No. 103.
Q.Q.Q. 2. Minuten, 15den Jan. 1816.
Uitenhagen.
Artikelen voor het tweede verhoor en confrontatie van Stephanus Grobbelaar, Gedetineerde:-
1.
Of hij persisteert bij Artt. 20, 25 en 28 van zijn eerste verhoor, dat hij, op de wagt gesteld zijnde, en order hebbende, om Theunis Mulder wakker te maken, in stilte zijn paard genomen heeft, en weggereden is, terwijl de anderen sliepen? |
Antwoord: Ja. |
2.
Zoo ja, te laten binnenstaan Theunis Mulder, en hem deswegens, na vóórhouding van zijne opgaaf op zijn verhoor, met den Gedet: te confronteeren.
De mede Gedet: Th: Mulder, zegt dat hij den Gedet: eens heeft afgelost.
De Gedet: zegt, dat de mede Gedet: hem eens heeft afgelost, namelijk bij de plaats van Louis Erasmus, maar niet op Slagtersnek, wanneer hij in stilte, toen de anderen in slaap waren, is weggereden.
De mede Gedet: zegt dat dit wel wezen kan; want dat hij op Slagtersnek den Gedet: niet heeft afgelost. |
Aldus &c. 15 Januarij 1816.
Als Gecommitteerdens:
P. Diemel.
W. Hiddingh.
Dit × is 't merk van Steph: Grobbelaar, verklarende niet te kunnen schrijven.
Mij present:
G. Beelaerts van Blokland,
Secretaris.