No. 75.
J.J.J. 2. Minuten, 5den Jan. 1816.
Uitenhagen.
Artikelen van 't tweede verhoor van.
Willem Prinslo, Klaas zn.
1.
Of hij zig niet herinnert, wie het geweest zijn die bij gelegenheid der vraag van Willem Krugel, ‘wat zegt gij, menschen, ik ben met de regeering,’ gezegd hebben, ‘ik niet, en ik ook niet:’ zooals gij bij Art. 4 van uw eerste verhoor hebt opgegeven, gezegd te zijn? |
Antwoord: Zegt, ik heb de menschen niet gezien, die zulks gezegd hebben, want ik stond met den rug naar hen toe, maar de eene is aan de stem door mij herkend voor Theunis de Klerk, den anderen heb ik niet gekend. |
2.
Welken van die twee hebt gij aan de stem herkend Theunis de Klerk te zijn geweest, die het eerste, of wel die het tweede heeft gesproken? |
Antwoord: Dat weet ik niet meer. |
Aldus &c. 5 Januarij 1816.
Als Gecommitteerdens:
P. Diemel.
W. Hiddingh.
(Get:) Willem Prinslo Klaas zn.
Mij pressent:
G. Beelaerts van Blokland,
Secretaris.