Het ontroert Bertus Aafjes als ik hem vertel, dat Maartje Schönfeld Wichers zijn gedichten las en ze zo mooi vond, dat ziek zijn bijna iets plezierigs werd. ‘We zullen haar samen een kaart sturen,’ stelt hij voor. ‘Zou ze dat leuk vinden?’
Zo'n stroom van sympathie, die uit den vreemde naar hem uitgaat, maakt Bertus Aafjes gelukkig. Hij heeft eens een gebedenboekje voor kinderen geschreven. Dat eindigde: ‘Dus lieve kinderen, bidt maar braafjes, Voor Piet Worm en Bertus Aafjes.’ Piet Worm was de tekenaar. En toen kreeg hij op een keer een brief van een klein meisje, dat schreef: En meneer, wat u op de laatste bladzij geschreven hebt, dat doe ik altijd.
‘Ik stond toen op het punt naar Egypte te gaan,’ zegt Bertus Aafjes, ‘en zo lang ik daar was, heb ik die brief als talisman bij me gedragen.’
‘Hoe was het om na “De Voetreis” zo opeens beroemd te zijn?’
‘O afschuwelijk,’ zeggen ze als uit één mond. ‘Het was een nare, verwarde tijd. Aan de ene kant werd je hemelhoog geprezen, aan de andere kant afgemaakt of je een misdadiger was. Iedereen dacht dat je schatrijk was en dat was helemaal niet zo. Want bijna alles ging op aan belasting en aan schulden, die je in de oorlog had moeten maken. Je verloor je vrienden. Nee, daarna ben ik altijd erg bang gebleven voor dat soort succes. Toen ik het schreef in de oorlogsjaren, terwijl ik ondergedoken zat op een dorpje in Friesland, heeft het me wel gelukkig gemaakt. Er leefde toen immers in ons allemaal die droom van een lichte, paradijselijke wereld, die werkelijkheid zou worden als we vrij waren. Aan die droom heb ik geprobeerd gestalte te geven in mijn Voetreis.’
‘Dichters liegen de waarheid,’ moet Bertus Aafjes eens gezegd hebben. Die uitspraak is bezig een gevleugeld woord te worden. Ook in het beslist niet in alle opzichten werkelijk zo gebeurde verhaal van de voetreis heeft hij de waarheid gelogen, de waarheid omtrent het leven, dat ontdaan van alle maatschappelijke rompslomp een verrukkelijk, adembenemend wonder is.
‘Ben je nu met iets nieuws bezig?’
‘Ja en zelfs in een heel snel tempo. Een nieuwe vertaling van Hamlet in opdracht van de Ned. Comedie. Eigenlijk is er nog nooit een goed speelbare vertaling van de Hamlet gemaakt, ik geloof doordat vroegere vertalers zich altijd precies aan het aantal regels gehouden hebben. Ik doe dat niet. Ik neem in me op wat Shakespeare