R. 10. No. 83a.
Herziening.
Verscheen voor de gezegde Speciale Commissie de bovengenoemde Philip Rudolph Botha, die verklaarde, nadat zijne getuigenis hem klaar en duidelijk was voorgelezen, er bij te blijven, niet begeerende dat er iets aan toegevoegd, of er van weggenomen zoude worden; ter bekrachtiging van de waarheid van welke, hij deze solemnele woorden sprak:-
‘Zoo helpe mij God Almachtig!’
In tegenwoordigheid van de gevangenen, Abraham Carel Bothma, Hendrik Liebenberg, en van den gedaagde, Pieter Erasmus, die verklaarden niet eenige vragen te hebben om aan den getuige te doen.
Commissarissen:
(Get.) P. Diemel.
W. Hiddingh.
(Get.) Philip Rudolph Botha.
In mijne tegenwoordigheid,
(Get.) G. Beelaerts van Blokland,
Secretaris.