weg in te slaan; en dat ik mij gaarne met de taak dier wijziging naar omstandigheden belastte was te natuurlijker, als ik - vóór meer dan twintig jaar - den schrijver reeds den vriendendienst bewezen had, het tijdvak van den Opstand tegen Spanje, waarin zooveel nieuws